ColumnsLeon Moonen

Het straatnaambordje Naar wie of wat is die straat genoemd?

Heythuysen / Midden-Limburg

Aan de Kreppel in Heythuysen en Bedelaar in Haelen


Tijdens een wandeling door het buitengebied van Heythuysen werd ik er ooit op gewezen dat de gebiedsnaam Kreppel, waar in 1835 een klooster werd opgericht, vermoedelijk afkomstig is van crapuul, een Nederlands woord voor tuig, gespuis en gepeupel. Nu heeft er in de Napoleontische tijd rond 1800 een marechaussee-post in deze buurt gelegen, maar dat deze dienders van de wet werden uitgescholden voor geteisem lijkt mij wel erg ver gezocht. Ook de mogelijkheid dat het overijverige dienstkloppers zijn geweest en nogal wat arrestanten hebben opgebracht, landlopers en bedelaars waarschijnlijk, en dat de naam zich heeft geplooid naar wat vroeger als het uitschot van de maatschappij werd gezien, acht ik heel klein.

Bovendien treffen we Kreppel als naam voor een aldaar gelegen landgoed reeds in 1757 in de archieven aan. In een artikel over toponiemen uit Montfort in een jaarboek van de heemkundevereniging Roerstreek kom ik de naam Krapool of Krapoel tegen, zelfs driemaal: Iëste, Twiëde en Derdje Krapool. Het is een onderscheid om telkens een laagte aan te duiden. Het woorddeel pool zou dan misschien kunnen verwijzen naar een waterplas. Daarin leven, zoals we weten, kikkers, in het Frans crapaud genaamd.Een samentrekking van deze woorden levert dan kikkerpoel op. Dat is nog eens een mooie naamsverklaring voor een plek in een dorp waar de plaatselijke vastelaovesvereniging De Kwakkert heet en graag flirt met Frankrijk, getuige de bijnaam 'Klein Paries.' Maar een afkomst van crepel of cropel is ook niet uit te sluiten, wat duidt op krom en scheef en dan wellicht verwijst naar kreupelhout. Indien we vervolgens 'het scheermes van Ockham' toepassen, een middeleeuwse filosoof die adviseerde om bij twee gelijkwaardige verklaringen aan de minst complexe de voorkeur te geven, dan rolt laag houtgewas als beste uit de bus. 

Iets ten zuiden van Heythuysen en formeel behorend tot het dorp Haelen ligt landgoed De Bedelaar. Is dit oord dan wel genoemd naar de verschoppelingen van de aarde? Bekend in de omstreken is de legende van de bedelaar, die door een hardvochtige kasteelheer op kerstnacht de deur werd gewezen, waarop het kasteel in een meer wegzonk. Het is waarschijnlijk dat de naam van het landgoed is te herleiden tot dit water. Maar niet in de betekenis van een zwerver, maar op het woorddeel laar dat zoveel betekent als een bosvennetje. Om de plek aan te duiden werd dan in het Limburgs gezegd: "Bie de laor" en als je dat dan heel vaak zegt ontstaat een klank als: baedelier.

Waarschijnlijk was de naam er eerder dan de legende. In Limburgse sagen komen regelmatig verzonken kastelen voor. Het is een echo van een schreeuw naar rechtvaardigheid uit vroegere tijden. Toen leed de gewone bevolking vaak honger en werd door de adel onder de knoet gehouden. In een dergelijk volksverhaal moesten de hoge heren boeten voor hun wangedrag, iets wat in werkelijkheid nooit gebeurde. Tevens is het verhaal ook een waarschuwing om niet te hoog van de toren te blazen, want uiteindelijk komt boontje om zijn loontje. 

Leon Moonen

Leon Moonen uit Roggel is reisleider bij historisch reisgenootschap Cliotravel. De geschiedenis herbergt een goudmijn aan verhalen waar we veel van kunnen leren, maar die ons ook kunnen amuseren. "Ter leering ende vermaeck" wisten de kluchtschrijvers in de 17de eeuw al. Leon schrijft in Hallo Magazine een column over heemkundige onderwerpen uit onze streek. Hij pakt ze op, blaast het stof er af, draait ze naar het licht en probeert een verbinding te maken met onze huidige tijd en met de grote geschiedenis, waardoor ze in een verrassend nieuw jasje worden gestoken. U hoeft dus over de items waar Leon over filosofeert niet ver te reizen, u vindt ze bij u in de buurt.