’t Is ‘n kwestie van geduld, maar na twintig jaar rustig wachten is d’n daag gekómme! Mijn vriend Michel, geboren en getogen in de Amsterdamse Jordaan, lult Limburgs! Onlangs heeft de Amsterdammer een cursus Limburgs als tweede taal gevolgd (LT2) en hij praat opeens écht Limburgs. Af en toe nog met een klein accentje, maar je moet van goeden huize komen als je dat hoort. Ik heb me in het verleden weleens negatief uitgelaten over allerlei dodelijk stoffige initiatieven om dialect te promoten, maar de cursus Limburgs als tweede taal is geniaal!
Het gebeurde in de auto onderweg naar de Remunjse toppers. Michel kwam ons ophalen voor een van de leukste feestjes van ’t jaar toen de spotifyplaylist besliste dat het tijd was voor Limburgs lulle van Roy Selder. Terwijl de Roermondse volkszanger ‘Doot mer normaal, kal in dien eige taal’ door de speakers zong, slikte Michel eens diep en toen gebeurde ‘t. ‘Wèts se,’ zei hij. ‘Och, god dao gaon v’r,’ verzuchtte z’n Limburgse vrouw op de achterbank. En inderdaad, daar ging Michel: ‘Ich höb dae kórzes gevolg van Limburgs es tweede taal en ich gaon de ganse aovend allein mer plat kalle.’ En zo geschiedde.
In eerste instantie was het nog even een beetje onwennig omdat we al jaren Nederlands praten, maar na een tijdje was het volkomen normaal.
Na een paar biertjes pilskes werd zijn plat nog beter.
Alsof de rem eraf was. Tegen de tijd dat Big Bennie Zij gelooft in mij van Hazes begon te zingen hoorde ik dat de Jordanees naast me het nummer meezong met een zachte g.
Ik was niet de enige die het hoorde. Het gerucht gonsde natuurlijk door de zaal. ‘Höbs se ’t al geheurd? Michel kalt plat.’ Veel bekenden kwamen even luisteren of het echt waar was. Tot mijn grote verrassing begon Nina, die ik alleen van de vastelaovend ken, opeens ook Limburgs te praten. Nina kom je altijd tegen op plekken die alleen de echte insiders kennen, maar ze komt uit Ophemert, bij Tiel geloof ik. Opeens bleek dat ze al jaren eigenlijk heel goed Limburgs spreekt, maar dat de drempel te hoog is omdat er altijd mee gelachen wordt al ze een poging doet. Maar echt, het was behoorlijk goed. Het werd kortom een verassende avond en niet alleen vanwege het vermakelijk programma van de Remunjse toppers.
De cursus Leef Limburgs richt zich eens niet op schrijven, maar op verstaan en spreken en dat werpt z’n vruchten af. Maar er is ook aandacht voor de stap durven zetten en situaties creëren waarin je Limburgs kunt praten. Zelf ben ik ook Docent NT2, Nederlands als tweede taal en een van de problemen met het leren van een tweede taal is dat de wereld om je heen uit ongemak liever overschakelt naar een andere taal. Iemand hakkelt zijn eerste zinnen Nederlands en in plaats van een compliment te geven praten we Engels terug. Sommige scholen voor tweede taalonderwijs hebben zelf bijeenkomsten voor Nederlandstalige partners omdat die een sleutelrol hebben. Zeker als de wereld om je heen de eerste taal spreekt, is het heel lastig om de stap te zetten.
Dan Karaty, het jurylid van So you think you can dance is daar een goed voorbeeld van. Hij is al 16 jaar op de Nederlandse televisie, woont de helft van de tijd in Nederland, maar praat altijd Engels. Waar we klagen over onze Syrische buurman die na 2 jaar nog steeds een accent heeft, vinden we het volstrekt normaal dat iemand die we kunnen verstaan zijn eerste taal blijft praten en werken we dus zelfs een beetje tegen dat hij de nieuwe taal leert. Michel is een van de veurluipers, hij heeft mij ervan overtuigd dat het echt mogelijk is als je het anders aanpakt.
Nu de grenzen in Nederland dicht gaan, de klimaatdoelen overboord gegooid zijn en het zeepeil onherroepelijk gaat stijgen wordt Limburg de ideale plek voor Hollandse klimaatvluchtelingen en gelukszoekers. Zijn we daar blij mee? De afgelopen eeuwen hebben de Hollandse overheersers van Oranje het Katholieke geloof immers verboden, de bevolking onderdrukt, de grondstoffen uit onze bodem geroofd en ons accent geïmiteerd op de nationale radio. Ziekenhuizen in ’t Zuiden werden gesloten, opera’s wegbezuinigd en het openbaar vervoer zorgvuldig afgebraoke. Maar toch wordt de eenentwintigste eeuw onze eeuw. Veer zeen sjtrakkes de insigste provincie mit dreug veut!
Laote veer vanaaf noe neet allein de meis gastvrieje provincie zeen, mer ouch de provincie wo se eers de taal mós lere veurdet se dich d’r permenent kins vestige. Rowwen Hèze kós nog waal ‘ns geliek kriege!