ColumnsBen Ubachs

Column: Leermeesters door Ben Ubachs

Midden Limburg

Ook zo’n zin in glinsterende kerstballen en geurige oliebollen? Ik hoop van wel want alleen samen houden we het nog een beetje gezellig. Waar ik ooit met de jaarwisseling gruwde van  vurige ladingen driedubbele klapzoenen, begin ik langzaam te hunkeren naar een partij natte pakkerds en smakkerds. Maar wat het nieuwe jaar nu wel of niet komt brengen, ik laat mijn goeie zin niet meer bederven door welke onheilstijding dan ook. Zo zijn we bij ons thuis namelijk niet groot gebracht. Aan somberen en al helemaal aan oeverloze coronapraat heb ik een broertje dood. We ouwehoeren ons allemaal een ongeluk om grip te krijgen op het ongrijpbare. Dat onzinnige geleuter op t.v. mag direct stoppen en evenmin hoeven we van Mark en Hugo veel bijzonders te verwachten, hoezeer zij zich ook uit de naad werken. Zij zwabberen en zwieren echter stuurloos over woelig water en worden met de dag glanslozer. Oké, de schoenen van Hugo blijven er mooi uitspringen, maar daar win je de oorlog niet mee.

De  prietpraat van coronagladiatoren uit de politiek is te weinigzeggend en inspireert niet. Het is tijd om het roer radicaal om te gooien. Ik ben het helemaal eens met Afshin Ellian, rechtsgeleerde en filosoof: de pandemie overstijgt wat de politiek aankan. Het stuurwiel moet in handen komen van een brede groep van deskundigen, met  de politiek slechts op de achterhand. Alleen dan mag je hopen op een effectieve bestrijding van een grenzeloos probleem. Nu hollen demissionaire bewindslieden telkens als kippen zonder kop achter de feiten aan. En ondertussen piepen en kraken wij van alle kanten, zolang we dat tenminste nog kunnen.

Om ons heen worden mensen ziek, overlijden soms. We raken goede vrienden kwijt. De zorg staat het water tot aan de lippen en de mensen daar lopen op hun tandvlees. Genoeg is genoeg zei mijn vader zaliger al wanneer zijn weerspannige zoon de kont tegen de kribbe gooide. Hij greep in voordat zaken uit de hand liepen. Nu is ingrijpen hier wel wat anders dan het indammen van puberaal gedrag. Het vraagt om wijsheid, moed en daadkracht. Ik zie vreemd genoeg een parallel tussen onze recente geschiedenis en de tijd van nu. Die vergelijking is gewaagd, gaat mank en is zeker overdreven. Maar toch.

Wanneer ik door het Leudal wandel, sta ik altijd even stil bij het Monument van Verdraagzaamheid. Op de weg van Roggel naar Haelen, pal naast het Bezoekerscentrum Leudal, staat dit monument als een indringende herinnering aan 687 in het Leudalgebied gesneuvelde soldaten van elf nationaliteiten, vriend en vijand, tijdens de tweede wereldoorlog. In Nederweert is een Brits ereveld waar 362 militairen uit het Gemenebest liggen begraven, omgekomen tijdens de bevrijding van Nederweert en omgeving. Waarmee is gezegd dat onze samenleving voor hetere vuren dan deze pandemie heeft gestaan. En dat verdraagzaamheid en vrijheid hand in hand gaan, maar niet vanzelfsprekend zijn. Pappen en nathouden verhelpen de problemen niet. De kostprijs van het praatcircus in dit land kan hoog oplopen. Het zijn zachte heelmeesters die stinkende wonden maken.

De in 2001 geplaatste gedenksteen bij het Monument van Verdraagzaamheid draagt als opschrift ”De geschiedenis is de leermeester van het leven”. Dat opschrift heeft aan actualiteit niets ingeboet. Zoals aanmodderen niet hielp in de aanloop van de jaren veertig van de vorige eeuw, is de zigzaggende besluitvorming van nu evenmin een geruststellende opsteker. Het langdurig palaveren moet een keer stoppen. De lessen van vroegere leermeesters in het Leudal en Nederweert zijn een leidraad. En goed luisteren naar moderne leermeesters met echt verstand is een must. Naar de pomp met valse profeten en oproerkraaiers. Voor iedereen een fijne Kerst en Gelukkig Nieuwjaar gewenst. Wat mij betreft met stevige klapzoenen. Als het kan.

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.