ColumnsJohn Hölsgens

Column John Hölsgens: Van vergiet tot doorsjlaag

Leudal

Het  zijn weer de hoogtijdagen van ons dialect. Op diverse redacties wordt men tot wanhoop gedreven bij de pogingen de prinselijke proclamaties uit Horn, Nederweert en Ohé en Laak uit elkaar te houden. Daar komt bij dat het natuurlijk mooie folklore is, maar we heten niet allemaal Frits Criens en het feit dat er gewoon geen geschreven grammatica voor 'het Limburgs' bestaat maakt het er zeker niet gemakkelijker op.

 

Maar zie, sinds kort bemoeit ook de provinciale overheid zich steeds nadrukkelijker met taalkwesties. Op een aantal plaatsen werd al bij de kinderopvang en in de peuterspeelzalen het dialect gestimuleerd. De Statenfractie van het CDA vindt echter dat men wel wat eerder mag beginnen. Consultatiebureaus worden opgeroepen ouders te overtuigen Limburgs te spreken tegen hun kinderen. Het volgende voorstel behelst waarschijnlijk het strelen van de zwangere moederbuik door de vader, terwijl deze zachtjes woordjes prevelt als 'sjottelsplak', 'heijsche' en 'koekerel'.

 

Natuurlijk is tweetaligheid mooi, maar overdrijven is ook een kunst. Een nadeel is het zeker niet, maar het voordeel wordt regelmatig zwaar aangedikt.

 

In tijden dat wetenschappelijk onderzoek steeds vaker 'ook maar een mening' is, zit daar dus meestal een meer populistische drijfveer achter.

Mensen zijn nu eenmaal altijd bang iets kwijt te raken en als jij belooft dat je dat zult voorkomen, dan zul je gegarandeerd zieltjes winnen. Als je daarbij voor het thema taal kiest, in welke vorm dan ook, zul je echter vroeg of laat altijd als bedrieger uit de bus komen.



Want zoals ik al vaker heb aangegeven: taal kun je niet bewaren. Maar het blijft vreemd dat er altijd weer deskundigen voor nodig zijn om ons daaraan te herinneren, terwijl we als taalgebruiker allemaal midden in de praktijk staan. Recent was het hoogleraar Historische taalkunde Nicoline van der Sijs, die er nog eens op wees dat alleen dode talen – zoals Latijn of Gotisch –  niet meer veranderen. Daarom weet u ook niet wat 'Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu' betekent, tenzij u ook Historische letteren heeft gestudeerd. Want dit koeterwaals is toch echt lange tijd als de oudst bekende zin in het Nederlands aangemerkt. Zoekt u het rustig even op.

 

Van der Sijs zei het zelfs nog anders:

'De taalfout van nu, is de taal van de toekomst'.

Dat wil niet zeggen dat ze er maar op los kriebelt. Natuurlijk volgt ook zij bij het beoordelen van scripties de regels van de standaardtaal. Maar taalfouten vindt zij juist interessant, omdat ze aangeven welke ontwikkeling de taal doormaakt. Evenals het gebruik van mode- én leenwoorden. En waar zelfs ik me ondanks deze kennis regelmatig kan ergeren aan opgeblazen gedoe, zoals wanneer de 'vendor- en storegroupmanager de processmanager omnichannel operations' bij het overleg wil betrekken, daar had Van der Sijs ook geruststellende woorden voor mij.

 

 

'Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de Engelse leenwoorden na verloop van twintig tot dertig jaar alweer verdwenen is. Het valt kortom wel mee met de invloed van het Engels op het Nederlands.' Over een ander actuele discussie, het gebruik van Engels op universiteiten, had de hoogleraar eveneens een afgewogen opinie. 'Dat er aan de universiteit Engels gesproken wordt, vind ik niet gek, maar we moeten er ook Nederlands blijven spreken, naast trouwens Frans en Duits. Meertaligheid is goed, zeker op de universiteit. Tegen Engelstalige masterstudies heb ik niet zo'n bezwaar: die leiden op voor de Engelstalige academische wereld en daarbij hoort goed Engels leren spreken. Maar laten we niet doorslaan en kinderen al op de kleuterschool Engels gaan leren omdat ze alleen dan naar de universiteit kunnen... '

Misschien is dat nog wel het beste advies voor politici die zich toch met taalontwikkeling willen bezighouden. 'Vergiet', 'zeibaor', 'doeërslaâg' of 'doorsjlaag': het is allemaal goed.

Maar doorslaan niet.

 

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.