VerhalenPieter Knippenberg

“Het is de inspanning dik en dubbel waard geweest” Theo Fokkema en Patrick Snijders blikken terug op hun Tour for Life

In 2020 gooide de coronapandemie nog roet in het eten, maar afgelopen september hebben Theo Fokkema (60) en Patrick Snijders (46) eindelijk de Tour for Life mogen fietsen. Absoluut geen tocht voor beginners, want je moest in acht dagen tijd op een racefiets 1300 kilometer afleggen van het Italiaanse Bardonecchia naar het Limburgse Valkenburg, waar op de Cauberg de finish plaatsvond. De tocht telde maar liefst 19.000 hoogtemeters.

De beide deelnemers uit Leudal kijken met veel voldoening op de Tour for Life terug, waarvan de opbrengst voor wetenschappelijk onderzoek naar immuuntherapie voor kankerpatiënten bestemd is.   

 

Twee uitdagingen voor het goede doel

Nederland kent een rijke traditie als het gaat om ‘goeddoen’. Heel veel Nederlanders zetten zich vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid in voor goede doelen door het geven van tijd, geld en goederen voor uiteenlopende terreinen als gezondheid, kerk, welzijn, cultuur, natuur, sport, onderwijs, dieren en internationale hulp. In 2019, het jaar vóór de corona uitbraak, werd er in Nederland ruim 3 miljard euro voor ‘het goede doel’ opgehaald.

Theo Fokkema uit Heythuysen en Patrick Snijders uit Roggel gingen voor het goede doel maar liefst twee uitdagingen aan.

Ze dienden een flinke smak geld binnen te halen om te mogen starten in de Tour for Life en daarna moesten ze een sportieve prestatie van formaat leveren door de Tour for Life te fietsen.

     

“’s Nachts voedingsrepen om de honger te stillen”

“Ik denk er nog dagelijks met veel plezier aan terug,” zegt Patrick Snijders. “Natuurlijk was de Tour for Life voor ons een sportieve uitdaging, maar door je deelname kon je ook iets voor anderen betekenen. Het was een evenement waar je qua voorbereiding best lang mee bezig was geweest en je had de teleurstelling te verwerken dat de tocht in 2020 niet verreden kon worden. Toen de Tour for Life dit jaar toch door mocht gaan waren we er klaar voor! Een compliment trouwens voor de organisatie. De tocht was werkelijk perfect georganiseerd.”

Theo Fokkema en Patrick Snijders hebben de tocht niet als extreem zwaar ervaren. Beide mannen, goedgetraind en met ‘veel kilometers in de benen’ zoals dat in het wielerjargon heet, hebben de 1300 kilometer zonder veel problemen afgelegd en ze wisten iedere dag ruim op tijd te finishen zodat er ook voldoende rust genomen kon worden. Theo Fokkema: “Na een uitgebreid ontbijt startte ik gewoonlijk rond half acht ’s morgens en meestal arriveerde ik rond een uur of vier bij de finishplaats. We kregen een royaal lunchpakket mee en tijdens iedere etappe waren er twee verzorgingsposten ingericht waar je kon pauzeren en iets kon gebruiken. We reden gemiddeld zo’n 165 kilometer per dag.

Mijn grootste probleem was naast een pijnlijk zitvlak de honger en dan met name ’s nachts. Ik kon er soms niet van slapen en heb zelfs ’s nachts voedingsrepen gegeten om de honger te stillen.

Je verbruikt per etappe al gauw 4000 calorieën en om dat aan te vullen moet je heel wat eten.” Patrick Snijders heeft van honger niet echt last gehad, zegt hij, maar toen hij na de Tour for Life thuis zijn gewicht controleerde, bleek hij toch ruim vier kilo te zijn afgevallen. Dat tekent toch wel de geleverde lichamelijke inspanning van de boomlange wielrenner uit Roggel.

“Ik krijg nog altijd kippenvel wanneer ik dit vertel”

Mentaal kregen de beide Leudalse deelnemers wel heel wat voor de kiezen: verhalen die indruk maakten en waarvan Patrick Snijders nog steeds emotioneel wordt wanneer hij erover vertelt. Patrick Snijders: “Iedere avond hadden we een samenkomst waar de etappe van de dag geëvalueerd werd en we een briefing kregen over wat ons de volgende dag stond te wachten. We noemden dat à la het Tour de France programma ‘de avondetappe’. Daarna bleef je vaak nog wat napraten met andere deelnemers.

Iedereen heeft zo zijn reden om aan deze tocht mee te doen. Een man vertelde mij dat hij in 2020 de tocht met twee dames zou gaan fietsen. Die tocht ging niet door. Hij was nu aanwezig met één mevrouw. De afwezige was zijn eigen echtgenote die inmiddels dood en begraven was. Zo’n verhaal raakt mij enorm en ik voel de emotie nog steeds als ik dit vertel.” Ook Theo Fokkema heeft dergelijke aangrijpende verhalen tijdens de Tour for Life gehoord en vertelt over een deelnemer die zich voor de tocht van 2020 met een vriend had aangemeld. Ze waren goed getraind en in goede conditie. De tocht wordt echter geannuleerd. Out of the blue krijgt zijn vriend de diagnose kanker en overlijdt. Zijn weduwe vraagt Theo’s gesprekspartner een aandenken mee te nemen, zodat zijn maat toch bij hem is terwijl hij toch de Tour for Life rijdt. Zij geeft hem een busje met as dat hij uitstrooit op de Col de Madeleine. Theo: ”Ik krijg nog altijd kippenvel wanneer ik aan zijn verhaal denk.”

De deelnemers aan de Tour for Life koersten door Italië, Frankrijk en België om uiteindelijk in Nederland te eindigen. Theo Fokkema: “Het was sportief gezien een schitterende tocht door een fascinerende omgeving. We fietsten bijvoorbeeld over de uit de Tour de France bekende Col de la Madeleine, 1993 meter hoog. Een schitterend berglandschap, dat was puur genieten. Patrick en ik zijn de tocht gelukkig ongeschonden doorgekomen. Maar dat geldt niet voor iedereen want er zijn ook fikse valpartijen geweest.” “Wij hebben de tocht individueel en niet in een groep gereden,” vult Patrick aan. “Dat was wel zo veilig”.

“Petje af voor de vele vrijwilligers”

De deelnemers aan de Tour for life brachten de nacht door op campings in kleine tentjes. Die werden iedere morgen afgebroken door een groot team vrijwilligers en laat in de middag weer opgezet op de finishplaats van die dag. Theo Fokkema: “De coronaregels werden in het buitenland en met name in Italië streng nageleefd en we hebben meegemaakt dat zelfs gendarmes kwamen controleren of alles volgens de richtlijnen verliep.”

Een groot evenement als de Tour for life waar al gauw 250 renners aan meedoen, is alleen mogelijk wanneer er voldoende mensen zijn die de organisatie als vrijwilliger ondersteunen. Patrick Snijders: Dat waren echt toppers, petje af voor deze mensen. Zij zorgden ervoor dat wij deze tocht konden rijden. Ze bouwden iedere middag het tentenkamp op en braken het na ons vertrek ‘s morgens weer af. Ze vervoerden alles inclusief onze bagage naar de volgende overnachtingsplek. Ze verzorgden alle maaltijden en regelden de medische verzorging. Zelfs in de ambulance die meereed zaten vrijwilligers.

Die vrijwilligers deden dit vaak om dezelfde reden als wij. Ook zij hadden in hun omgeving met kanker te maken gehad. Er waren er zelfs bij die net als de renners een flink sponsorbedrag meebrachten. In een woord geweldig! Er was zelfs een vrijwilliger die 18.000 euro inbracht. Onze gezamenlijke inzet heeft uiteindelijk het mooie bedrag van 1.200.000 euro opgebracht. Iedere deelnemer moest minimaal 2500,00 euro inbrengen. Daarnaast had je nog behoorlijk wat eigen kosten want je reis naar Italië en je verblijfskosten en dergelijke moesten natuurlijk ook betaald worden.” Theo Fokkema: “Ik heb door allerlei acties en door sponsoring zo’n 5000 euro opgehaald en Patrick zelfs meer dan 7.500. Ik schreef ieder avond een kort verslag van de etappe op Facebook en dat leverde zelfs tijdens de tocht nog 500 euro op.”

 

Wat was het mooiste moment voor jullie van deze Tour for Life?

Over die vraag hoeven Theo en Patrick niet lang over na te denken. Vanwege de coronabeperkingen was er maar weinig publiek toegestaan bij de finish, maar het zien van hun eigen familieleden na acht enerverende koersdagen was geweldig. Terugkijkend op hun deelname aan de Tour for Life constateren ze eensgezind dat het de inspanning dik en dubbel waard is geweest.

 

Staan jullie daarom in 2022 weer aan de start?

Patrick Snijders: “Die vraag is mij al vaker gesteld. Mijn eerste reactie was ontkennend. Deze editie was zo perfect. Alles klopte, de organisatie was 100% en zelfs het weer was schitterend. Dat kan eigenlijk niet overtroffen worden. Om nu weer iedereen te gaan benaderen om geld te doneren, is ook iets dat mij wel wat tegenstaat. Maar ik sluit het ook weer niet uit dat ik nog een keer mee doe.

Komend jaar in ieder geval zeker niet.” Voor Theo Fokkema is het duidelijk; het blijft bij deze ene keer. Opnieuw veel nachtjes in een klein tentje doorbrengen, ziet hij voor zichzelf niet meer zo zitten. Mogelijk ziet hij zich een keer als vrijwilliger meegaan, want de belangeloze inzet van deze gedreven mensen heeft veel indruk op hem gemaakt.