ColumnsJohn Hölsgens

In vogelvlucht

Het centrum van Heythuysen is tegenwoordig één grote parkeerplaats en daarmee een soort voetgangersvrije zone geworden. Erg handig, dus besloot ik op doortocht in Leudal daar mijn boodschappen maar te doen. In de stad kun je een auto immers nauwelijks nog kwijt.

Toen ik op de parkeerplaats van de plaatselijke supermarkt uit de wagen stapte schrok ik mij echter een hoedje. Ik werd namelijk bijna  – met spreekwoordelijk hoedje en al – onthoofd door een luid zoemend object dat rakelings over me heen vloog. Een stel opgeschoten jongeren had besloten deze locatie om te dopen tot luchthaven voor hun drone.

Tijden veranderen. Stonden vroeger nog alle vier de linkse activisten van deze gemeente te protesteren tegen een helihaven aan de rand van het dorp, nu keek verder niemand op of om naar dit staaltje luchtacrobatiek boven een druk bevolkt winkelcentrum.

 

Mocht u niet weten waarover ik het heb: een drone is een op afstand bestuurd onbemand luchtvaartuig, waarbij de piloot zich vlakbij kan bevinden maar net zo goed op duizenden kilometers afstand. Nu is het met alle technologische ontwikkelingen natuurlijk zo, dat deze ten kwade of ten goede kunnen worden aangewend. Zo worden drones door het leger gebruikt om op afstand hele volksstammen af te slachten zonder dat de piloot zich zorgen hoeft te maken over zijn eigen hachje, maar kunnen de vliegende robots net zo goed ingezet worden voor levensreddende operaties bij de één of andere ramp.

Niemand schijnt daarom op dit moment goed te weten wat we wettelijk aanmoeten met die apparaten. Maar hang er een camera aan – wat veelvuldig gebeurd –  en je kunt alle privacy in ieder geval wel vergeten. In Nederland mogen officieel alle civiele autoriteiten, zoals hoofdofficieren van Justitie en burgemeesters, zonder rechterlijke toetsing militaire drones inzetten. In 2013 werd bekend dat door ordediensten soms weken achtereen met cameradrones boven woonwijken werd gevlogen, zonder dat burgers dit wisten.

En nu krijgen nauwelijks volwassenen die toestellen dus blijkbaar massaal voor Sinterklaas, in wie ze voor de gelegenheid best willen geloven, in hun schoen gemikt. Valt het u overigens op dat het vaak mannen zijn, die wat lang in hun puberteit blijven hangen? Ze blijven daarom ook nog graag met vuurwerk spelen of een camouflagepak aantrekken om op de heide op weerloze konijntjes te gaan schieten, nadat ze de dertig al ruimschoots gepasseerd zijn. Voor hen zijn drones dan ook het summum. Ze organiseren zelfs heuse droneraces in verlaten fabrieksgebouwen.

Ze doen hun best maar zolang ik er geen last van heb, maar dan wel zonder mij. Want hoewel ook ik me heerlijk kinderachtig kan gedragen  – vraag dat maar aan mijn vriendin – beperkt zich dat tot het vredelievend vervolmaken van een kleurplaat. Mocht ik echter binnenkort weer eens zo'n drone boven mijn tuin ontwaren, dan bel ik toch even bij mijn jagende buurman aan. Die piloot voelt er toch niks van...

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.