Het is lente. Je hoeft de voordeur maar open te trekken of je struikelt over kuddes pasgeboren lammetjes, haalt je voet gemeen open aan een felgele narcis of wordt aangevallen door een eend die haar kuikentjes wil beschermen. Omdat ik van nature nogal positief ingesteld ben, probeer ik overal het beste van te maken, hoe lastig dat ook is als het om de lente gaat. Lente is afzien. In de veilige vertrouwde winter kon je je lekker in je coconnetje verschuilen met kaarsje aan, maar die is voorbij. Je moet weer de wijde wereld in waar je continu wordt blootgesteld aan de ongemakken die de lente ons brengt.
Je hebt net als ik geleerd dat je moet genieten van de lente, dus op de eerste de beste lentedag trek je naar buiten. Je haalt adem vanuit het puntje van je tenen en snuift de lentelucht op. Met een beetje pech strompel je daarna stikkend in je eigen tong naar binnen omdat je een allergische reactie krijgt van alle pollen die je hebt ingeademd. Op de een of andere manier vindt het ontluikend groen het nodig om de lucht te vervuilen met gemene polletjes die miljoenen Nederlanders maandenlang een verstopte neus, slapeloze nachten een dikke keel en een rode kop bezorgen. Als de natuur zo nodig moet groeien en bloeien heb ik daar geen problemen mee, maar waarom die pollen? Kunnen die nare allergiebomen zich niet gewoon net als zoogdieren voortplanten?
Tijdens je eerste lentewandelingetje zul je waarschijnlijk verbranden, tenminste als je niet goed voorbereid op pad gaat. Je witte wintervel is niet gewend aan die felle lentezon, dus je zult moeten smeren. Nadat je je lichaam om brandwonden te voorkomen drie keer volledig hebt ingesmeerd met peperdure Nivea factor 40 denk je dat je veilig de straat op kunt. Vergeet het maar, want maart roert z’n staart en april doet wat ie wil. Binnen no-time zal de lucht inktzwart kleuren en zul je overspoeld worden door een ijzige plensbui. Hoera, je hebt je eerste lentekoutje en vijftiendaagse antibioticakuur te pakken. De lente is een feest, maar dan wel vooral voor de farmaceutische industrie.
Na een weekje zwaar zwetend in bed gelegen te hebben, krabbel je met je laatste krachten op zaterdagochtend op. Gelukkig ben je toch al uren geleden wakkergetjilpt door duizenden vogeltjes die zo’n beetje vanaf middernacht keihard aan het kwetteren zijn omdat het nu eenmaal lente is. Waarom blijven die beestje niet een paar maanden langer in de landen waar ze overwinteren? Maar goed, je staat op, want het gras moet weer gemaaid worden. De winter is voorbij, vanaf nu is het weer elke zaterdag grasmaaidag. ‘Uitslapen doe je maar in de winter,’ lijkt de lente ons sadistisch toe te roepen
De lente verwacht het onmogelijke van ons. We moeten ons winterspek eraf rennen, we worden geacht schier onvindbare eieren te zoeken in onze achtertuin, we moeten de loodzware tuinmeubels de keldertrap opsjouwen en in de was zetten, we worden door de zon gedwongen om halve maandsalarissen achter te laten na terrasbezoekjes, we moeten met de Kärcher over de terrastegels, we moeten eindeloos veel verjaardagen bezoeken en zo gaat het maar door.
Het is makkelijk om in het voorjaar neerslachtig bij de pakken neer te gaan zitten. Doe dat niet. Ben net als ik positief ingesteld en probeer er het beste van te maken. Het is lente, dat overleven we ook wel weer.