Als je de natuur ingaat dan merk je dat de natuur zich langzaam aan het voorbereiden is in deze herfsttijd op de naderende winter. De dagen worden korter, en de nachten langzaam donkerder en mistiger. Bomen worden kaler, vogels trekken naar het zonnige zuiden, kortom de natuur sterft een beetje. Dieren leggen hun voedselvoorraden aan, en trekken zich terug in een geborgen plaats. Er wordt geoogst. Ook wij mensen zoeken de warmte op, de geborgenheid. Meestal ’s avonds wordt er wel een kaarsje aangestoken voor de sfeer, de gezelligheid, en zoekt men de warmte van het vuur op rondom de kachel.
Echter sinds maanden missen we de menselijke warmte door corona. We hebben een harde leerschool in deze dagen onder de slogan ‘Leven is loslaten’. Steeds zijn er weer momenten in ons leven, dat we banden moeten loslaten. Dit loslaten begint al bij de geboorte van een kind, dat de moeder een stuk prijsgeeft van haar leven en haar vitaliteit. En elke dag dat we leven, is een dag dichter bij de dood.
Elk uur nemen we afscheid van iemand of iets. Honderd duizend vormen. Het zijn evenveel vormen van pijn en verdriet. Vertrouwde banden die gebroken worden. Vooral onder verdrietige omstandigheden onder allerlei regels die ons beperken in die rouw en het persoonlijk afscheid.
Een vanzelfsprekendheid die we ook hebben moeten loslaten was de gedachte van onze vrijheid. Doen en laten waar we zelf zin in hebben. Heerlijk je eigen ego, je eigen individu voorop stellen. Maar we zitten hoe oud of jong we ook zijn in hetzelfde schuitje. Enkele BN’ers, gevoed door hun eigen sociale platform en praatprogramma’s op de Nederlandse buis, proberen ons ervan af te brengen. Erg onvolwassen en gevaarlijk dom gedrag. We zitten nu eenmaal met een voorlopig ‘nieuw’ normaal.
Alles op zijn tijd, zegt de prediker in de Bijbel. En in een psalm staat: “In uw handen liggen mijn tijd.” De tijd dat ik lijd en de tijd van mijn vreugde, die van mijn werk en die van mijn rust, die van mijn zekerheid en die van mijn twijfel, die van mijn hoop en die van mijn wanhoop. En ten slotte die van mijn leven en die van mijn dood.
Bij velen van ons is het wat donker, door eenzaamheid, onzekerheid, gemis en verdriet.
Waar ze, zeker in deze oktoberdagen, scherper dan anders hun eigen vergankelijkheid aanvoelen. En waar ze, zoals in het mooie verhaal van de Emmaüsgangers die onderweg zijn vol verdriet vragen aan de verrezen Jezus: Blijf bij ons, het wordt avond. Laat ons niet alleen met onze hulpeloosheid, onze onzekerheid, en onze angsten.
Blijf mij nabij wanneer het avond is. Blijf mij nabij bij de moeilijke weg die zich stilaan voor mij aankondigt. Ook dan is Hij nabij om allen te sterken die in Hem geloven. Voor allen die Hem in geloof dichtbij weten bij het breken van het brood. Zoeken we troost in geloof, dat letterlijk vertaald betekent ‘ik geef mijn hart aan iemand’. Geef je hart in bescheidenheid en met verantwoordelijkheid. Hetzij in deze dagen op wat afstand.
Pastoor Marcus Vankan