VerhalenJohn Hölsgens

‘Nederweert is mijn dorp...’ Syrische tegelzetter Mahmoud bouwde een nieuw bestaan op

Nederweert / Midden Limburg

Als eind 2010 de eerste tekenen zichtbaar worden van wat later de Arabische lente zal gaan heten, is er in Syrië nog maar weinig aan de hand. In Tunesië wordt de president verjaagd, waarna de protesten overslaan naar andere landen in de regio. In de loop van 2011 ziet Mahmoud Alahmad Abo Ali, die in de Syrische provincie Aleppo woont in een stadje niet groter dan Weert, dat het ook in zijn land steeds onrustiger wordt. Een deel van het volk pruimt president Bashar al-Assad niet meer en de roep om verandering wordt steeds luider. De demonstraties slaan in 2012 uiteindelijk om een burgeroorlog, waarbij het leger van Assad de opstandelingen met grof geweld bestrijdt.

 

De gelijknamige hoofdstad van de provincie Aleppo, vlakbij de Turkse grens, werd al minstens 8000 jaar bewoond en behoorde daarmee tot de oudste, constant bewoonde steden ter wereld. De prachtige, historische parel wordt tijdens gevechten in 2013 al grotendeels verwoest. Daarbij komen meer dan 13.000 mensen om het leven, waaronder 1500 kinderen jonger dan 5 jaar. In juli 2016 volgt de genadeklap, als de Russische luchtmacht, door Assad om hulp gevraagd, bombardementen uitvoert die de stad in omstandigheden achterlaat die alleen vergeleken kunnen worden met het Berlijn van 1945.

 

De vlucht
Mahmoud had toen al besloten die vernietigingen niet af te wachten. Hij neemt de zware beslissing zijn vaderland, zijn ouders en zo veel van wat hem lief is te verlaten.

In eerste instantie vertrekt hij met zijn vrouw en vijf kinderen, vier meisjes en één zoon, naar buurland Libanon.

Hij vindt er het werk dat hij in Syrië al van zijn broer leerde: tegelzetten. Tot 2015 lijkt het relatief goed te gaan, maar de Libanese regering werkt samen met Assad. Mannen worden opgepakt omdat het Syrische leger soldaten nodig heeft. Bovendien, zo bleek recent nog uit rapporten van Amnesty International, werden al sinds 2011 honderden Syrische vluchtelingen gevangengezet. Vaak op basis van verzonnen aanklachten van terrorisme werden zij niet zelden gemarteld. Opnieuw moet Mahmoud een moeilijke knoop doorhakken.

Levensgevaarlijk
In de wetenschap dat een verdere vlucht voor kinderen en vrouwen nog veel risicovoller is dan voor hem, besluit hij zonder zijn gezin op zoek te gaan naar een veilig oord. In de regio is dat moeilijk te vinden. Jordanië bijvoorbeeld, stuurt Syriërs zonder pardon terug.

Er rest hem niets dan de levensgevaarlijke route via Turkije, over de Middellandse Zee, naar Griekenland.

Het is net vóór de EU haar inmiddels beruchte deal met Turkije sluit, met als uiteindelijk resultaat de mensonterende situaties op de Griekse eilanden - met name in kamp Moria op Lesbos - en een steeds agressievere Europese kustwacht die vluchtelingen de dood in jaagt, door ze terug op zee te duwen.


 

Geen keuze
Aan die gruwelijkheden is de nu 36-jarige Mahmoud dus nipt ontsnapt. In maart 2021 zit hij in een sober ingerichte, maar helder verlichte huiskamer van zijn woning in Nederweert. Hier is hij terecht gekomen via een reis die na Griekenland via Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland, na iets langer dan een maand in ons land eindigde, in het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Het was zondag, 6 september 2015. Een datum die in het geheugen van Mahmoud gegrift staat. In opmerkelijk sterk Nederlands legt hij uit dat hij beseft dat de mensen die hem per boot overbrachten naar Griekenland, criminelen zijn. Mensensmokkelaars, waar hij niet direct contact mee had. Alles liep altijd over meerdere schijven en uiteraard moest hij flink betalen voor zijn overtocht, met een uiterst onzeker vooruitzicht. ‘Verder werd ons werd verteld dat er maximaal vijftien mensen in de boten zouden zitten. Maar het waren er meer dan het dubbele. En dan op open zee, doodeng. Maar er was geen keuze. Mijn land ligt in puin. In Syrië verkeer je elke dag in levensgevaar. Dat hield ik mezelf steeds voor ogen wanneer ik bang was gedurende de reis.’

 

Herenigd
Mahmoud vertelt hoe grondig hij na zijn asielaanvraag werd doorgelicht over wie hij is, wat hij deed en waarom hij gevlucht was. Dagen werden gevuld door de vele gesprekken met een advocaat en de IND. Maar hij geeft ook aan dat hij veel steun had aan de mensen van Vluchtelingenwerk. Toen hij eenmaal een verblijfsvergunning gekregen had, verhuisde hij naar het AZC in Gulpen. Vluchtelingenwerk kon toen ook een aanvraag bij de IND doen voor gezinshereniging. Die werd toegewezen.

Na ruim een jaar onzekerheid kon Mahmoud zijn vrouw en kinderen weer in de armen sluiten.

‘Dat jaar voelde als méér dan twintig jaar’ verduidelijkt hij.

‘Maar ik begon in het azc al met allerlei klusjes te doen. Op die manier probeerde ik mijn gedachten een beetje af te leiden.’ Met trots toont hij even later een hele stapel van certificaten uit die tijd, verkregen voor een hele reeks van diverse verdiensten. ‘Alles is zo anders hier. Maar ik wilde graag wennen aan mijn nieuwe omgeving. Bovendien ben ik niet iemand die lang op bed kan zitten en tv kijken.’

Baan
Dat bleek. Na verhuizingen via de AZC’s in Venray en Maastricht, kwam hij uiteindelijk in onze regio terecht. In de gemeente Nederweert kon hij een woning krijgen en middels een leer-werktraject kreeg Mahmoud zelfs de kans om bij tegelhandel Wijen zijn oude stiel op te pakken. Zowel werkgever, klanten als Mahmoud waren zo enthousiast dat hij er tegenwoordig een 40-urige baan heeft.

En dan was het zelfs nog lastig een afspraak in te plannen voor een interview tijdens het weekend, want de tegelzetter was op zaterdag alweer vrijwillig in de weer als opruimer tijdens de landelijke opschoondag. Mahmoud wijst echter liever naar anderen, wanneer we vragen naar zijn geluksgevoel nu. Ja, hij is gelukkig maar vooral ook dankbaar. Bijvoorbeeld voor mensen als zijn buurman, die tevens zijn taalcoach is en die hem hielp bij de integratie.

 

‘Nederweert is mede daardoor nu mijn dorp!’ klinkt het kordaat.

 

Familie
Natuurlijk mist hij zijn familie. Twee broers ontvluchtten eveneens het oorlogsgeweld in Syrië en kwamen in respectievelijk Rotterdam en Duitsland terecht. Een derde broer zit in Koeweit. Een vierde nog in Libanon. Over hem en een vijfde broer, die nog bij zijn ouders in zijn vaderland is, maakt hij zich natuurlijk veel zorgen. In Syrië is gebrek aan veel essentiële zaken, van medicijnen en ziekenhuizen tot brandstof en natuurlijk voedsel. Daarom telt Mahmoud zijn zegeningen, hoewel hij in Nederland soms nog wel eens verlangt naar het sociale leven zoals dat vroeger in Syrië was. Het leven op straat. We horen het vaker: Nederlanders kunnen erg op zichzelf zijn.

‘Dat mensen twintig jaar in dezelfde straat wonen en elkaar niet kennen, dat was in Syrië onmogelijk’ legt hij uit.



Dromen
Maar Mahmoud koestert de veiligheid. Met zijn vrouw en kinderen gaat het ook goed. Één van de kleintjes komt aan het einde van het gesprek nog even naar beneden om te kijken met wie papa eigenlijk zo lang zat te praten. Even gaan de gedachten weer naar de kinderen op Moria.

En als de volgende ochtend de NOS opent met het nieuws dat Turkse vliegtuigen Noord-Syrië hebben aangevallen, wordt nog maar eens onderstreept hoe belangrijk Mahmouds keuze was om er voor te zorgen dat de dromen en toekomst van zijn kinderen een Nederlands decor hebben.