‘Hoe gaat het met jouw man (of vrouw)?’, is een veel gestelde vraag aan de partner van iemand die ziek is. Goedbedoeld, dat zeker. Maar het antwoord daarna is soms vluchtig en kort.
Want echte aandacht voor een lang en ellendig verhaal, is er vaak niet. Omdat hier eigenlijk niemand op zit te wachten.
We zijn best wel attent en willen zeker ook meeleven, maar het moet niet te confronterend zijn. In de reactie wordt het verhaal vaak snel overgenomen. In de plaats van ‘hmm, hmm, hmm…’ (ook wel hummen genoemd), komt al snel een “o Ja, dat heb ik ook gehoord of meegemaakt…” Herkenbaar? En weg is de aandacht, het echte contact. Verhalen over pijn en ziekte willen we eigenlijk liever niet horen. Of toch wel? Want in de herkenning zit ook de spiegeling van de eigen pijn en als het goed is, kun je dit dan ook samen delen. Samen delen is heel fijn, het verzacht de pijn en verbindt. Je wordt dan opeens lotgenoten en dat geeft troost.
Maar na de vraag hoe of het met je zieke partner gaat, komt er vaak niets meer. Er zijn maar weinig mensen, behalve die door ervaring, schade en schande wijs zijn geworden, die vragen hoe of het met jou is! Want als je partner ziek is, ben je zelf ook een beetje ziek. Nee, niet perse mantelzorger, maar gewoon de partner van een ziek iemand. Dat mag dan ook best benoemd worden, maar wordt vaak vergeten. Gek toch, want als je partner (of kind) ziek is, dan is ook de omgeving erom heen onderhevig aan het ziekteproces.
Dan zit je zomaar, zonder dat het jezelf soms beseft, in een rouwproces. Opeens lopen de tranen over je wangen, moet je zomaar huilen bij een liedje of tekst, of ben je zo moe dat je alleen maar op de bank wilt liggen, geen zin in eten hebt, laat staan leuke dingen wilt doen. Je gedachten worden elke minuut van de dag in beslag genomen door zorgen en angst. Angst voor wat gaat komen, angst voor het onbekende, angst voor je eigen eenzaamheid. Het is een heel langzaam, bijna niet merkbaar proces, een sluipmoordenaar. Je zit er middenin en wordt je langzaam gewaar dat het leven nooit meer hetzelfde wordt dan voorheen.
Een onontkoombare waarheid. Geduld, eigen kracht, wijsheid, vriendschap, begrip en liefde houden je dan op de been. We leven onze grootste angst. Dat het leven niet maakbaar is weten we allemaal. Zo, gingen we onlangs met een groep mensen naar een theaterstuk kijken dat over dementie ging. Je gaat er samen naar toe en komt alleen naar buiten. Alleen met je eigen emotie en herinneringen.
Het theaterstuk ging over ‘de liefde voor Pinkpop!’ Een bijzonder, maar ook confronterend toneelspel over Wiel en Lies. Wiel is beginnend dementerend. De verhaallijn van zijn leven vroeger en heden liepen steeds door elkaar heen. Zijn herinneringen werden levend door de muziek en beelden van Pinkpop en de ontmoeting met zijn grote liefde, Lies. Herinneringen aan dit populaire muziekfestival werden live gespeeld door RowwenHeze..kippenvel! De onmacht en boosheid van Lies (in het NU) waren zo herkenbaar. In het begin wilde ze niets van de slopende ziekte weten. Langzaam maar zeker moesten ze, ieder voor zichzelf, de waarheid onderkennen. Een dubbel rouwproces van twee mensen die elkaar langzaam verliezen.
Op een goed moment kozen ze samen ‘hun afscheid’. Ik weet dat bijna iedereen in de zaal op dat moment naar de zakdoek greep. Zo confronterend, zo puur, je kon de emotie bijna aanraken. Dat was een gevoel van samen-delen. Ieder voor zich, maar door de herkenbaarheid, verbonden. Een oorverdovend langdurig applaus voor dit knettergoed theater- en muziekspektakel gaf uiting van deze verbondenheid. Veel mensen, incluis ikzelf, kwamen met betraande ogen de zaal uit. Met diep respect voor de spelers, voor dit zo uit het leven gegrepen toneelstuk, zomaar op een zondagmiddag. Om nooit meer te vergeten. Vooral als het gaat over het belang van het antwoord op de vraag: ‘hoe gaat het met uw man (of vrouw)....en met jou?