We weten allemaal dat één van de voorwaarden voor een democratische samenleving een volledige persvrijheid is. Daarom is die vrijheid in Nederland ook verankerd in de grondwet en dat is een groot goed.
Met beknotting door censuur vanuit de overheid, hebben we in een maatschappij zoals de onze doorgaans dan ook niet veel te maken. Een veel grotere bedreiging vormt het feit dat er ook (veel) geld verdiend moet worden, wat nogal eens ten koste van verdieping of nuance kan gaan. Ik zie dat op alle niveaus in toenemende mate gebeuren, ik heb het daar op deze plek al eens eerder over gehad. In de strijd om de gunst van de kijker, luisteraar en lezer mag het vooral niet te ingewikkeld, te lang of te weloverwogen zijn.
Hijgerige koppen als 'Het laatste nieuws over de scheiding van Rafael van der Vaart' waren vroeger alleen voorbehouden aan erkende pamfletten als Story of Telegraaf, waarbij – na nadere bestudering van het artikel – pas helemaal op het einde de sleutelzin volgde waaruit bleek dat de voetballer zijn haar anders kamde. Anno 2016 lijkt bijna geen enkel zichzelf respecterend dagblad zonder een pagina 'shownieuws' te kunnen bestaan en is 'Boulevard' onder brede lagen van de bevolking heel wat populairder dan het acht uur journaal, zonder te willen beweren dat geld daar géén rol speelt. Een niet onaanzienlijk deel van het publiek blijkt bovendien berichten voor waar én belangwekkend aan te nemen, omdat het 'op de Feesboek' heeft gestaan.
Anderzijds kun je natuurlijk niet altijd maar de brenger van de boodschap de schuld geven. Op regionaal niveau, waar ontwikkelingen vaak nu eenmaal wat langzamer gaan, gebeurd dat nog regelmatig omdat men blijkbaar nog niet helemaal gewend is aan de kracht van (social) media. Of je in, bijvoorbeeld, Leudal nu een campinghouder of bestuurder van een gemeenschapshuis bent: de gemeenschap signaleert, communiceert en becommentarieert je acties razendsnel via die kanalen. Tot voor kort hadden zelfs lokale politici vaak niet eens in de gaten dat een leugen in een live uitgezonden raadsvergadering, anderhalve minuut later op Twitter al kan worden ontkracht.
Niettemin ben ik blij dat het als een 'follow-up' gepresenteerde non-nieuws rondom Scholengemeenschap Sint Ursula in Horn, door het publiek op social media grotendeels ontmaskerd werd voor wat het was. Zelfs nadat het OM bekend had gemaakt dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd bleef het maar doorgaan, zodat 'Penisgate' weer eens kon worden opgerakeld. Drank- en drugsgebruik werd eerder al als wereldschokkend gebracht terwijl ik, hoe verontrustend dat voor sommige ouders ook mag zijn, gerust de stelling aandurf dat er geen enkele middelbare school in heel Nederland is waar dit niet in meer of mindere mate speelt. Ik denk dat toen het lagere aantal aanmeldingen op Ursula werd gepresenteerd als het gevolg van de door de krant zelf gecreëerde soap, in plaats van als een breed bekende demografische ontwikkeling genaamd bevolkingskrimp, dit het dagblad best wat abonnees in de regio zal hebben gekost. En dat is niet erg. Misschien heeft het wel tot het besef geleid dat zelfkritiek ook onder een controlerende functie valt.