Rups

Laatst las ik het trieste verhaal over hoe kermislieden in een kleine kern binnen deze regio, voortijdig hun boeltje hadden gepakt en wegens een totaal gebrek aan belangstelling hun pijpen gedesillusioneerd aan Maarten hadden overhandigd.

Terwijl ik zelf over het plein in een iets grotere kern liep, constateerde ik dat het daar niet veel beter gesteld was. Ik had te doen met die mensen, wetende dat ze keihard hun best doen om er nog iets van te maken. Maar het gaf mij toch vooral het gevoel van een gevecht tegen de bierkaai.

Waar de kermis in vroeger dagen misschien wel het enige vertier bood in de boerendorpen, wat derhalve hele volksverplaatsingen tot gevolg had, heeft de jeugd van vandaag vaak op tienjarige leeftijd al alle pretparken van Europa gezien. Dat je het dan niet meer red met vijf kraampjes en een 'mini-kerresel' lijkt me in dat licht bezien niet eens verrassend. Maar er is meer aan de hand, geloof ik.

We lijken gewoon niet meer te vermaken door eender wat. Of we verwend zijn of gewoon verslaafd, laat ik dan nog maar even in het midden. Maar het trof me laatst weer eens hoe een groep jongeren, tijdens een hartstikke leuk concert in een feesttent, met de de rug naar de uitvoerende artiesten ging staan. Ze werden daartoe ook - niet erg slim - gefaciliteerd middels statafels vlak voor het podium, maar toch. Nadat de I-phones tevoorschijn waren getoverd, begon het gezelschap er met verveelde gezichten op los te 'aaien'. Naast dat het nogal onbeschoft was ten aanzien van de mensen die zich uit de naad stonden te spelen, vroeg ik me vooral af wat ze eigenlijk kwamen doen. En of dat niet ergens anders kon.

'Ha', hoor ik u nu denken, 'dan was het misschien toch niet zo'n goede band!' Gelooft u mij: het maakt heus niet uit wie er staat te musiceren. Ik heb het fenomeen mogen aanschouwen bij de grootste topacts. En het zijn écht niet alleen jeugdigen die zich misdragen. Bij concerten waarvoor soms toch behoorlijke bedragen worden neergeteld staan mensen tijdens de meest gevoelige of intieme nummers, in plaats van te luisteren, ook regelmatig gezellig de week met elkaar door te nemen. Meestal net voor, achter of naast jou. En wee je gebeente als je er iets van zegt!

Bovendien krijgt de helft van het publiek van het gebeuren niets mee omdat het podium aan hun zicht ontnomen wordt door een woud van omhooggehouden telefoons en tablets. Die andere helft ziet het concert dus hooguit thuis op de laptop pas voor het eerst goed, wat veel prijs geeft over het hoofdmotief waarom we allerlei gebeurtenissen op die manier vastleggen. Niet omdat we het mooi vonden en daarom willen delen, niet omdat we het voor ons zelf willen bewaren om later nog eens te herbeleven.

De ware drijfveer werd me voor het eerst duidelijk bij de meest trieste verschijningsvorm van het fenomeen die ik ooit zag: tijdens de terugkeer in Nederland van de stoffelijke resten van de MH-17 slachtoffers. Terwijl de lange stoet rouwwagens over de wegen trok, leek het soms wel alsof mensen zich letterlijk naar voren vochten. Ik kon het nauwelijks geloven, maar ja hoor, daar had je de telefoons weer! Geen gebed, geen deemoedig gebogen hoofd, de pet bleef op en de arm ging gestrekt de lucht in, het toestel stevig vastgeklemd. Miljoenen Nederlanders konden live op tv al zien wat er gebeurde. Welk ander doel moest dit gedrag dan ook dienen dan de 'vrienden', de 'connecties' en de andere instagrammers te laten zien dat 'jij erbij was'. Met andere woorden: het maakt geen barst meer uit of iets boeiend, opwindend, fascinerend, gruwelijk of intens droevig is, zo lang het ego maar gestreeld kan worden. Want jij stond er naast, die ander niet...

Het was zo'n beetje wat er door me heen ging terwijl ik op dat plein stond te staren naar bijna lege attracties. Een rups zag ik niet eens. Als vroeger, toen ik klein was, het zeil over de karretjes weer omhoog ging leek het wel alsof niet alleen ik getransformeerd was, maar ook alsof de wereld om me heen een verandering had ondergaan. Misschien was die zelfs wel een klein beetje mooier geworden.

Ik denk dat ik de rups straks het meeste ga missen...
 

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.