ColumnsJohn Hölsgens

Langzamer

Het is - volgens mijn oma zaliger - allemaal begonnen met de tv.

Toen mijn generatie nog de leeftijd had dat 'Ren je rot' met Martin Brozius en 'Toppop' met Ad Visser een wekelijks hoogtepunt vormden, waren dat bruine bakbeesten van toestellen die alleen maar gemaakt leken te worden door fabrikanten met namen als Telefunken, Blaupunkt en Grundig.

 

Deze apparaten hadden slechts zes zenderknoppen, voor de ontvangst van Nederland 1, Nederland 2, ARD, ZDF, BRT en al naar gelang de voorkeur van taal WDR of RTBF. Meer was er niet en niemand miste iets. Bovendien gebeurde er tot een uur of zeven 's avonds helemaal niets op het beeldscherm. Ja, een testbeeld was er misschien te zien, met een hinderlijke pieptoon of het radioprogramma als geluid. Maar daar hoefde je dat ding niet voor aan te zetten. Toen jaren later, tijdens de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles Koos Postema en Harmen Siezen 'ontbijttelevisie' introduceerden was dat niet alleen revolutionair, het was voor velen ook een 'verderfelijk fenomeen'. Straks kregen we hier nog meer van die Amerikaanse toestanden, zoals tv-programma's die om de haverklap worden onderbroken door reclame. Of erger nog: reclame op zondag..!

Na een korte overgangsperiode met de handige tiptoetsen van Philips, was-ie er dan ineens: de afstandsbediening. Voordat het de oorzaak bleek van diverse vormen van huiselijk geweld werd het ding nog aangeprezen als het summum van de moderne vooruitgang. Mijn oma zag zoals aangegeven de bui echter al vroeg hangen: 'Als we al te moe zijn geworden om even op te staan, naar dat ellendige ding te lopen en op een knop te duwen is de mensheid diep gezonken' mompelde zij vanuit haar stoel.

Het was, zoals we anno 2017 weten, slechts het begin. Als we tegenwoordig de tv zachter willen zetten ('langzamer' zeggen ze nog steeds in sommige Limburgse gezinnen) moet je goed uitkijken. Voor je het weet zet je de garagepoort open of begint buiten een installatie je gazon te sproeien. Het 'Huis van de Toekomst' van wijlen Chriet Titulaer  - ook al een jeugdheld - is nu al verworden tot een soort prehistorisch museum. En het gaat maar door...

Zo las ik laatst in een echte krant (niet die van schreeuwend Nederland dus), een papieren exemplaar bovendien, dat zo'n 1500 gekken in Zweden al een chip onder de huid hebben laten implanteren. Ongeveer honderd van hen gaan meedoen aan een experiment in het openbaar vervoer. Je steekt je hand op, de treinconducteur raakt die even aan met zijn smartphone en 'bliep', je bent ingecheckt.

Een enorme vooruitgang, zo noemde een woordvoerder van het Zweedse ov-bedrijf SJ het. Stel je ook eens voor zeg: op dit moment moeten die arme Zweedse reizigers zonder elektronica in hun lijf zélf een kaartje uitprinten, opvouwen en in hun zak steken. En als dan de conducteur komt moeten ze het papiertje weer opdiepen, helemaal uitvouwen en ook nog omhoog  houden, zodat de toch al oververmoeide spoormedewerker de QR-code kan scannen. Dan kan toch niet meer in deze tijd? 'Dit kost ook de conducteur geen extra inspanningen' zei de woordvoerder. Het stond er écht...

Ik raakte dan ook bijna in blinde paniek, toen ik van de week noodgedwongen voor het eerst sinds mensenheugenis weer eens de bus moest nemen van Roermond naar Heythuysen en er te weinig tegoed op mijn chipkaart bleek te staan. Die was dan ook een jaar of drie geleden voor het laatst gebruikt, besefte ik te laat. Voor mijn gevoel stond ik voor baviaan voor een hele bus vol puisterige jongeren, die natuurlijk ook al allemaal voorzien waren van een geïmplanteerde chip onder hun te vette huid. Ik had me al excuserend omgedraaid om zo snel mogelijk de 'Limburg Liner', zoals je een bus tegenwoordig schijnt te moeten noemen, te verlaten maar werd op mijn vlucht tegengehouden door de chauffeur. 'U kunt ook een papieren kaartje kopen hoor!'

Ik wist niet wat ik hoorde. 'U maakt vast een grapje', probeerde ik nog. 'Zo meteen gaat u me zeker ook nog vertellen dat ik met écht geld kan betalen, hahaha! Dat is een goeie zeg...'
'Ja hoor, dat kan ook' klonk het tot mijn totale verbijstering echter vanachter het stuur. 'Dat wil zeggen, tot januari nog. Daarna niet meer...'

Ik was zo confuus dat ik zwijgend 4,80 euro neertelde en doorliep. De overige reizigers keken me wel een beetje vreemd aan, maar dat nam ik graag op de koop van het kaartje toe. Deze keer was ik heel erg blij, dat in Limburg het leven inderdaad soms wat langzamer gaat. En dat zonder afstandsbediening.
 

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.