Enkele weken geleden was ik deelnemer aan een bijeenkomst van SAVE, een overkoepelende organisatie van deskundigen uit heel Europa die zich inzetten voor het behoud van bijzondere rassen. Zij zijn allemaal enthousiast over de mooie verscheidenheid van dieren die we, net als in ons eigen land, ook in de ons omringende landen onderweg tegenkomen.
Door de eeuwen heen zijn deze verschillende rassen van koeien, schapen, honden, paarden enz. door onze voorouders, houders en hoeders van deze dieren ontwikkeld en gefokt. Mede door selectie van de exemplaren met de beste en mooiste eigenschappen en door deze met elkaar te paren werd de variatie gecreëerd die we nu overal kunnen terugzien.
Wat ik hier beschrijf is de basis van het hebben en houden en fokken van dieren; controle nemen over het leven van en met huisdieren. En dat staat tegenwoordig enorm ter discussie.
Ik begrijp dat niet zo goed, deels val ik in herhaling maar ik vind de boodschap dan ook van wezenlijk belang.
Om dieren te houden, ook in de toekomst, zullen ze zich moeten vermeerderen. En als je invloed wilt hebben over welke soort dieren je wilt hebben zul je moeten sturen in de fokkerij. Logisch toch?
Anders zou alles in het wilde weg gaan paren en dan is het einde zoek; óf helemaal niet paren en dan blijft er niks over.
Uitgangspunt daarbij is uiteraard dat het houden van dieren op een nette, dierwaardige en diervriendelijke manier moet gebeuren. Daarmee raak je aan een aantal, voor menigeen, gevoelige punten.
Welke dieren je ook fokt, er komen altijd grofweg de helft mannelijke en de helft vrouwelijke exemplaren tevoorschijn. Zeker bij soorten waar altijd grote aantallen geboren worden is het overschot aan mannen vaak een probleem.
Dit is niet op te lossen door gewoon alle dieren te blijven houden; wel kunnen we ze opeten of soms castreren om ongewenste overschotten te voorkomen. De vraag voor velen is of dat dierwaardig is. En dan zeg ik volmondig: Ja. Na een goed leven is het doden, op een uiteraard fatsoenlijke manier, een logische en acceptabele manier om te reguleren in onze dierenwereld.
Ook in het wild wordt gereguleerd. Door roofdieren en jagers. Jagers hebben verantwoording af te leggen, roofdieren niet. Daar ligt een gevoelig punt dat ik ook al eens eerder heb aangehaald.
Tijdens de bijeenkomst van de Europese houders van bijzondere dierrassen bleek dat in bijna alle Europese landen een alarmerende toename plaats vindt van aanvallen van wolven op gehouden dieren. Overal zijn meer wolven met jongen gesignaleerd en het aantal gedode schapen en andere huisdieren knalt omhoog. Vergelijkbaar met de geslachte huiskippen als de vossenpopulatie uitdijt. De natuur kent ook hier zijn beperkingen, als konijnen te snel fokken komt er een ziekte in, als wolven te snel fokken gaan onze huisdieren eraan…
Wie zijn wij mensen om te mogen ingrijpen?
Sommigen zeggen dat wij alleen maar verstoren. Ik denk dat we met verstand moeten en mogen reguleren!
Het moeilijkste punt in deze discussie is tevens een erg gevoelig punt. Vele mensen reageren uitsluitend uit emotie op wat ze zien. Bovendien mogen ze er dan iets van vinden. Daar zijn we in Nederland sowieso heel goed in. De stap die dan volgt brengt vaak de problemen. Diezelfde mensen willen dat “het” verandert. En ook over die verandering hebben ze een mening. Een mening die vooral sterk is in welk resultaat ze willen zien. Maar de weg ernaar toe willen ze aan anderen overlaten, of liever overslaan. Want als het daar te moeilijk wordt….
Historische ontwikkelingen verlopen altijd met vallen en opstaan.
Laten we allemaal ons gezond verstand blijven gebruiken en daarop vertrouwen.