Het landbouwakkoord is afgeschoten. Dat was de kop in het nieuws deze week. Ik was onder de indruk van deze berichtgeving, want het betekent nogal wat als je, als boerenorganisatie, de stekker uit een maandenlang overleg trekt waar wordt gesproken over miljarden euro’s steun om tot een oplossing te komen voor “de boeren”. Tja, dat is heel veel geld natuurlijk, dat is duidelijk. Daarmee kun je veel stoppende bedrijven compensatie aanbieden en dat is op zichzelf natuurlijk erg aanlokkelijk. Echter boeren die willen doorgaan met hun vak en passie staan niet te wachten op alleen geld.
Als jonge ondernemer, boer van de toekomst, zul je altijd een richting moeten hebben of ontwikkelen voor wat je gaat doen. Geld investeren is in alle gevallen noodzakelijk om een beoogd plan te kunnen gaan uitvoeren, of het nu modern groot of kleinschalig biologisch is. En dan heb je een bank nodig om te kunnen lenen; net als bij het kopen of verbeteren van een huis bv. Als je vervolgens als beginnend boer die lening moet gaan terugbetalen (en dan gaat het al gauw over grote bedragen) moet er wel elke maand genoeg opbrengst zijn gedurende vele jaren. Dus op het moment van geld lenen en investeren in de toekomst van je bedrijf moet er enig vertrouwen zijn dat je ook een goede boterham overhoudt als je er zo hard voor werkt. En daarvoor is het nodig dat je een beetje zekerheid hebt dat je investeringen gunstig zullen uitpakken. Als dan de toezeggingen op het gebied van regelgeving en mogelijke extra eisen in de toekomst erg onzeker blijven helpt het niet voor de jonge boer(inn)en als er een grote zak geld klaarstaat voor het stoppen van anderen.
Waar wij als land zeker wel behoefte aan hebben is een agrarische sector met jeugdig elan, die op gevarieerde wijze ons land en ons landschap, met zijn natuur, in stand kan houden en de kennis die daarbij hoort, ook wel genoemd ‘Gezond Boeren Verstand’, bewaart voor de toekomst. Als je met veel geld het jonge enthousiasme niet terugbrengt bij de jeugd, staat ons land in die zin een schrale toekomst te wachten.
Wat verloren dreigt te gaan is de GBV- kennis van de oudere generatie, die daar ooit met vele paplepels werd ingegoten.
Want toen waren er nog grote aantallen boeren! Inmiddels blijven er alsmaar minder over in ons land. Daarmee zullen ook het kennisniveau en de onderwijsmogelijkheden nog verder verschralen, want het aantal agrarische leerlingen is minimaal. Juist daarin was ons land ijzersterk! Onderwijs en voorlichting hebben enorm veel kennisverspreiding en bedrijfsontwikkeling mogelijk gemaakt en gaan nu naar de vaantjes…
Een week geleden kreeg ik een mailtje van een oudere dierenarts-collega die zijn ernstige bezorgdheid uitsprak over welke kant we opgaan. Hij was zelf ook hobby schapenhouder en las moderne wetenschappelijke onderzoeken over dierwelzijn en dieren houden, over hittestress bij schapen en hoe je dat kunt bepalen met ingewikkelde meetsystemen. Waarom zo moeilijk, vroeg hij zich af? Met GBV weet je dat er schaduw mogelijkheid moet zijn en dat je daarmee de juiste zorg voor je dieren verschaft. Steeds minder mensen weten hoe dat werkt in de praktijk, “zorg voor je dieren”. Menigeen groeide ermee op in mijn jeugd. Echter nu moet je al ver zoeken naar mensen die het nog weten. Je kunt ook gaan ‘googelen’, het gouden toverwoord om alle soortenkennis te kunnen vinden op ons internet. Maar dan? HOE moet je het DOEN?. Immers weten is 1, doen is wat anders. Zoiets heette toen en ook nu nog steeds GBV, Gezond Boeren Verstand. Ik hoop dat het nooit verdwijnt.