ColumnsJohn Hölsgens

Column: Nooit getwijfeld over België, door John Hölgsens

Midden Limburg

Het schrijversbestaan, huisdieren, allerlei kleurencodes: het waren weer wat redenen om de vakantie lichtelijk versnipperd te vieren. En daar is helemaal niks mis mee. Ik voel me niet bepaald aangetast in mijn vrijheid of andere humanitaire rechten, omdat ik niet twee weken onafgebroken zand in Salou in plaats van cultuur kan snuiven.

Terwijl hele volksstammen beweren enorm trots te zijn op dit land, heeft de helft geen idee van de geschiedenis ervan. En dus worden vlaggen ondersteboven opgehangen als men het niet eens is met overheidsbeleid. Als er al niet wordt gekozen voor de prinsenvlag, destijds vooral populair bij de Nationaal-Socialistische Beweging. En dan op 4 mei natuurlijk weer met een uitgestreken porum staan te kijken, als het door Wilhelmina al in 1937 bekrachtigde rood-wit-blauw als enige nationale dundoek halfstok wordt gehesen.


Nu we het toch over prinsen hebben: die van dat oranje-blanje-bleu ligt in Delft begraven. Ondanks dat ik enige jaren tussen Rotterdam en Den Haag pendelde was ik daar nog nooit uitgestapt, dus dat werd eens tijd. Ondanks de prachtige plaatjes – want Delft is mooier dan die twee andere steden samen – trof vooral de kilte van het calvinisme me toch weer. Je kunt een hoop zeggen van de rijkdom van de katholieke kerk en dat moet misschien ook wel. Maar als ik moet kiezen tussen een klef broodje Hollandse kaas als zakenlunch, of een copieuze maaltijd zoals we die in de zuidelijke Nederlanden gewend zijn dan hoef ik nog steeds niet lang na te denken. En dat is toch in een notendop zo’n beetje wat die Tachtigjarige Oorlog heeft opgeleverd.

Wat dat betreft was het goed dat we na een tussenstop in Zeeuws-Vlaanderen de vakantie afsloten in Brugge en Gent. Het blijft toch eeuwig zonde dat Willem I de Zuidelijke Nederlanden zó tegen zich in het harnas joeg, dat ze het in 1830 voor gezien hielden. Nog altijd voel ik me veel meer thuis in de Vlaamse dan in de Hollandse steden. En dat heeft niet alleen met eten en drinken te maken. Wel veel trouwens. Ook het verzorgder omgaan met de Nederlandse taal doet mij deugd. Want met Standaardnederlands heeft het doorgaans in de Randstad gebezigde dialect weinig van doen, al denkt men er daar heel anders over. De autobanen blijven een ramp in Vlaanderen, absoluut. Maar het aangeharkte Nederland drijft me vaak tot nog veel grotere waanzin.


Wat men elkaar door de eeuwen heen allemaal aangedaan heeft doet niets af aan die huidige status quo. Want laten we eerlijk zijn: ook in Gent kun je de gruwelijkheden in marmer gebeiteld vinden. Mensen werden onthoofd, verbrand en zelfs levend begraven omdat ze protestants waren. Zoals het leed dat de legers van de ‘Vader des Vaderlands’, niet alleen in Delft bijkans heilig verklaard, in mijn huidige woonplaats bijvoorbeeld hebben aangericht evenmin met een pen te beschrijven is. Allemaal in naam van die God die zegt dat je niemand dood mag maken en daarnaast nog wat andere regels opstelde, waar ook in 2021 nog altijd niemand zich ook maar iets van aantrekt. Het dagelijks journaal getuigt daarvan. Het aloude adagium ‘Mijn God is beter dan de jouwe’ is eveneens nog steeds de aanleiding voor een hoop ellende. Let wel, niet als enige oorzaak. Maar de Gulden Regel, om anderen te behandelen zoals je zelf door hen behandeld zou willen worden, wordt al vanaf de zevende eeuw voor Christus overgeleverd in religieuze teksten uit China, India, Perzië en het oude Egypte en Griekenland. Dat we met z’n allen lichtelijk hardleers zijn, mag dan ook best een understatement genoemd worden. 

 

Doch hoe het ook zij, het waren weer mooie, lange, indrukwekkende en leerzame herinneringen die we de afgelopen weken maakten. En dus huilde ik met Brel om zijn Marieke, toen we de lucht die de ‘tours de Bruges et Gand’ rood, geel en uiteindelijk zwart kleurde weer achter ons lieten.

Een groot voordeel: je kunt zo weer terug. Daar is geen uitbreiding van Schiphol voor nodig...

 

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.