Binnen een paar dagen tijd werden in deze regio bijna 35.000 kippen gedood door twee stalbranden. Naast het persoonlijke drama voor de veehouders en natuurlijk het verschrikkelijke verlies van zo veel dierenlevens, was er nog iets wat mijn aandacht trok.
Aanleiding waren de bijeenkomsten die de actiegroep Burning Souls organiseerde in Nederweert en Heythuysen. Die waren, naast het respect betuigen aan omgekomen levende zielen, er vooral op gericht om aandacht te vragen voor de brandveiligheid. En dus niet 'tegen de boeren', zo werd benadrukt door een woordvoerster.
Toch proefde je de tweespalt in de reacties, uiteraard vooral weer op de 'sociale media'. Grofweg waren er twee kampen te onderscheiden. Enerzijds waren er mensen die zelfs boos werden wanneer de term asbest viel, omdat ze het het lot van de dieren véél erger vonden dan het potentiële gevaar voor mensen door giftige stoffen in de lucht. Anderzijds waren er geluiden te horen dat het allemaal sterk overdreven werd. In de meest extreme uitingen klonk door dat 'die beesten dan maar geen kip hadden moeten worden'.
Het heeft denk ik weinig zin om tegen de laatstgenoemde vormen van groot vernuft in te gaan met argumenten, zoals dat alle levensvormen deel uitmaken van een wereldwijd ecosysteem en dat je er alleen al daarom enig respect voor zou kunnen opbrengen, want dat lijkt me – excuseer de uitdrukking – paarlen voor de zwijnen.
Maar er viel me nog iets op. Niet voor het eerst trouwens en niet alleen uit eigen ervaring, maar ik vergeet het nog wel eens: deze regio heeft hoegenaamd niets met protesteren. Dat is iets van 'daobaove', zo lijkt men te vinden. Toegegeven: de genoemde actiegroep gaf in diverse opzichten aanleiding om ook alle andere clichés omtrent protestvoerders uit de kast te halen. De megafoons, de hoodies, de tattoos; ze horen erbij als een stropdas bij een bankbediende. En daarmee ook het jaren zestig commentaar van de lokale bevolking online: 'Det ze mer gaon wirke...' De roep om mariniers die het Leudalplein kwamen 'schoonvegen' kon nog net onderdrukt worden.
Zitten we hier dan nog steeds in een gebied waar gezagsgetrouwe burgers hun afschuw over inmiddels kortharig 'werkschuw tuig' niet onder stoelen of banken steken? Ik mag toch hopen van niet. Nee, volgens mij gaat het er om dat 'wij ons' nog steeds ongemakkelijk voelen wanneer mensen rechtuit zeggen wat ze denken. Sterker nog, het wordt vaak als bedreigend ervaren. Terwijl dat volgens mij helemaal niet nodig is. Ik heb er eigenlijk zelfs veel meer respect voor dan voor lieden die – liefst anoniem – achter een beeldscherm allerlei teksten de ruimte in te slingeren, maar hun mond niet open doen als je ze recht aankijkt. Zolang het respect maar wederzijds blijkt en je dus ook open blijft staan voor andere opvattingen.
Over de ruimte gesproken: ik heb de afgelopen weken geboeid zitten kijken naar de documentaireserie 'One strange rock', op National Geographic. Die is om meerdere redenen betoverend te noemen en overigens ook terug te vinden op Internet. In de serie komen ruimtevaarders aan het woord, die vertellen over de bijna religieuze ervaring om onze prachtige blauwe parel vanuit het heelal te zien. Grenzen zie je daarboven niet, conflicten ook niet. Wel de kwetsbaarheid van de aarde. En al die astronauten beseften – meer dan wie dan ook – de waanzin van de wijze waarop wij soms met elkaar, maar ook met al het andere leven op aarde omgaan.
Soms zou ik willen dat we elkaar echt de ruimte konden geven, door ieder mens een retourtje om de planeet cadeau te doen...