ColumnsBen Ubachs

Mannenschoon

Haelen

Lieve dames. Waar in de regel dit kleurrijke maandblad jullie op de hoogte houdt van regionale ditjes en datjes en uitgediepte verhalen brengt over prijzenswaardige initiatieven in het midden Limburgse, wil ik speciaal

voor jullie een pikant zijsprongetje naar ‘mannenschoon’ maken.

Uiteindelijk vormen jullie zo ongeveer de helft van het lezersbestand en dat geeft toch zekere rechten. Deze column gaat een onderwerp aansnijden dat jullie ongetwijfeld heftig zal beroeren, het hart sneller laat kloppen en de bloeddruk naar recordhoogte jaagt. ‘Hallo’ zoekt deze ene keer de rand van het betamelijke op, steekt glossy’s als LINDA, Cosmopolitan en Glamour naar de kroon en tovert beslist rode blossen op gloeiende vrouwenwangen.

Hoewel het lezen van dit stukje een bepaald risico met zich meebrengt en zelfs kan leiden tot een vorm van relationele spanning, wil ik benadrukken dat het geenszins de bedoeling is te stoken in een gelukkig huwelijk.

Allesbehalve! Het is juist de opzet dat jullie je na kennisname van dit zinnenprikkelend epistel vol overgave en met hernieuwde hartstocht zullen storten in de armen van je eigen Harrie, Huib of Henk. Het is mijn vurige wens dat vanaf nu een nieuwe, koortsige tijd aanbreekt, dat stramme ledematen als vanouds natuurlijke souplesse krijgen en dat de haardos gaat geuren en glanzen als in jonge jaren.  Wie van de lezeressen aan ‘Vijftig tinten grijs’ niet genoeg had, mag zich nu gaan verlustigen aan de eenenvijftigste. En wie van hen snel is gechoqueerd of last heeft van een klein hartje, wordt geadviseerd direct af te haken. Anders lijdt de relatie eronder, en dat is nu net niet de bedoeling.

De seksen dienen immers nader tot elkaar te worden gebracht.

 

Het begrip ‘mannenschoon’ behoeft enige toelichting voordat verkeerde conclusies worden getrokken. Zelf hadden jullie natuurlijk al lang in de gaten dat ‘mannenschoon’ helemaal niets te maken heeft met begeerlijke en aantrekkelijke mannen met hoekige kaaklijnen en zonder het uitstulpend buikje waarmee uw privé Adonis paradeert. U wist meteen dat hier de manier waarop mannen schoonmaken in beeld zou komen. Schijnbaar is bij het uitoefenen van zijn huishoudelijke taken de uiterste graad van perfectie nog niet in zicht.

Bij het stofzuigen wordt hier en daar een hoekje gemist, onder het tapijt vegen is een typisch mannelijk trekje, en ook is manlief een meester in dweilen met de kraan open. Wanneer de man vervolgens het lef heeft zijn geklungel te voorzien van het label ‘schoon’ leidt dit geheid tot een verschil van inzicht met het thuisfront.

‘Vrouwenschoon’ en ‘mannenschoon’ zijn dus wezenlijk andere begrippen.

Dat is al eeuwenlang een universeel verschijnsel. Niks nieuws onder de zon. Dit begripsonderscheid openbaarde zich kortgeleden voor mijn ogen in volle glorie.

 

Jef, een oudere, veelzijdige bouwvakker met een welverdiend pensioen in zicht, werkte in ons nieuwe appartement nog enkele klusjes weg. We waren erg in onze nopjes met zijn arbeid, want goede bouwvakkers liggen -zo was ons eerder gebleken- niet voor het oprapen. Toen Jef het laatste karweitje erop had zitten, vroeg hij om een emmer lauw water met zeepsopje. Hij wilde een raamkozijn schoon maken waaraan hij zijn beste krachten had gegeven.

De ijverige Jef boende en wreef het kozijn naar zo’n ultieme schoonheid dat hijzelf glom van het resultaat. “Zo, dit is nu wat wij ‘mannenschoon’ noemen, beter kan eigenlijk niet”. Hij was zichtbaar trots en knipoogde schalks naar me. R. complimenteerde hem uitvoerig voor zijn schoonmaakkunsten en tevreden trakteerde zij Jef op koffie en een stuk rijstevlaai. Direct nadat Jef de voordeur achter zich had dichtgetrokken gaf R. het raamkozijn een fris nieuw sopje.

In de spiegelende ruit zag ik de geboorte van de overtreffende trap van ‘mannenschoon’.

 

 

 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.