Ook omdat ik dacht om de schrijfstijl van Jeroen Brouwers te imiteren, dat ik me daardoor kon onderscheiden van de rest, wat toch niet zou lukken, aangezien de rest gewoon keigoed is. Doordat ik dacht: ik probeer eens iets geks, ik schrijf eens een keer verhaal zonder einde. Maar dat wil dan niet zeggen dat het geen inhoud heeft. Integendeel.
Ik woon in een doelbewuste gemeente. De gemeente Nederweert mag je, met al zijn tekortkomingen, een succesvolle gemeente noemen. Er staan weliswaar geen wolkenkrabbers, er is geen Moulin Rouge, er is geen grachtengordel, noch een kroeg waarin regelmatig muziekbands optreden (er zijn wel kroegen, maar te weinig bands). Toch vind ik het een prettige gemeente om in te wonen. Overlast van jongeren en hardrijders? Tja, die lopen vanzelf een keer tegen de lamp. En dan moet je er gewoon grif voor betalen.
Er werden in april twee voetbalteams uit de gemeente Nederweert kampioen: RKSVO uit Ospel en Merefeldia uit Nederweert. RKSVO van de 4e klasse en Merefeldia van de 3e. Dus men zal het derby-gevoel ook het komende seizoen weer moeten missen. Of ik weleens ging kijken bij RKSVO? Neuh, mij niet gezien. En waarom niet? Ik kan het spelverloop toch niet goed volgen. En vind voetbal daarom eigenlijk maar een rare sport. Als je gaat hardlopen of wielrennen, zie je wat meer van de wereld. Dan kom je nog eens ergens, zo’n gevoel heb je dan. Bij voetbal, andere veldsporten en zaalsporten gaat dit vaak van links naar rechts. En omgekeerd. Als een aanval mislukt, gaat de tegenstander er op jouw helft vandoor met zoiets als een bal en dan gaat het spel daar verder. Een stijve nek van het meedraaien krijg je ervan. Maar RKSVO en Merefeldia waren het afgelopen seizoen zo verrekte doelbewust. Een groot compliment voor beide ploegen hoe ze het ervan af hebben gebracht. U leest het: in de gemeente Nederweert zijn verborgen krachten de basis voor het resultaat.
Dat we die verborgen krachten nog hard nodig hadden, bleek maar weer met de opbouw van het Moulin Blues festival. Door al de regens in de weken voorafgaande het festival was het groene veld met het zachte gras veranderd in een waar moeras vol verhalen zonder eindes. Pas anderhalve week voor de start van het festival (lees: 9 dagen), kon er worden begonnen met de bouw van de start van het dorp aan het kanaal. Want dat was het: een waar dorp, waarbij men via de honderden platen met elkaar in verbinding kon blijven, zonder in het moeras te geraken. De grote tent, de kleine tent, de wc’s (waarvan de tent nog was ingestort door het noodweer van de donderdag voorafgaande het festival), de eettent … Echt, iedereen had zich de pleuris gewerkt om dit tot stand te krijgen. Een groot compliment wederom! En de muziek? Die was, zoals altijd, wonderbaarlijk schoon. Het was alleen jammer dat ik The Juke Joints niet had gezien, want dit was tenslotte een van hun laatste concerten. Maar ’t was genieten van Robert Finley, Daniëlle Nicole en al die anderen. Vroeger kon ik de namen van de dan optredende artiesten nog onthouden, maar dat lukt niet meer. Zijn ze niet goed genoeg of maken ze te weinig indruk? Want als je niet goed hoort en ziet, moet er toch wel iets absurds in zo’n act zitten, dat je eraan blijft denken. Zoals toen in 1993 van Screamin’Jay Hawkins. De man was werkelijk helemaal bedwelmd met voodoo en de duivel … het was een schitterend donker optreden, zonder dat ik er een noot van begrepen had.
Een paar dagen na deze memorabele editie van Moulin Blues bezocht ik het festival Mijl op Zeven in Ospeldijk. Dit is echt een doelbewust toetje, zo mag je het wel noemen. De sfeer, de muziek, de mensen. Het nooit eindigende verhaal ging verder …
Werner Bloemers, mei 2024.