VerhalenJan Kessels

HALLO HISTORIE: Koninklijk bezoek aan de stuw van Linne

Linne / Midden-Limburg

Een koninklijke bezoek is altijd bijzonder, zeker zo’n honderd jaar geleden toen een koninklijk bezoek aan Limburg nog een echte zeldzaamheid was. Er moest al iets bijzonders aan de hand zijn wilde een lid van de koninklijke familie naar het zuiden afzakken. In dat licht bezien mag het bezoek van de gehele koninklijke familie, koningin Wilhelmina, prins Hendrik en de jonge prinses Juliana op dinsdag 20 oktober 1925 aan Linne wel zeer bijzonder heten. En ze kwamen niet voor één dagje naar Limburg, ze maakten er gelijk een complete midweek van al zal die term destijds niet zo bekend hebben geklonken als tegenwoordig. Aanleiding voor het koninklijk bezoek was de officiële ingebruikstelling van de stuw van Linne. De stuw in combinatie met het sluiscomplex op Osen was het eerste grote waterwerk in de Maaskanalisatie dat klaar was voor gebruik. Volgend jaar op 20 oktober 2025 is het precies honderd jaar geleden dat de koninklijke familie de stuw van Linne officieel in werking stelde.

In het dagblad De Nieuwe Koerier van donderdag 22 oktober 1925 kunnen we lezen dat rond 13.00 uur de koninklijke trein stopte bij het station van Linne om vandaar het laatste stuk naar de stuw per auto af te leggen. Het spreekt voor zich dat de inwoners van Linne zich van hun beste kant lieten zien. Vanaf de stopplaats tot ver buiten de bebouwde kom waren de straten uitbundig versierd oranje guirlandes en erebogen. Ondanks de neer gutsende regen waren honderden mensen op het koninklijk bezoek afgekomen om de koninklijke familie toe te juichen, maar vooral ook om ze een keer in levende lijve te zien. Minister van Waterstaat mr. Max Bongaerts, gouverneur Baron van Hövell tot Westerflier, burgemeester Geldrop van Linne en een aantal functionarissen van Rijkswaterstaat vormden het ontvangstcomité bij de stuw. Bij aankomst van het koninklijk gezelschap inspecteerde Hare Koninklijke Hoogheid koningin Wilhelmina de erewacht van het Landstormcorps Limburgsche Jagers gevormd door vrijwilligers uit Midden Limburgs dorpen rond Linne. Na een muzikaal welkom door Harmonie Lentekrans Linne en door de Linner schooljeugd was het moment aangebroken om de nieuwe stuw officieel in gebruik te nemen. Daarvoor onthulde koningin Wilhelmina een plaquette, bevestigd tegen de oostelijke stuwpeiler en werden honderden duiven losgelaten zo meldt de Nieuwe Koerier van 22 oktober 1925. Komend te voet of per fiets van Linne over de fietsbrug richting Osen is de gedenkplaat tegen de peiler duidelijk te zien. 

Het bezoek aan de stuw nam zo’n drie kwartier in beslag waarna het koninklijk gezelschap koers zette richting Roermond waar hen andermaal een huldiging wachtte. 

 

De stuw en het sluiscomplex van Linne maken deel uit van een groter waterbouwkundig project waarvoor zelfs het in verval geraakte kasteel Osen en de bijbehorende leenhoeve moesten wijken. Op 12 juni 1915 tekende minister Lely van Waterstaat het besluit tot kanalisatie van de Maas beneden Maasbracht en in 1918 startte de bouw van de stuw van Linne en de daarbij behorende sluis. Vóór de kanalisatie was de Maas vaak een zorgenkind. Door overstromingen in de winter en lage waterstanden in de zomer was de Maas vaak niet of nauwelijks bevaarbaar. 

 

Met name de mijnen speelden een grote rol bij het besluit tot kanalisatie van de Maas. Tussen 1913 en 1915 verdrievoudigde de opbrengst van de Limburgse mijnen. Vervoer per trein liep met een maximale capaciteit van 18 miljoen ton tegen z’n plafond. Een bevaarbare Maas zou dit capaciteitsprobleem in één klap oplossen. De sluis in Linne bekortte bovendien de vaarweg, doordat de grote bocht van de rivier, de Lus van Linne, afgesneden werd. 

 

De Maas vormt tussen Maastricht en Maasbracht voor een groot deel de grens tussen Nederland en België. In eerste aanleg was de kanalisatie van de Maas bedoeld als een gezamenlijk project van België en Nederland om de Maas door kanalisatie geschikt te maken voor grotere vrachtschepen. Daartoe werd in 1906 de ‘Nederlandsch-Belgische Commissie tot onderzoek van de kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas’ ingesteld. Deze commissie presenteerde in 1912 een plan voor de Maaskanalisatie door tussen Visé en Boxmeer door veertien stuwen te bouwen met bijbehorende schutsluizen.  

Tot uitvoering van dat plan kwam het voorlopig niet omdat in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak waarbij ook België betrokken raakte. Nederland bleef zoals bekend neutraal. 

 

In 1919 werden de overleggen met België over de kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas weer opgestart maar door onvoldoende voortgang in de onderhandelingen vanuit Belgische kant besloot Nederland in 1921 af te zien van kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas en in plaats daarvan het Julianakanaal te graven tussen Maasbracht en Maastricht. 

Bij haar bezoek aan Limburg in oktober 1925 nam de 16 jarige prinses Juliana de gelegenheid te baat om op 22 oktober 1925 bij Limmel symbolisch de eerste spade in de grond te steken als start voor het naar haar genoemde nieuwe kanaal. 

 

Komend jaar 2025 is het dus precies een eeuw geleden dat de stuw en het sluiscomplex tussen Osen en Linne officieel in gebruik is gesteld. In 2018 is ‘Stichting Stuw Linne 100 Jaar’ in het leven geroepen om van dit eeuwfeest een groot lokaal, regionaal en Euregionaal evenement te maken met onder meer het spektakelstuk ‘De Vlook van Osen’, geschreven door Frits Criens en de uitgave van een boek over de geschiedenis van Linne en de Stuw en Sluis. De festiviteiten rond dit eeuwfeest staan gepland voor medio september 1925. 

Voor dit mega-event is de Stichting Stuw Linne 100 Jaar nog op zoek naar vrijwilligers, zowel figuranten voor het spektakelstuk als voor medewerkers bij de organisatie. 

Meer informatie en de mogelijkheid tot aanmelden is te vinden op de website www.stuwlinne100jaar.nl.