“Wij zijn de tijden”, het is een citaat van bisschop Augustinus, die leefde rond de 4de eeuw. Met “wij zijn de tijden” wordt Augustinus concreet en praktisch. Wij, dat bent u en ik. Op dit uur, in deze stad, op deze plek. We léven hier en nu.
Wij, concrete mensen, met onze zorgen, met onze verlangens, met onze onmacht én onze vreugden.
Wij, te midden van onze medemensen, in een verward Nederland dat op dit moment in de greep is van het Coronavirus.
Hoe deze crisis te tackelen? Door concreet en serieus op de eerste plaats de adviezen op te volgen. U kent ze al. Was regelmatig uw handen, houd een duidelijk afstand, nies in je ellenboog. Maar ook, wees verstandig en blijf thuis. Zoek niet onnodig het risico.
Vooral ook als u gaat winkelen. Gebruik uw verstand. Onder ons brak de angst uit van het hamsteren. Opslaan. Bergen vol. Waarom? Vanwege de onzekere tijd, vanwege angst. En juist dat laatste liet zien dat het slechte uit ons omhoog kwam in plaats van het beste. Want juist de kwetsbare groep viel buiten de boot. Onze medemens, wellicht een eigen ouder.
We worden opgeroepen om solidair te zijn. Jaren is diep van binnen in onze maatschappij het spook van de individualisering ingeslopen. Je kunt het zelf wel aan. Wordt ZZP’er. Nu dreigen deze mensen buiten de boot te vallen. Zo ook onze ouderen, mensen met een lichamelijk en geestelijke beperking.
Vanuit ons christen zijn, kunnen we ons optrekken aan de prachtige uitdaging van het Matheusevangelie, hoofdstuk 25, vers 35 – 40 “Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht. Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringste van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan.”
Opkomen voor die naaste, hoe kun je dat concreet doen? Door bijvoorbeeld een telefooncirkel te beginnen.
Ieder van u kan vijf mensen op een lijst zeten, van wie u weet dat zij alleen zijn. Bel hen geregeld op. Skype met hen. Als u gezond bent, vraag of u voor hen boodschappen kunt doen. Kinderen die thuis zijn, vanwege gesloten scholen. Ga knutselen, maak bijvoorbeeld een tekening of een kaart. Maak een foto hoek met uw dierbaren, ontsteek een kaars en denk aan diegenen die u meedraagt in uw hart.
De veertigdagentijd is van oudsher een soort woestijntijd. We bevinden ons in een geestelijke woestijn van onzekerheid. Laten we eerlijk zijn, een tijd van onzekerheid, van angst en soms nog steeds van dommigheid. “Het is toch een griepje of het zal wel meevallen” Berichten via sociale media overspoelen ons dagelijks en maken ons onzeker.
Ook ik ben bang, onzeker, klein en kwetsbaar.
Voor die onzichtbare vijand, dat virus. Ook ik blijf geloof zoeken en liefde, vooral ook hoop.
Het wordt onzeker, of we Pasen kunnen gaan vieren met zijn allen. Ja Pasen vieren we zeker. De verrijzenis en het opstaan uit de dood. De dood van onze eigen ego, die ons nu laat zien dat spullen, vakanties etc. niet ter zake doen. Dat het beminnen van God en de naaste door middel van zorg en attentie nu het voornaamste is, en altijd geweest is. Ook al vieren we het achter gesloten deuren, het verwijst naar het graf. Gods kracht rolde de steen van de doodbij het graf weg. Hij overwon.
De crisis zullen we samen overwinnen. In Gods vertrouwen en met gezond mensenverstand.
We bidden om al diegenen die ons verzorgen. Vanuit medische hoek, maar ook vanuit de winkels. Vanuit de overheid en al diegenen die vrijwillig zich blijven inzetten.
Dank.
Pastoor Marcus Vankan