‘Hoe fijner de zeef van de toets, hoe meer er boven komt’ De wijze lessen van ‘Meister Tjeu’ lopen op hun einde
De kinderen van nu zijn onze toekomst. Maar staat die toekomst niet onder druk doordat te weinig kinderen het juiste onderwijs krijgen?
Als er iemand is die iets zou kunnen zeggen over de staat van het onderwijs zoals die was, is en zou moeten zijn, dan is het wel Tjeu Scheepers uit Neer. Ook al zegt hij per 1 november zijn geliefde vakgebied na 44 jaar vaarwel, het heilige vuur is bij ‘Meister Tjeu’ is nog lang niet gedoofd. Integendeel…
Wanneer je ernaar vraagt zal praktisch iedereen bevestigen dat juf of meester zijn op een basisschool bij het belangrijkste werk hoort dat bestaat. Het is dus raadselachtig waarom dat werk – net zoals bijvoorbeeld dat van verpleegkundigen of politiemensen – soms zo beroerd betaald en gefaciliteerd wordt. Nu staken meesters en juffen in het belang van de kinderen niet vaak. Maar op een donderdagmiddag begin oktober stonden er dik 60.000 van hen in Den Haag, om te demonstreren voor een beter salaris en voor vermindering van de werkdruk. ‘Meister Tjeu’, directeur van onder meer de brede school De Hoepel in Neer, was één van hen. We spreken hem een dag later in het schoolgebouw, waar naast basisschool De Kwir ook voor- en naschoolse opvang, kinderdagverblijf Tante Pollewop en peuterspeelzaal Sjanulke ondergebracht zijn.
Investeren
Hij is al 65, maar jongere collega’s zullen nog wel langer door moeten werken. ‘Ook die regeling is voor de mensen die na 1950 geboren zijn verslechterd’ zegt Tjeu al meteen aan het begin van het gesprek. ‘Nu heb ik als het ware hobby aan mijn werk, dus dan ligt het misschien net even iets anders. Maar als je binnen dit vakgebied stopt voor je AOW krijgt, dan moet je echt behoorlijk inleveren. Veel collega’s kunnen zich dat niet veroorloven en dus moeten ze wel door.’ Maar de lerarenstaking was om meer redenen relevant. Niet alleen zou de regering moeten begrijpen dat het onderwijs een plek is waar geïnvesteerd geld zich uiteindelijk dubbel en dwars zal uitbetalen, een probleem is ook dat de werkdruk bij onderwijzend personeel nog te vaak wordt onderschat. ‘Die werkdruk heeft niet te maken met de kinderen, maar met steeds meer andere zaken die een rol zijn gaan spelen binnen het onderwijs’ bevestigt Tjeu.
Lijntje
En dus trokken zestien collega’s uit Neer die bewuste donderdag naar de residentie, waar de opkomst veel groter was dan waarop was gerekend. Door nog snel 270 miljoen toe te zeggen voor de salarissen hoopte de regering de angel uit de demonstratie te halen, maar de leraren geloven dat 900 miljoen nodig is. De nieuwe, net aangetreden coalitie zou bovendien naar verluidt ‘ja’ willen zeggen tegen een half miljard voor verlaging van de werkdruk. Maar om de druk op de ketel te houden willen de actiegroeperingen in november nog eens twee dagen staken. Tjeu vraagt zich af of dat niet wat te veel van het goede is.
Wat misschien mee kan helpen is dat hij tegenwoordig een directe lijn naar Den Haag heeft. ‘Rens Raemakers, sinds maart Tweede Kamerlid, is inderdaad een oud-leerling van me. We zijn na de manifestatie ook bij hem op bezoek geweest in het parlementsgebouw.’ Mocht het nodig zijn, dan zal Tjeu het jongste Kamerlid nu dus zeker goed weten te vinden. 'Hij heeft ook kinderopvang in zijn portefeuille, dus ik heb hem meteen maar wat tips gegeven waar hij op moet letten', lacht de directeur.
Fluitend
‘Een school waar je zingende kinderen en fluitende leerkrachten ontmoet’. Zo staat het op de website en in de schoolgids van De Kwir. Het van een citaat van een vakbondsman afgeleide motto wordt zeer serieus genomen. ‘De kinderen moeten het naar de zin hebben op school en zich veilig voelen, maar ook leerkrachten dienen goed in hun vel te zitten om goede resultaten te bereiken’ weet Tjeu. ‘Niet alleen heb je dan minder last van werkdruk, kinderen voelen het ook meteen aan hoe een docent gestemd is. Dus heb ik dat ook altijd goed in de gaten gehouden. Ik ging meteen het gesprek aan met collega’s als ik het idee had dat er iets aan de hand was’.
Onderzoek
Uit al het internationale onderzoek blijkt één ding onomstreden: de kwaliteit van de leerkracht is doorslaggevend. En daarna natuurlijk de kwaliteit van de methodes. Niet de overwerkende en ijverig administrerende, maar de effectieve leraar maakt het verschil. Als je goede en goed opgeleide leraren hebt en hun programma’s aanbiedt die werken, kan het aantal lesuren omlaag en hoef je niet voortdurend te toetsen, te rapporteren en te controleren. Dat scheelt een hoop werkdruk en is fijner voor de kinderen.
Sympathie
Het salaris is inderdaad niet het zwaartepunt van de lerarenacties volgens Tjeu: ‘Meer ondersteuning is belangrijker dan een paar tientjes per maand extra, dat is ook wat ik hier om mij heen hoor. De lonen van docenten die beginnen zijn bovendien best redelijk. Maar de kansen om daarna door te groeien, zijn niet zo groot.. Er is wat dat betreft een achterstand ten opzichte van het voortgezet onderwijs, dat is gewoon een feit. En ondanks dat ik zeker weet dat de grote meerderheid van de basisschooldocenten gedreven wordt door hun enthousiasme om met kinderen te werken, mag er best wat aan gedaan worden om het beroep aantrekkelijker te maken. Want we krijgen op afzienbare termijn te maken met een groot tekort aan mensen. Wat in ieder geval positief is dat steeds meer ouders de situatie van leraren begrijpen en sympathie hebben voor de acties. Daardoor merkt de politiek nu ook dat het maatschappelijk
Hoofd
Tjeu, zelf geboren in Heibloem als negende kind in een boerengezin van twaalf, startte in 1973 als onderwijzer in Neer aan de Heilig Hartschool. In 1978 werd hij waarnemend hoofd en vervolgens in 1980 hoofd van die school, zoals dat toen nog heette. Na de fusie van twee basisscholen, die in 2002 leidde tot b.s. De Kwir, werd Tjeu de directeur. Vervolgens kreeg hij in 2011 ook nog b.s. Antonius in Buggenum onder zijn hoede. En oh ja, dan is hij ook nog ad interim directeur van basisschool De Heihorst in zijn geboorteplaats. Over al zijn activiteiten voor diverse stichtingen en besturen hebben we het dan nog niet eens gehad. Maar laten we het maar even bij het onderwijs houden, want daar is gedurende al die jaren ontzettend veel gebeurd.
Rugzakjes
Zo is - of het nu ook een botte bezuinigingsmaatregel was of niet - het aantal ‘zorgkinderen’ in de klas fors toegenomen. Of daar lijkt het dan toch tenminste op. Of zou het zo zijn dat er vroeger net zo veel kinderen met een vorm van autisme, ADHD of ADD, dyslexie en wat al niet meer op school zaten, maar dat we nu sneller etiketten plakken? Of is het zo dat, wanneer we het positiever benaderen, we tegenwoordig juist sneller en beter problemen signaleren? In ieder geval worden kinderen met het spreekwoordelijke ‘rugzakje’ van overheidswege liefst zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs gehouden.
‘Anders’
‘Je moet ieder kind op zijn of haar behoeften aanspreken’ weet Tjeu. ‘Dat is dan mooi gezegd, maar in de praktijk is dat natuurlijk niet altijd even gemakkelijk. En het is waar, ik heb in mijn loopbaan ook vroeger een heleboel kinderen de revue zien passeren waarvan ik achteraf zeg, die had ADHD of die was autistisch. Weliswaar werd dat etiket niet geplakt, maar wij hielden er wel degelijk rekening mee dat die kinderen ‘anders’ waren hoor. Maar goed, tegenwoordig willen ouders natuurlijk meteen weten wat er aan de hand is. Ze lezen veel meer, kunnen alles opzoeken en weten dus ook veel meer dan vroeger. Wanneer een dergelijk onderwerp bij een actualiteitenrubriek op tv is geweest, weten wij al dat in de dagen daarna ouders gaan aankloppen. En dus wordt er getoetst en onderzoek gepleegd. Maar wij wachten vanuit onszelf eigenlijk het liefst zo lang mogelijk met ‘etiketten plakken’. Want ik zeg altijd: hoe fijner de zeef van de toetsen wordt, hoe meer er natuurlijk ook naar boven komt.’
Agenda
‘Kijk, de maatschappij is uiteraard veel dynamischer geworden gedurende mijn carrière’ concludeert Tjeu. ‘Thuis bij de kinderen is er al veel minder rust. Meestal werken beide ouders, in ieder geval zeker in het begin. Opa of oma brengen hen vaak hier, waar ze het grootse deel van de dag verblijven. Na school staat de voetbalclub op het programma, de muziekles of Jong Nederland. Al op jonge leeftijd hebben ze een volle agenda. Ja, de samenleving is in z’n geheel wel duidelijk gejaagder geworden. En dat zie je dus bij de kinderen terug.
Papierwinkel
Een andere factor die het werk van Tjeu de afgelopen jaren nadrukkelijk veranderd heeft, is zonder twijfel de administratie. 'Dat vormde in mijn begindagen écht maar een miniem onderdeel van het geheel' bevestigt hij. Het hoofd der school moest alle dagen lesgeven; administratieve werkzaamheden werden na school gedaan. Toen er wat meer administratieve werkzaamheden kwamen kreeg het hoofd ,naar gelang de grootte van de school, lesvrije tijd om deze werkzaamheden te doen. Het schoolwerkplan bv. bestond 40 jaar geleden uit vijfentwintig pagina's, daar kon je vijf jaar mee wegkomen bij de inspectie. Dat is niet meer te vergelijken met de huidige tijd. Tegenwoordig heb je de schoolgids, een schoolontwikkelplan, voor cultuur moet er één en ander op papier worden gezet, er moet ICT-beleid ontwikkeld worden enz., enfin, het is een beetje uit de hand gelopen denk ik.'
Veranderingen
Je zou, al die ontwikkelingen overziend, bijna gaan denken dat Tjeu blij is dat hij straks zijn lerarenpet aan de wilgen gaat hangen, maar niets is minder waar. 'Ik ben al die tijd met plezier naar mijn werk gegaan' zo wil de 'meister' benadrukken. 'Ik heb altijd geprobeerd om mee te gaan met m'n tijd en geloof ook dat ik daarin geslaagd ben. Ik vind het nog steeds leuk om met nieuwe dingen te beginnen. Het enige waar ik me wel eens zorgen over maak is de snelheid waarmee veranderingen worden doorgevoerd. Gebeurt het allemaal wel even doordacht? Verantwoord veranderen, dat was altijd mijn stijl.'
Schaal
Het was als directeur zijn streven om de mensen op de werkvloer mee te nemen, om draagvlak te creëren. Tjeu: 'Je kunt zaken niet gewoon van bovenaf 'droppen'. Je hebt ook een nieuw type directeuren, die werken als een soort managers. Kijk, ik heb nu meerdere scholen onder mijn hoede. Het lukt allemaal wel, maar ik merk dat zaken die ik belangrijk vind – zoals het persoonlijke contact – veel moeilijker worden op een dergelijke schaal. Ik wilde altijd alle leerlingen bij naam kennen, dat is nu bijna niet meer te doen. Sommige besturen keren nu wel weer terug naar de visie 'Één school, één directeur'. Maar er is ook een nieuwe lichting, die van mening is dat je je slechts op de hoofdlijnen moet richten, meer zaken moet delegeren naar een teamleider. Maar die manier van werken heb ik dus nooit geambieerd.'
Adviezen
Wat de afgelopen jaren in ieder geval duidelijk is geworden, is dat er grote behoefte is aan nieuwe, jonge docenten met hetzelfde enthousiasme en dezelfde passie voor het vak als Tjeu. Maar welke wijze lessen, welke adviezen kan hij, met al zijn ervaring aan hen meegeven? Over welke kwaliteiten dienen zij te beschikken? 'Flexibiliteit zal een heel belangrijke eigenschap blijken de komende tijd. Terwijl inlevingsvermogen altijd al belangrijk was en dat ook blijft' geeft Tjeu mee. 'Bovendien zullen jonge docenten altijd open moeten blijven staan om zelf nieuwe dingen te leren. Tenslotte zullen ze een goede balans moeten weten te creëren tussen het werk en hun privéleven. Dat is nogal eens lastig als je net begint en je het gevoel hebt dat je je moet bewijzen. Je loopt dan al snel het gevaar steeds maar door te willen gaan, met alle gevolgen van dien.'
Trots
Maar misschien wel de belangrijkste les geeft Tjeu helemaal op het einde van het gesprek mee. 'Het gaat vooral ook om betrokkenheid. Je moet trots zijn op je werk en op de school waar je mag werken. Ik ben ook trots op mijn vrouw Marij die mij de gelegenheid gegeven heeft om zoveel tijd aan de school te kunnen besteden. En uiteraard is een goede band met de kinderen erg belangrijk . Weet dat zij heel goed kunnen aangeven waar ze behoefte aan hebben. Als je daar goed naar luistert en op reageert, komt het altijd goed. Dan geniet je van iedere dag, want uiteindelijk is er niets mooier dan het werken met kinderen...'