Krasse knarren

Nu ik zo heel langzaam richting een halve eeuw aan levenservaring ga, zijn er steeds meer mensen in mijn omgeving die me waarschuwen niet te gaan zeuren in mijn stukjes.

Ze doelen daarmee vooral op de soms nauwelijks te bedwingen neiging van mensen om, met het vervliegen der jaren, het verleden te romantiseren.

Mocht ook ik op deze plek ooit blijk hebben gegeven van die aandrang, dan wil ik hiervoor graag mijn nederige excusus aanbieden. U moet namelijk weten dat ik helemáál niet van mening ben dat vroeger alles beter was. Integendeel!

Laat ik vooropstellen dat ik grotendeels een gelukkige jeugd heb gehad in Leudal. Maar als je met de ogen van nu in een willekeurig fotoalbum uit die tijd kijkt, vraag je je af hoe dat in vredesnaam mogelijk is geweest. Werkelijk alles in die dagen leek van een deprimerende, bruine kleur: de meubels, de vloerbedekking, het behang, ja zelfs de kinderkleding – veelal samengesteld uit een weinig modieuze maar des te degelijker 'Mensjesterse' stof – zou toch eigenlijk tot treurnis hebben moeten stemmen. Maar op de beelden, die zelf inmiddels een vage okerglans vertonen, zijn louter lachende kindergezichten te zien. Kennelijk wisten we niet beter...

Dan de kapsels uit die tijd. Het gehele mannelijk deel van het dorp bezocht dezelfde kapper, een man die het gebruik van de Oudhollandse bloempot niet schuwde. Reden waarom iedereen dan ook met dezelfde coupe gladiool door het leven ging. Er hingen dan wel  – later ook weer totaal vergeelde –  reclameposters van Wella in zijn zaak, maar mocht je destijds de  tegenwoordigheid van geest hebben gehad om te vragen naar een modieuzer model zoals daarop werd vertoond, dan was de arme man waarschijnlijk acuut in een psychose geraakt. Bovendien waren de crisisjaren in aantocht. Moeders lette dus op de kleintjes en gaf niet zelden de opdracht 'Doot mer good kort!' mee, wat de facto betekende dat je naar huis ging met een pony die vlak onder je kruin begon.

Mensen die anno 2017 klagen over al die supermarkten zijn gewoon vergeten dat je indertijd eerst een week vakantie diende op te nemen om al je boodschappen bij elkaar te sprokkelen. Je moest namelijk naar de bakker, de slager, de kruidenier en voor je bloemkool naar Giel vanne Kunder. En dan had je nog niet eens eieren! Daarom werd ik daarvoor als kind altijd op pad gestuurd, met rieten mandje en al. Waar ik trouwens immer de pest aan had, omdat de lokale kippenboer uit Kerkrade stamde. Het kan ook Simpelveld of Eijsden zijn geweest, wat voor het verhaal niet uitmaakt. Want waar het om gaat is dat ik geen touw kon vastknopen aan 's mans dialect, terwijl hij me desondanks het hemd van het lijf vroeg.

Nee, vroeger was zeker niet alles beter. Maar in feite was dit een wat lange inleiding om u te vertellen ik onlangs wel 'ouderwets' genoten heb van van de Haagse band The Clarks, samen met de zangers van The Golden Earrings (met de 's' nog op het einde dus), The Shoes, Johnny Kendall and the Heralds, Alquin, The Motions en gitarist Erwin Java van onder meer Cuby and the Blizzards. De oudjes werden bijeengebracht door voormalig muziekmanager Johan Derksen, tegenwoordig nationaal erkend professioneel mopperkont en zelf ook niet meer de jongste. Er was geen spectaculaire lichtshow en er ontplofte niets op het podium. Maar iedereen beheerste z'n instrument wel tot in de puntjes, er werd retestrak gespeeld en de krasse knarren waren nog prima bij stem. Kortom, de show droop van de klasse én de zelfspot. Ik kan u de finale van de pioniers van de Nederpop, op 28 december in de Rotterdamse Ahoy, dan ook van harte aanbevelen.

U zult mij niet horen beweren dat er tegenwoordig geen goede muziek meer wordt gemaakt, maar een bezoekje aan deze act doet op z'n minst het vermoeden rijzen dat er heden ten dage wel erg gemakkelijk met termen als 'talent' en 'artiest' wordt gestrooid. En als u laatst ook zo genoten heeft van die documentaire van Joe Cocker, dan moet u zeker eens gaan luisteren wat Theo van Es van The Shoes nog in huis heeft.

Dat hij inmiddels overigens wel verdomd veel lijkt op die oude kippenboer uit Heythuysen, doet daar uiteraard helemaal niets aan af...

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.