VerhalenJohn Hölsgens

Sterven met overgave Jan Schroën: ‘Het eeuwige leven is wat een mens nalaat’

Beegden / Maasgouw

‘Pap, ik weet dat je van mam hield en mam van jou. Jullie hielden ook van mij. Ik ben uit jullie liefde geboren. Ik heb een fijne jeugd gehad, ook al is mam veel te vroeg gestorven. Ik ging graag naar school, had veel vriendjes. Jij hebt me leren reizen, ik heb veel van de wereld gezien. We stonden samen op de planken. En ik heb de liefde van mijn leven ontmoet.’

Zo begon Tomas met een terugblik op zijn leven, dat uiteindelijk maar 33 jaar mocht duren. Hij had die dag slecht nieuws gehad in het ziekenhuis van Maastricht. Het zag er niet best voor hem uit. Eén van de meest agressieve vormen van kanker zou uiteindelijk een einde maken aan zijn aardse bestaan. Het retrospectief maakte diepe indruk op zijn vader, Jan Schroën. Een man die toch al niet bepaald gespaard was door het leven.

Intensief
Zelf wordt Jan binnenkort 68. In Beegden is de tuinkamer, een soort serre die uitkijkt op een gezellige binnenplaats, nog de koelste plek na weer een zomerdag waarop temperatuurrecords werden verbroken. Jan komt net terug van een cliënt.

Hij werkt nog altijd als zzp’er in de zorg, via rechtstreekse zorgcontracten. Langdurige contracten ook, want het gaat om mensen met autistische stoornissen. Het werken als zelfstandige verloste hem van een lading bureaucratie, maar zorgde daarnaast voor een intensiever contact met cliënten.

Ook op persoonlijk vlak. Afbouwen is dus ook om die reden moeilijk. Dat zijn huidige vrouw Ellie (66) stopte met werken, deed hem eigenlijk pas echt beseffen dat het helemaal niet vreemd is om wat rustiger aan te gaan doen.
 

Als Jan wil beginnen met vertellen ziet hij opeens een in de schuur ingesloten musje, dat verwoede pogingen doet te ontsnappen. Nadat hij het vogeltje bevrijd heeft begint hij alsnog zijn verhaal. Een verhaal waarvan het gedeelte over zijn vaderschap al bekendheid kreeg door zijn succesvolle theatervoorstelling Witte Lelies. Maar eerst gaan we wat verder terug in de tijd

Onbeschreven
‘Ondanks een in eerste instantie technische opleiding en later zelfs chemie, ben ik uiteindelijk cultureel werker geworden. Ik was altijd heel actief bij de KPJ, de Katholieke Plattelands Jongeren in Ell. Daar kom ik oorspronkelijk vandaan. Daar begon ook mijn interesse in jeugd- en vormingswerk. Ik heb er later een tijd lang als professional gewerkt. Maar toen was het bij mij al zo dat als ik vijf jaar ergens mee bezig was geweest, ik weer iets anders wilde. Dus nam ik ontslag, op dat moment zelfs zonder alternatief. Vervolgens ben ik zo brutaal geweest om op een acteursbaan te solliciteren bij de Stichting Activerend Volkstheater. Het was de tijd van het politieke toneel, de strijdcultuur. Tot mijn verbazing werd ik aangenomen en woonde ik ineens in Breda.

Daar heb ik vier jaar lang fulltime theater gemaakt en heel veel geleerd. Op mijn 27e heb ik nog geprobeerd toelating te krijgen tot de toneelacademie in zowel Maastricht, Amsterdam als Arnhem. Op alle drie de plekken werd ik uiteindelijk afgewezen om dezelfde reden: ik paste niet in het onderwijssysteem.

Aan mijn motivatie of talent werd niet getwijfeld, maar de onderwijsmethodes waren geheel en al geënt op ‘onbeschreven bladen’ die net van de middelbare school kwamen. Dat was uiteraard niet op mij van toepassing. Tja, dat is hoe het toen ging. Maar ik pakte ondertussen gewoon alles aan wat op mijn pad kwam.’
 

Troostrijk
‘Met Désiree kreeg ik 1981 een relatie. De geboorte van Tomas twee jaar later was niet gepland, maar beschouwde ik als een godsgeschenk. Terwijl ik niet eens gelovig ben. En dat staat los van wat me overkomen is. We waren gewoon gelukkig samen. Een drie-eenheid. Deze woning hier in Beegden was bedoeld voor koop, maar in die tijd konden we dat niet betalen. Gelukkig waren we in de gelegenheid om  – bij uitzondering –  te huren, met op de langere termijn een optie tot koop. Zo hebben we hier acht jaar een fijne tijd gehad. En toen werd Désiree ziek, borstkanker. Ze was 34 toen ze stierf. Tomas was toen pas 9.’

 

‘Het is een wrang feit, maar ik ontving daarna een weduwnaarspensioen en verloor daarmee mijn recht op huursubsidie. Désiree en ik hadden altijd tegen elkaar gezegd dat we het huis zouden kopen zo gauw als we de kans hadden. Nu kon het, juist door het feit dat zij er niet meer was. Op de terugweg van de notaris heb ik de auto vijf keer langs de kant moeten zetten. Het was te bizar voor woorden.’
‘Ik heb acht jaar alleen voor Tomas gezorgd. Later leerde ik Annie kennen. Ze kwam uit Melick. We trouwden en zij kwam hierheen. Met haar waren we ook acht jaar samen. Maar ook zij kwam te overlijden: een acute hartstilstand. Natuurlijk vraag je je af waarom je zoiets twee keer mee moet maken. Je krijgt geen antwoord. Het gebeurt gewoon. En vervolgens werd Tomas dus ziek.’

‘Uiteraard ben ik vaak intens verdrietig geweest. En soms ben ik dat nog steeds. Radeloosheid heb ik ook gevoeld. Nooit kwaadheid, hoewel dat bij een rouwproces schijnt te horen. Maar zowel Désiree als Tomas zijn, ook al klinkt dat misschien vreemd, met overgave gestorven.

Beiden hebben in alle rust naar het moment toegeleefd en alles wat gezegd moest worden, is gezegd. Met Annie kon dat helaas niet. Maar dat ik het met Tomas en zijn moeder zo heb kunnen beleven, is wel degelijk troostrijk.’
 

‘Ja, ik ben katholiek opgevoed. Ik ken alle christelijke verhalen, hun betekenis en waarde. Maar het eeuwig leven? Voor mij is dat wat een mens nalaat. Als ik zie wat Tomas met zijn bestaan teweeg heeft gebracht in deze wereld, bij mij en bij andere mensen, dát is voor mij het eeuwig leven. Dát is mij heilig.’

Universeel
Inmiddels schrijft Jan aan een nieuwe voorstelling. Maar de nalatenschap aan geschreven materiaal van Tomas, meer nog het proces van zijn afscheid, vormde de basis voor Witte Lelies. Deze voorstelling, genoemd naar de favoriete bloemen van Désiree, gaat hij ook weer spelen. Samen met Fer Koolen, vriend en muzikant uit Ell, die door de jaren heen veel voor Jan heeft betekend. En nog steeds. Belangstellenden kunnen via de website www.boovewater.nl op de hoogte blijven, onder meer door zich in te schrijven voor de nieuwsbrief.
‘Die voorstelling is dan wel mijn particuliere verhaal, maar de thematiek is absoluut universeel. En vergeet niet, het leed dat iemand meemaakt is voor die persoon altijd het ergste. De impact is eenvoudigweg groter dan die van het leed van een ander. Daarom kun je het ook niet tegen elkaar wegstrepen en moet je het eigen leed niet relativeren met het leed van de ander. Dat is tenminste hoe ik er tegenaan kijk.’

‘Het was een paar uur voor Tomas stierf, dat hij iedereen aankeek en zei: ‘Maak jullie niet druk. Ik heb geen bucketlist. Ook als het niet lang meer duurt: ik ben gelukkig en tevreden met dit leven.’