Een eeuw geleden overspoelde een desastreus influenzavirus de aardbol. Tussen 1918 en 1920 sleepten drie griepgolven, waarvan de tweede in het najaar van 1918 de meest dodelijke was, miljoenen mensen naar het graf.
Het aantal doden van deze pandemie wordt geschat tussen de 20 miljoen en 100 miljoen.
De Spaanse griep, want daar gaat het over, is in aantal slachtoffers gemeten wellicht de grootste wereldramp van de twintigste eeuw. Als de hoogste schattingen kloppen en daar wordt door historici steeds minder aan getwijfeld, dan heeft de Spaanse griep zelfs een hogere tol geëist dan de eerste en tweede wereldoorlog samen. Zijn er sporen van deze grote catastrofe in Midden-Limburg te vinden?
We maken wel eerst een kille rekensom met Magere Hein, want de stelling dat er meer griepdoden dan oorlogsslachtoffers zijn te betreuren, behoeft voor Nederland een correctie. In ons land bezweken volgens officiële cijfers ongeveer 30.000 mensen aan de Spaanse griep. De tweede wereldoorlog heeft daarentegen aan ongeveer 250.000 Nederlanders het leven gekost, waarvan 40 procent vermoorde joodse medeburgers zijn. Het aantal Spaanse griepdoden haalt in ons land dus bij lange na niet het aantal oorlogsslachtoffers van de tweede wereldoorlog. Het maakt de zoektocht naar de Spaanse griep er overigens niet minder interessant om.
Kortom: waar is de Spaanse griep in Midden-Limburg gebleven? Wat herinnert ons nog aan die griep? Het antwoord is, om maar meteen met de deur in huis te vallen, gelet op de materiele weerklank zeer weinig.
Er zijn amper monumentjes in Midden-Limburg die nog aan de moordende griep van een eeuw geleden herinneren.
In het oog springend is een kruis aan de Vloedmolenstraat in Stramproy, dat is terug te herleiden naar de gevreesde pandemie.
Een moeder heeft het daar laten oprichten uit dankbaarheid omdat haar zoon de Spaanse griep had overleefd. Bijzonder is dat in de sokkel van het kruis een kleine nis is uitgehouwen met daarin achter plexiglas een Heilig Hartbeeld. Dit maakt het monument zelfs officieel tot een kapel. Op de Algemene Begraafplaats van Horn vinden we in de aula ook een Heilig Hartbeeld dat is verbonden aan de Spaanse griep. Het beeld is door de bevolking van Horn geschonken aan een ziekenzuster die grieppatiënten van het dorp onbaatzuchtig heeft verpleegd. Het beeld heeft eerst in een nis van een school gestaan, waar de orde van de ziekenzuster het basisonderwijs verzorgde. Gelukkig is het beeld bij de sloop van deze school door enkele inwoners van Horn met historisch besef, ternauwernood gered.
Twee Heilig Hartbeelden: het is een kleine oogst en hoewel we niet pretenderen volledig te zijn, kunnen we nu al vaststellen dat de lijst van gedenktekens in onze regio karig is. Midden-Limburg is daarbij heus geen uitzondering, want ook in de grote wereld leeft de Spaanse griep niet als historische ramp in het collectieve geheugen. In wereldsteden als Parijs, Moskou, New York of Cairo zijn er nauwelijks monumenten die aan de Spaanse griep herinneren. In individuele herinneringen van mensen kom je de Spaanse griep wel tegen. Een voorbeeld is het verhaal van de 77-jarige Sjaak Smolenaars uit Roggel, die de verschrikkingen van de Spaanse griep kreeg te horen van zijn moeder; in 1907 geboren als Martha Klompen.
In de herfst van 1918 verliest deze vrouw tijdens de tweede griepgolf maar liefst drie broers, allen niet ouder dan 13 jaar. In een kastlade bewaart Smolenaars de bidprentjes van de griepslachtoffertjes. Een blik op deze doodsprentjes maakt het verschrikkelijke drama wat zich in deze familie heeft afgespeeld onmiddellijk duidelijk. Op één doodsprentje worden twee overleden broers vermeld en tevens wordt duidelijk hoe dicht de sterfdata van de drie broers bij elkaar zijn gelegen: in een tijdsbestek van amper 11 dagen. Martha Klompen stamde uit een kinderrijk gezin, waarin de Spaanse griep een menselijk gat heeft geslagen.
Ze heeft het verdriet om dit gat haar hele leven meegedragen. Ongetwijfeld zijn er vele families over de gehele wereld met een gelijkluidend verhaal. De Spaanse griep van honderd jaar geleden heeft zich in deze afzonderlijke miljoenen verhalen genesteld, die stuk voor stuk getuigen van de persoonlijke tragedies.