Columns

HALLO Groene Column: Sterrennacht door Rosemarie Neuen

Midden Limburg

‘Starry, starry night’ zong singer-songwriter Don McLean ooit. Een prachtig liedje, vernoemd naar van Gogh’s ‘De Sterrennacht’. Een van zijn meest geliefde en populaire werken. Een nachtelijke hemel in verschillende tinten blauw met grote, verlichtende sterren en een goudgele stralende maan. Zowel de sterren als de hemel lijken in beweging te zijn. Een tafereel waar je jezelf in verliest.

 

Hoe prachtig het schilderij ook is, het kan niet tippen aan een nachtelijke hemel vol met echte sterren. Hoe donkerder de nacht, hoe meer sterren er zichtbaar zijn. Vincent van Gogh hoefde daar in 1898, toen hij ‘De Sterrennacht’ schilderde niet over na te denken. De nachten waren toen veel donkerder dan nu. Tegenwoordig hebben velen van ons uitzicht op de gloed van kassen in de weidse verte, bedrijfsverlichting of te felle straatverlichting.

 

Nederland is sowieso niet het meest geschikte plekje om sterren te kijken. Op veel plekken wordt het niet meer echt donker door teveel verlichting. Een fenomeen dat lichtvervuiling wordt genoemd. Dit raakt niet enkel de sterrenkijkers onder ons.

Als de nacht geen (donkere) nacht meer is, raken dieren in de war. Trekvogels raken de weg kwijt,

de helft van de nachtvlinders dreigt uit te sterven en ook voor ons mensen is teveel kunstlicht allesbehalve gezond.

 

Er is echter ook goed nieuws, langzaam stagneert de groei van kunstlicht. Eerder nam het jaarlijks toe met vijf procent, nu is dat teruggelopen met een half procent. Het gaat de goede kant op, maar in dit geval is (nog) minder beter. Uiteraard is kunstlicht soms bittere noodzaak en vergroot het in situaties onze veiligheid, zoals op de weg. Maar in eigen huis en tuin is overmatig gebruik van kunstlicht vaak niet nodig.

 

In de middeleeuwen was het heel gewoon dat je wanneer je van de herberg naar huis moest wandelen je eigen lantaarn meenam om je beschermen tegen kwaadwillende. De welgestelde burger had voor deze taak vaak zelfs een zogenoemde lantaarnknecht in dienst. Toen iets later de kaarsverlichting in de openbare ruimte aan zijn opmars begon, werden mensen verplicht een straatlantaarn aan hun huis te hangen. Om de twaalf huizen was iemand de klos. De bewoners moesten namelijk zelf de kaarsen betalen en velen lapten deze verordening daarom aan hun laars. Kaarsen waren voor velen simpelweg te duur.

 

Ook nu kunnen we onze portemonnee én onze omgeving tegelijkertijd sparen. Als u een inbreker echt wilt laten schrikken, laat dat spotlight schijnen zodra deze u voor – of achterdeur bereikt. Zijn pad verlichten helpt de beste man of vrouw enkel ben ik bang. Omarm het donker en investeer in bewegingsmelders en goede sloten (of een vervaarlijke terriër of waakgans), dan komt het geboefte van een koude kermis thuis.

 

Natuurlijk zijn lichtjes ook gezellig en sfeervol, maar doof ze gerust als u zelf naar dromenland vertrekt.

Alle dieren rondom uw huis en tuin zullen u dankbaar zijn.

Van egel tot motvlinder. En misschien kunnen we dan weer op meer plaatsen weer genieten van het gratis schouwspel dat een sterrenhemel kan zijn.

 

Rosemarie Neuen (1979) is van huis uit journalist, maar heeft zich de laatste tijd met haar bedrijf Schrijfroos toegelegd op storytelling. Het vertellen van verhalen op alle mogelijke manieren. Haar bijzondere belangstelling gaat daarbij uit naar duurzaamheid. Ze wilt de wereld graag een beetje beter en groener maken. Voor Leudal Energie verzorgt ze de communicatie. Meer weten? Kijk op: https://schrijfroos.nl