ColumnsMarcus Vankan

Column: Een dag in september door Marcus Vankan

Midden Limburg

Op 14 september 1958 vond in het slaperige Franse dorpje Colombey-les-Deux-Églises een bijzondere ontmoeting plaats tussen de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer en de Franse premier-generaal Charles de Gaulle. Voor beiden stond er veel op het spel.

Het was de enige keer dat De Gaulle in zijn huis een buitenlands staatshoofd ontving. Geen grootse staatsreceptie, maar een aanvankelijk sceptisch begroete persoonlijke kennismaking, achter gesloten deuren in “La Boisserie”. Daar zaten twee mannen tegenover elkaar die de verschrikkingen van beide wereldoorlogen aan den lijve hadden ondervonden. Het werd een eerlijke, soms harde, maar wezenlijke uitwisseling. De Gaulle droomde van een sterk, zelfstandig Frankrijk met atoombommen. Adenauer hield vast aan de veiligheid onder de Amerikaanse paraplu.

En toch groeide het gesprek langzaam uit tot meer dan politiek. Het werd een ontmoeting van mens tot mens, waarin voorzichtig vertrouwen ontstond. Twee ego’s maakten plaats voor dienstbaarheid. Aan het eind van die dag besloten ze, tegen de stroom van publieke opinie in, de eeuwenoude “erfvijandschap” tussen hun volkeren te doorbreken. Zo legden zij de kiem voor de Frans-Duitse verzoening, die later de motor zou worden van de Europese eenwording.

Adenauer bracht een bijzonder geschenk mee voor Yvonne de Gaulle: een houten Pieta uit de 17de eeuw. Maria met de gestorven Christus op haar schoot. Symbolischer kon nauwelijks. Het beeld sprak zonder woorden. Het riep de wonden van het verleden op – moeders die hun kinderen hadden verloren, vaders die nooit thuiskwamen, gezinnen die getekend bleven door verlies. De Pieta, letterlijk “medelijden” of “compassie”, vroeg om barmhartigheid. Voor beide katholieke politici stond dit beeld bovendien voor hoop: door de dood heen naar nieuw leven, zoals de natuur zelf het ons telkens weer voorhoudt.

En onze tijd? Die lijkt vol van ego’s – in de politiek, zowel in Den Haag als ook lokaal. Helaas ook in de kerk, op het werk, in de vereniging, zelfs thuis. We zien hoe snel het “wij tegen hen” is, hoe gemakkelijk een ander zwartgemaakt wordt zodra we onze zin niet krijgen. Vrede staat op springen, in Europa en ver daarbuiten. Hoe we doorschieten in overconsumptie, in het sluiten van deuren voor mens in nood. Beproefd door eenzaamheid, door psychische problemen of omdat ze op de vlucht zijn vanwege oorlog en geweld.

Juist daarom blijft de les van Colombey actueel. Waar ego’s plaatsmaken voor dienstbaarheid, kan verzoening beginnen.

 Waar compassie niet zwakte is maar kracht, ontstaat nieuw leven. Misschien hebben we vandaag meer dan ooit weer een Pieta nodig.

Marcus Vankan