ColumnsBen Ubachs

Column : Luchtinlaat door Ben Ubachs

Midden Limburg

Ook wanneer je de zeventig bent gepasseerd, blijf je je geregeld verbazen. Gelukkig maar. Hoewel de dagen zich soms in een monotone cadans aaneenrijgen, zijn er onverwachte wendingen die de dag net even anders maken. Vaak zijn het de onnozelste momenten die het leven opfleuren en het kind in ons wakker houden.

Zonder die momenten verzand je al gauw in een brei van fantasieloze alledaagsheid en dreigt het risico dat je een ouwe mopperklaas wordt.

Zo eentje die op elke slak zout legt en de buigzaamheid heeft van hard gegoten Kruppstahl. Mijn vriend Jan heeft daar nog lang geen last van. Hij wil kleur brengen in elke nieuwe dag en grossiert met regelmaat in onwaarschijnlijke theorieën die soms nog waar zijn ook.

 

Verleden jaar zou ik samen met hem een fietstocht van enkele dagen gaan maken over de Vennbahn, een oude industriële spoorlijn, heen en terug van Aken naar Luxemburg. We fietsten dat jaar namelijk al veertig jaar lang wekelijks samen op de racefiets, slechts onderbroken door vakanties of tijdelijk persoonlijk malheur. Dat jubileum wilden we op passende wijze vieren. De route was al doorgesproken en overnachtingsadresjes waren bekeken totdat corona roet in het eten gooide. Nu mag van uitstel natuurlijk geen afstel komen, dus onze wekelijkse trainingstochtjes hebben we tot op de dag van vandaag vol gehouden. Rust roest en beentjes die op leeftijd zijn, moeten draaiende blijven om niet vast te lopen.

Een oldtimer die lang in de garage is weggestopt, krijg je ook niet vanzelf weer aan de praat.

 

Nu heeft de tijd zowel bij Jan als mezelf wat natuurlijk sloopwerk verricht. In de loop der jaren heeft de hoeveelheid pilletjes en smeerseltjes in onze medicijnkastjes een indrukwekkende omvang aangenomen. Je moet van goede huize komen om het spul iedere dag foutloos tot je te nemen. Wanneer ik bij de apotheek binnenwandel, kijkt de baas van de apothekersassistentes blij van achter zijn brilletje op. Kassagerinkel is een vrolijk stemmend geluid als je aan de goeie kant van het apparaat staat, en ik zorg overigens graag op mijn manier voor de zorgverlener. Ook Jan doet er alles aan de aandelenkoersen van de farmaceutische industrie omhoog te stuwen en dat loopt erg lekker. Niettemin heeft zich enige slijtage aan onze motortjes en de aderen erom heen ontwikkeld. Niet ongebruikelijk en erg ongerust makend op die leeftijd, maar veel en lang gas geven zit er niet meer in. Wij peddelen rustig voort terwijl links en rechts jong gespuis langs ons heen zoeft. En happen naar adem kun je trouwens trainen.

 

Zo bracht Jan -als volleerd techneut nog steeds op de hoogte van de allerlaatste technologische innovaties- me op de hoogte van een baanbrekende nieuwe theorie die me letterlijk de adem benam.

We fietsten onder de brandende juni-zon en bij dit bericht weigerden mijn benen spontaan verdere dienst. Gelukkig was ons favoriete terras in Nederweert vlakbij. Jan vertelde me met uitgestreken gezicht over hoopvolle nieuwe ontwikkelingen voor fietsers in ademnood. Japanse wetenschappers blijken vorige maand een studie te hebben gepubliceerd die aantoont dat zoogdieren in nood de, laat ik het omzichtig omschrijven, achteruitgang kunnen gebruiken als luchtinlaat. Ademtekort wordt zodoende tweezijdig bestreden want zuurstof komt van meerdere kanten binnen.

De onderzoeksresultaten zouden ook kansen bieden voor een nieuwe beademingstechniek voor menselijke patiënten. Het is na te lezen op internet. Jan benadrukte wel dat er enige souplesse in de heupen gevraagd wordt voor een optimaal resultaat. Hij deed een onmogelijke draai met de heupen voor waarop een buikdanseres jaloers zou zijn. Ik moest even bijkomen van het verhaal en nam een flinke slok van mijn trappist. Op die manier inademen zag ik niet direct zitten. Hooguit af en toe uitademen.

 

 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.