Vannacht heb ik gedroomd dat er een wolf door onze achtertuin liep. Hij was op zoek naar een maaltijd. En onze schapen lopen wat verderop in een weitje. Daarnaast lopen ook de geitjes met hun jongen en ik weet niet of de kalveren bij de koeien wel safe zijn. Maar In de achtertuin, daar spelen ook onze kleinkinderen. Gisteren hebben we ze nog voorgelezen uit Roodkapje.
Roodkapje heeft nog nooit gehoord van Europese regelgeving. Ik probeer Roodkapje uit te leggen hoe een wolf werend raster werkt. Dat is een hoge afrastering rondom de wei waar je een flinke stroom op zet. Als de wolf die stroom voelt zal die zich wel twee keer bedenken voordat hij daar overheen wil springen. En als de das zich daaraan stoot? zei Roodkapje. Tja, die zal zich ook wel twee keer bedenken voordat hij dan verder loopt.
Staat er altijd stroom op? vroeg Roodkapje. Dat hoop ik wel, zei ik. Want ik wil echt niet dat een wolf mijn dieren aanvalt. En nog veel minder dat hij mijn kleinkinderen bedreigt of erger.
Wie gelooft er nou toch in sprookjes? ‘Allemaal spookverhalen’ zeggen sommigen over de wolf die kan bedreigen. Maar als je dichter bij de leefgebieden van diezelfde wolven gaat vragen geloven steeds meer mensen die sprookjes! Hoezo sprookjes? Pure realiteit, als je de confrontaties met het nog steeds toenemend aantal wolven telt. Degenen die alles proberen te sussen en gerust te stellen vertellen in mijn ogen sprookjes. Immers, je kunt de aanwezigheid van de wolf in ons land wel accepteren, maar dan is het nog een heel ander verhaal om er ook maar vanuit te gaan dat de natuurlijke groei en ontwikkeling van die populatie vanzelf stabiliseert. Ja, en dan rondpraten dat dierhouders er een verdienmodel van zouden maken als hun schapen of geiten worden verscheurd door diezelfde wolven. “Want ze worden vorstelijk betaald voor het verlies van hun dieren”. Wat een bizar idee ! Welke mensen verzinnen dit? Je moet wel een enorme hekel aan mensen hebben als je dit zo overtuigd durft rond te bazuinen.
Mijn hart wordt verscheurd, als ik droom over wat die wolf allemaal zou kunnen aanrichten, als je die populatie niet gaat beheren. Uiteindelijk zijn wij de mensenwereld die op een fatsoenlijke manier met elkaar en met alle dieren moeten omgaan. En op het moment dat het heel ver uit het lood gaat moeten we ingrijpen.
Ik begrijp heel goed dat de meningen daarover verdeeld zullen blijven; dat hoort nou eenmaal bij ons mens zijn. Maar het gaat mij veel te ver dat vele roependen die er ver vanaf wonen, omdat het voor hen een ver van-mijn-bed-show is, een zware stem mogen krijgen in de besluitvorming. Als de bevers straks zoveel dijkversterkingen beschadigen dat de polders onderlopen moet daar ook wat gebeuren. Zoals er ook bij een ratten of muizenplaag een serieuze oplossing moet worden gezocht. En uitgevoerd! Als het water aan de lippen staat worden grenzen verlegd; zo was het vroeger en zo zal het altijd blijven. En altijd blijft dan overeind dat het voor eenieder een ander moment kan zijn dat het water aan de lippen staat.
Als we gaan wachten tot een wolf een kind doodt is er geen sprake meer van water aan de lippen; nee, dan is het zwaar over de rand heen gegutst en zover mag het nooit komen. Ik ga liever weer dromen; over mensen die op tijd hun verstand gebruiken. Die kunnen rekenen en daarbij weten dat er zolang je alleen maar vermenigvuldigt MEER van iets komt. En meer is in dit geval niet goed. En dan maar hopen dat die laatste dromen geen bedrog zijn.