De gang naar DAB

Verhuizen is een aparte episode in een mensenleven. We schijnen het gemiddeld zo eens per tien jaar mee te maken en als u het mij vraagt is dat prima zo. Niet meer, dat betekent te vaak gedoe en bij minder loop je de kans vast te roesten. Natuurlijk hulde voor honkvaste mensen die verklonken zijn met hun geboortegrond en de vertrouwde woonomgeving nooit achter zich willen laten -daarvoor alle begrip- maar op zijn tijd een andere stek is ook niet verkeerd. Veranderen van lucht verfrist de geest en je leert altijd weer nieuwe mensen kennen. 

Een kleine maand geleden, net voor de 11e van de 11e, verkaste ik van het gezellige, overzichtelijke Baexem naar het twee kilometer verder gelegen Heythuysen, ‘Heytse’ in de volksmond. Twee kilometer lijkt niet veel, maar neemt u van mij aan dat het voor een inwoner van het Plekploaster-rijk  een gigantische stap is. Je hebt wat uit te leggen wanneer je gaat emigreren naar het land van de Kwakkerte! Men twijfelt openlijk aan je verstandelijke vermogens en het insmeren met pek en veren is niet veraf. Zo neemt de overtocht naar ’Heytse’ als het ware de proporties aan van een zware boetedoening voor de erfzonde. 

De fameuze, loodzware gang naar Canossa, ooit in een ver verleden de plaats waar de keizer zich aan de paus onderwierp en synoniem voor een barre boetetocht, lijkt er een vrolijk plezierreisje bij. Verstokte Baexemers krijgen slechts met de grootste moeite het woord ‘Heytse’ langs het strottenhoofd geperst en spreken liever over “DAB”, het Dorp Achter Baexem. En als je vanuit Maastricht komt, via de A2 de afslag Ittervoort/Thorn/Grathem neemt en binnendoor via Grathem naar Baexem rijdt, hebben ze ook alle gelijk van de wereld. Geografisch is daar geen speld tussen te krijgen. Zo (en alleen zo) bezien getuigt dit inzicht van een helder verstand en gebruik hiervan respecteer en waardeer ik.

Maar verhuizen is natuurlijk veel meer dan speels gekissebis en plagerige spielerei over de keuze van je woonplek. Verhuizen betekent schiften en scheiden, de deur van de kringloopwinkel plat lopen, en dozen vullen. Spullen glijden steeds opnieuw door je handen voordat je er afscheid van neemt. In zekere zin vangt het verleden je met elk frutseltje en tierelantijntje en val je telkens terug in de tijd. Fotoalbums zijn de spiegel van een vorig leven, zo kortgeleden en toch zo ver weg. Nostalgie borrelt met regelmaat op maar tegelijkertijd besef je de rijkdom van dit moment, van het hier en het nu. Gisteren was, vandaag is en morgen zien we weer. Het verleden hoeft niet vergeten te worden, allesbehalve,  want daarvoor zijn herinneringen te mooi en te diep. Die herinneringen zijn het waardevolle gereedschap voor iets geheel nieuws, iets dat verrassend uit de steigers kan komen. En nieuw leven vraagt om een gezonde voedingsbodem, om frisse potgrond. Oude inboedel opruimen betekent niet alleen letterlijk ruimte maken, ook figuurlijk ga je over een brug.

Want de belangrijkste les van verhuizen is dat materie vergankelijk is; weinig spullen blijken bruikbaar, vele hebben al jarenlang een weggestopt bestaan geleid in een stoffige hoek. Duur betaalde hebbedingetjes belanden op Marktplaats en gaan voor een habbekrats weg. Echt kostbare en dierbare zaken vullen nog geen halve verhuisdoos, om niet te zeggen nog niet één hand. Zoals de kaart met duizend hartjes die ik pas kreeg. En de verjaardagskaart voor mijn vijftigste, 19 jaar geleden, van mijn vrouw. Vier dagen ervoor was zij gestorven en op de kaart, buiten mijn weten om geschreven, wenste zij me nog een fijn leven. Mijn kinderen gaven me haar laatste pennenvrucht in onvast, bijna breekbaar schrift toen ik Abraham zag. Een fijn leven voor mij. Ongeacht waar, maar in elk geval op deze aardbol. Toen zij de kaart schreef, wist ze als geen ander hoe kostbaar en onvervangbaar leven is. Hier, tussen de levende mensen. En dus tel ik nu mijn zegeningen in DAB, het dorp achter Baexem, in alle rust op de plek waar vroeger de zusters ter kerke gingen en in de kloostertuin vol overgave brevierden. 
 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.