Vijf jaar geleden bezocht HALLO Magazine voor het eerst de Kledingbank Limburg, gevestigd aan de Sint Joosterweg in Maasbracht. Het vijftienjarig bestaan van de organisatie in 2020 is niet de enige reden voor een hernieuwde kennismaking. Benieuwd zijn we ook naar de ontwikkelingen sinds de verstreken tijd. Waaronder niet op de laatste plaats de invloed van de pandemie, die het bijna voorbije jaar van een soms surrealistische beleving voorzag.
Het is een wat grauwe maandagochtend maar dat heeft geen invloed op de vriendelijke ontvangst in het omvangrijke gebouw, vlakbij de afslag aan het beroemde ‘Ei van Sint Joost’. Er is al volop activiteit in het gebouw, als we directeur Otto Veenendaal (71) volgen naar een vergaderruimte waar de anderhalvemeterregel voldoende nageleefd kan worden.
Belang
Veenendaal was in 2015 nog voorzitter van het bestuur. Toen Ron en Lia Verhees in 2005 begonnen was er in Nederland nog geen enkele kledingbank, terwijl de term in nu een vast begrip geworden is binnen de hulpverlening. Voedselbanken waren er wel al. Maar ná eten is kleding natuurlijk de belangrijkste primaire levensbehoefte. Daarnaast speelt het een rol bij zaken als zelfrespect en -vertrouwen.
Goede kleding geeft volwassenen motivatie om aan hun toekomst te werken, denk aan het belang bij sollicitatiegesprekken. Kinderen kunnen behoed worden tegen pesterijen en discriminatie.
Helaas komen we al snel in het gesprek tot de conclusie dat de kledingbank zichzelf voorlopig nog niet overbodig zal maken. Waren er in 2015 ongeveer 8500 cliënten op jaarbasis, nu is het aantal mensen uit de hele provincie die van kleding worden voorzien opgelopen tot tussen de 9000 en 10.000.
Effectiviteit
‘Die mensen worden van top tot teen van kleding voorzien’ benadrukt Veenendaal nog maar eens. Het gaat in de basis om het gratis verstrekken van kleding uit de actuele mode aan mensen uit de doelgroep minima, op verwijzing van een erkende hulpverlener. Dit kan eventueel aangevuld worden met schoeisel en sportkleding, sollicitatiekleding of kleding voor andere speciale gelegenheden. Wat op de huid gedragen wordt, zoals onderkleding, is nieuw. Veenendaal: ‘Naarmate we groter en groter werden moesten we wel steeds beter gaan nadenken over zaken als effectiviteit. Zo konden we het niet meer aan met alleen vrijwilligers, hoewel die nog altijd het grootste deel van onze groep medewerkers vormen. We hebben inmiddels ook een vernieuwde website, die volledig up-to-date is. Bovendien werkte bijna iedereen hier ‘standalone’. Op een computer dus, die geen deel uitmaakt van een netwerk. Dat is met name in de communicatie bijna niet te doen. Ook dat soort zaken zijn nu enorm verbeterd en geprofessionaliseerd.’
Transparant
Het klinkt dan misschien allemaal heel bedrijfsmatig, de doelstelling blijft ideëel: kleding leveren aan de mensen die het hard nodig hebben, zo geeft de directeur nog maar eens duidelijk aan. De Kledingbank is natuurlijk ook afhankelijk van het behoud van de noodzakelijke erkenning door de diverse bestuurslagen. En aangezien de landelijke overheid de afgelopen jaren weinig daadkracht toonde bij de bestrijding van (verborgen) armoede, blijft steun van de provincie en gemeentes van groot belang.
‘De provincie verlangt als voorwaarde van ons dat we doeltreffend en transparant zijn. En dat zijn we, als officiële ANBI-stichting (Algemeen Nut Beogende Instelling – J.H.). Onze jaarcijfers zijn op die manier ook gewoon inzichtelijk.
Corona
Cliënten van de Kledingbank Limburg komen echt vanuit het uiterste zuiden tot het noordelijkste puntje van de provincie. Maar het is natuurlijk wel zo dat mensen die verder weg wonen meer problemen hebben om in Maasbracht te komen. Een fors aantal mensen zit immers in de schuldsanering. Voor hen was er als alternatief altijd de kledingdagen op locatie, bij de gemeenten die er aan meewerken. Daar wordt dan een winkel opgezet zoals die ook in Maasbracht is ingericht, wat iedere keer uiteraard een enorme organisatie vergt. De coronacrisis heeft echter de laatste tijd een forse impact gehad, zo bevestigt Veenendaal. ‘Allereerst was er al een armoedeprobleem in dit land, maar sinds het ontstaan van de crisis merken wij inderdaad een toename van aanmeldingen via de afsprakenlijn.
Steeds meer mensen komen in de problemen en ik verwacht ook dat dit niet snel zal veranderen.
Tweede golf
Een ander ingrijpend gevolg van de pandemie was echter dat alle kledingdagen in het voorjaar niet door konden gaan, vanwege de maatregelen om besmettingen te bestrijden. ‘Toen hebben we ons op het najaar gericht, voor de winterkleding’ vertelt Veenendaal. ‘We hebben vier dagen in Heerlen kunnen staan en toen kwam de tweede golf. En weer moesten we alle andere dagen cancelen. Mensen uit Maasgouw en de omliggende gemeenten, zoals Leudal, Nederweert, Weert of Peel en Maas kunnen dan soms nog wel wat regelen om hier op afspraak te komen. Maar voor mensen uit de andere regio’s ontstaat nu natuurlijk wel steeds meer een probleem. Bovendien verloren wij zelf ook een fors deel aan inkomsten, waardoor we bij de overheid moesten aankloppen voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Gelukkig konden we met de verhuurder van dit pand een regeling treffen, waardoor we uitstel van huurbetaling kregen. Maar het is bepaald niet zo dat ik me nu geen zorgen meer maak over de toekomst...’
Creativiteit
Niet alleen de provincie, maar ook de gemeenten hoeven doorgaans gelukkig niet te worden overtuigd van het bestaansrecht van de Kledingbank. ‘Maastricht’ wil aan het einde van het jaar met de organisatie om de tafel om de situatie te bekijken.
Op gemeenten wordt ook een beroep gedaan, niet alleen financieel, ook qua creativiteit en flexibiliteit.
En soms met succes. Veenendaal: ‘De kinderkledingdagen voor Stein bijvoorbeeld, begin december, werden afgelast. We hebben in overleg nu vijf dagen kunnen plannen waarop de ouders de kleding voor hun kinderen kunnen komen uitzoeken. De gemeente Stein regelt daarbij het vervoer. Verder participeren we bij andere gemeenten veelal in werkgroepen voor armoedebeleid, waar we eveneens veel bereidheid ervaren om mee te werken bij het in leven houden van de Kledingbank.
Trajecten
Het belang van de Kledingbank kan dan ook nauwelijks overschat worden. Niet alleen voor de eerste doelgroep, al staat dat belang uiteraard voorop. ‘Maar we werken daarnaast nog steeds met diverse trajecten, voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ legt Veenendaal uit. ‘Mensen krijgen hier een training en doen ervaring op, waarna gekeken wordt of er elders weer werk voor hen te vinden is.’ Het gaat dan niet alleen om uitkeringsgerechtigden, maar ook om mensen die resocialiseren en statushouders. Verder bood de Kledingbank al dagbesteding voor PSW en Sint Anna, beschermde leerwerkplaatsen en voor scholieren van het middelbaar onderwijs ook stages. Maar veel van dat soort initiatieven liggen momenteel eveneens aan banden door de coronamaatregelen, stelt de directeur bezorgd vast.
Positiviteit
Toch overheerst de hoop en verwachting van oplossingen, merken we even later ook op onze rondgang over de werkvloer. Nog altijd veel lachende gezichten. De omhoog gestoken duimen van de medewerkers die met spullen sjouwen, de kleding strijken en de keurige winkel op orde houden onderstrepen die positiviteit. Dat is dus in die vijf jaar in ieder geval niet veranderd. ‘En de goede samenwerking houdt hier niet op’ weet Veenendaal. ‘We hebben de banden met organisaties als Stichting Leergeld en de Voedselbank versterkt. We verwijzen ook naar elkaar. Het is de beste manier om ons eensgezind door deze tijd heen te slaan.’
(In kader)
De Kledingbank Limburg is altijd op zoek naar tweedehands kleding, schoeisel of textiel. Alle soorten en maten zijn welkom, maar vooral aan heren- en kinderkleding is vaak een tekort. Ook accessoires zoals riemen, tassen, sjaals of sieraden kunnen worden gebruikt om cliënten te laten stralen. Kijk voor meer informatie hierover op www.kledingbank-limburg.nl