ColumnsJohn Hölsgens

Column 'Sprezzatura' door John Hölsgens

Leudal

We hebben allemaal wel eens behoefte aan goede raad. Met name als het even tegenzit, is een goed advies van een betrouwbare vriend vaak goud waard. Media gaan veelal nog een stapje verder. Die geven regelmatig tips voor situaties waarin het juist heel goed met je gaat. U mag straks uiteraard zelf weer bepalen hoe zinvol of hoe schandelijk dat is.

Laten we als eerste voorbeeld eens kijken naar Dagblad De Limburger. Die krant geeft periodiek een bijlage uit die als 'Gids voor het goede leven' omschreven wordt. Inhoudelijk klopt dat wel, want het moet je zoals gezegd wel een beetje voor de wind gaan, wil je een bezoek brengen aan alle eetgelegenheden die de 'culinair verslaggever' aandoet. Nu heb ik geen klagen, maar doordat de journalist van dienst laatst in mijn eigen geboorteplaats te gast was, trok met name daarom die aflevering mijn bijzondere aandacht. Het restaurant waar hij in opdracht van de krant kon gaan smikkelen en smullen, zou ik zelf zeker aan vrienden aanbevelen als een uitstekende zaak. Lekker eten, gezellige sfeer, leuke bediening en een prima verhouding tussen prijs en kwaliteit. Maar dat is natuurlijk niet genoeg als je culinair expert bent...

Allereerst werd daarom de lokale Dorpstraat omschreven als een 'boulevard voor gourmands'. Mocht u dat wat overdreven vinden, in de daaropvolgende omschrijving werd er zelfs een 'gastronomische allee' van gemaakt, midden in 'het levendige centrum' van het dörp. Ik weet niet wanneer u voor het laatst in Heythuysen bent geweest, maar ik vermoed dat hier niet alleen in Roggel en Neer schamper om gelachen wordt. Het begrip 'Heitser windj' werd kortom een heel nieuw leven ingeblazen.

 

Aangezien het bovendien een Italiaans restaurant betrof, was het natuurlijk wel de bedoeling dat je een woordenboek nodig had om het stuk te begrijpen. En dus diende de vergelijking getrokken te worden met een modern 'palazzo', waar 'fare la bella figura - er goed uitzien' belangrijk is, maar waar de bediening wel met wat meer 'sprezzatura' zou mogen bedienen. Daarom kreeg het personeel slechts het cijfer 7 van onze kenner. Ik hoop dat die hardwerkende dames en heren zich deze flauwekul niet al te zeer aangetrokken hebben.

 

Omdat het verwijt van jaloezie nu natuurlijk op de loer ligt: mijn volgende voorbeelden komen uit eigen ervaring. Ten tijde van het begin van mijn loopbaan had men in Maastricht het plan opgevat een vakantiebeurs te organiseren. Daarvan had men ook in een afgehuurde zaal tijdens een persmomentje kond kunnen doen. Maar zo werkt dat dus niet. Nee, een heel vliegtuig werd volgestouwd om het regionale journalistenkorps - inclusief ondergetekende én natuurlijk de onvermijdelijke Jo Cortenraedt - naar Mallorca te vervoeren.

 

Het programma: eten, drinken, een jeeptour, eten, drinken, golfen en uitgaan om te eten en te drinken. Op een ochtend werd na het ontbijt tien minuten iets over de beurs verteld. Ik had me nog verslapen ook, zodat ik niet eens uitgebreid gebruik had kunnen maken van mijn enorme badruimte, die op zichzelf al groter was dan de omvangrijkste hotelkamer die ik ooit gezien had. Of zoals de Belgische collega van Het Laatste Nieuws in mijn oor fluisterde: 'John, ik ben verloren gelopen in mijn eigen kamer.'

De volgende morgen kwam het kamermeisje binnen, terwijl ik toch niet om roomservice had gevraagd.

Ze schreed richting mijn riante bed en sloeg de lakens open. Ik dacht zelfs nog even: 'Het zal toch niet waar wezen...?'

Maar zo ver bleek men toch niet te willen gaan voor een stukje van vijhonderd positieve woorden in het Zondagsnieuws. Het meisje legde slechts een bonbon op mijn kussen en verdween weer net zo fluks als ze verschenen was.

 

Ik beken u hier nu eerlijk dat ik ook het jaar daarop, na eerst een paar dagen in het Ierse Cork op kleiduiven te hebben geschoten en een Whiskyproeverij te hebben doorstaan, opnieuw schreef dat u allemaal naar de vakantiebeurs in Maastricht moest gaan. Of u dat ook daadwerkelijk gedaan heeft, weet ik niet. Maar ik was jong en groen in het vak, moet u weten. U begrijpt dat ik inmiddels van mening ben dat u helemaal niets moet. Zoals ik ook de titel van de bijlage die dus tevens 'Gids voor het goede leven' genoemd wordt, nét iets te gebiedend vind: 'Leef!' Met een uitroepteken welteverstaan.

 

Ik bedoel, dat wil ik heus. Maar dan wel op míjn manier.

 

 

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.