Zo’n twee keer per jaar kunnen we in de regionale krant lezen dat er steeds minder Limburgs gesproken wordt. Leonie Cornips van de leerstoel Taalcultuur in Limburg sprak volgens de krant op het meest recente symposium Bevordering en verankering van de Limburgse taal’ zelfs van een gitzwarte toekomst voor het Limburgs als er niets gebeurt. Ik zie het anders. Als je het dialect wil redden en de jeugd aan het dialect wil krijgen, kun je beter niks doen dan iets dat is bedacht door de officiële hoeders van het dialect.
Gelukkig wordt er al jaren vooral gepraat. Mensen die glansogen krijgen van woorden als sjottelsplak en kruutje komen regelmatig bij elkaar op symposia waar ze met allerlei partijen en praatclubjes praten over de toekomst van het dialect. Vaak zijn er ook een paar Friezen en komt er iemand vertellen over hoe een verdrukte taal, bijvoorbeeld het Luxemburgs, levend wordt gehouden. Doorgaans wordt er afgesloten door een belegen dialectgroep die ‘op onderhoudende wijze liedjes in het Limburgs dialect ten gehore brengt’. Dat is relatief onschuldig allemaal, het gevaar ontstaat pas als er gebrainstormd wordt over oplossingen. Steevast wordt er dan geopperd om lesmateriaal te ontwikkelen van de beschikbare miljoenen. Als je het mij vraagt, is dat het slechtste wat je kunt doen.
Als er iets is waarmee je dialect voorgoed kunt uitroeien, is dat door het op scholen te verplichten en er lesmateriaal bij te maken. Iets wat je op school moet leren is per definitie saai. Hoeveel mensen lazen vroeger graag boeken, maar zijn ze gaan haten doordat ze deze voor school moesten lezen en er uittreksels van moesten maken? Hoeveel jongeren kijken voor hun plezier Duitse televisie omdat ze Duits hebben geleerd op school? Deutsch macht echt geen Spaß en hoe harder ze dat roepen hoe groter de weerstand wordt. Maak er iets schools van en het laatste stukje cool is binnen no time verdwenen.
Mijn kinderen spreken allebei dialect en veel vriendjes en vriendinnetjes ook. Sterker nog, de dialectstickers van Wiesse oet zuus zijn op vrijwel elke agenda, telefoon en fiets te vinden en er wordt veel in het dialect geappt. Dialect wordt gemengd met jongerentaal en er ontstaan nieuwe woorden. Op Youtube en TikTok zijn er genoeg influencers die dialect spreken en zeker rondom vastelaovend is dialect cool. Danny Pouwels is een van de jongste artiesten van Limburg, maar meteen ook de meest geboekte, de boyband Sjöppe Aos uit Heel is nu al populairder dan hun voorgangers van Hoondervel in het verleden ooit geweest zijn en Wiesse oet Zuus heeft zelfs een eigen socialmediaserie met tienduizenden views. Gebruik een deel van het subsidiegeld om dit soort initiatieven te ondersteunen in plaats van het op te maken aan symposia, praatclubjes en lesbrieven.
De officiële dialectwereld maakt het dialect juist grijs en zit vast in hun bubbel van literaire middagen, symposia en lesmateriaal. Mijn zoon van 12 heeft op eigen initiatief van zijn eigen geld brievenbusstickers laten drukken met ‘JAO NAE’, ‘NAE NAE’ enz. Ook een leuke ‘NAE, gein reklaam ich höb alles al, NAE, doot mich det hoes-aan-hoesblaad. Ich mót toch net de kattebak versjeune’. Hij verkoopt ze voor twee euro per stuk om z’n beurs te spekken en inmiddels laten honderden mensen in heel Nederland al op hun brievenbus zien dat ze Limburgs praten. Ruud Kleinen van L1 kwam er een item over opnemen, hij kreeg overal leuke reacties, totdat hij een mail stuurde naar iemand van Veldeke met de vraag of ze het leuk vonden om aandacht te besteden aan zo’n jonge enthousiasteling. Helaas, ze deden er niks mee, ze vonden ‘die jao/nae stikkers neet meer zo hel neudig ómdet d'r amper waekkrentjes waere bezorg.’ Veldeke drukt zijn jonge dialectenthousiasme wel eventjes de kop in.
Als je echt iets ter promotie van het dialect voor jongeren wil doen, dan begin je ermee de jongeren die het wel spreken en succesvol promoten serieus te nemen.
Dan ga je ze niet lastig vallen met spellingregels, met lesbrieven en oude woorden, maar geef je ze de kans om het Limburgs naar de eenentwintigste eeuw te brengen. En als dat niet werkt, kun je dialect nog altijd verbieden, dan gaat de jeugd het vanzelf wel spreken.