Heeft u hem al gehad, de vaccinatie(s) tegen het corona-virus?
Nog niet? Ik kan u gerust een hand geven, want dit is bij mij ook nog niet het geval geweest. Als over een tijdje de brief bij mij in de brievenbus valt met de boodschap dat ik een nummer moet bellen, dan zal ik dat zeker even laten doen. Ik heb immers geen zin om extra te gaan betalen, mocht ik er nu nog even vanaf zien.
Ik ben immers ook stilletjes aan op een leeftijd aan het geraken dat ik het geluk blijf zoeken, maar dan vooral in de kleine dingen die het leven ons kan bieden.
En dan laat ik me maar met een misschien kwalijk goedje vaccineren, waarmee heel misschien het geluk vast kan worden gehouden.
En nee, ik heb dus geen voorliefde voor naalden. Als ik vroeger bloed moest prikken, gebeurde dat altijd heel krampachtig. Dan ging ik naar het ziekenhuis te Weert en werd ik door mijn ouders naar de bloedhoek getroond. Zat er dan altijd een zuster met een brilletje op en doorleefde lippen … het deed me sterk aan een vrouwelijke Graaf Dracula denken … eentje die s’avonds bij thuiskomst haar ware aard liet zien als haar man bloedworst met rode paprika wist neer te zetten. Ze vloog hem dan onmiddellijk aan, maakte haar lange bruine haren los uit het knotje en gaf hem dan een onbedaarlijk lange en met bloed omgeven tongzoen.
Ik heb op de een of andere manier het gevoel dat wij voor ons geluk steeds meer afhankelijk worden van de naalden. Maar dan wel op een positieve manier, dus geen drugsgedoe. Die naalden, met hun medicijnen, vaccins, insuline voor diabetes-patiënten … ze zorgen ervoor dat wij in the running blijven en onze dromen kunnen blijven najagen.
Toen ik een kwart eeuw geleden op reis ging naar Thailand, moest ik mij van tevoren laten injecteren met een DTP-cocktail. Dit heeft eenieder moeten doen die zijn grenzen wilde verleggen tot in het verre Oosten. Die DTP-cocktail - waarvan DTP staat voor Difterie, Tetanus, Polio – werd op een zulk lieflijke manier door de doktersassistentie geïnjecteerd, dat het geluk op dat moment onomkeerbaar heilig was.
In Thailand maakten mijn reisgezelschap en ik zoveel bizarre avonturen mee. We reden op de rug van een olifant, bezochten de rivier Kwai, gingen naar een stripteaseclub vol vrouwen met mooie boezems die dan hun fooi in hun slipje stopten. Iets wat in deze tijden vol bitcoins en digitaal betalingsverkeer bijna niet meer kan. En ik zat achter op de motor bij een van de mooiste dames van het land. Het is gewoon teveel om op te noemen. Maar geen enkele gebeurtenis wist te tippen aan het feit dat ik zo lieflijk werd behandeld door de doktersassistente uit Ospel, iets wat zij waarschijnlijk allang vergeten zal zijn.
Ik heb vooralsnog geen idee hoe er straks zal uitzien, als wij met een corona-paspoort de poort weer uitkunnen en in Spanje of Portugal weer de oude veroveraars gaan spelen, die we in de zeventiende eeuw ook al waren. En of we helemaal in de gaten gehouden zullen worden, opdat we waarschijnlijk in een modernere versie van cyclomedia kunnen zien dat onze auto wordt gestolen door … de buurman in spé, die op nog geen anderhalve kilometer op een mountainbike met rode spatborden en gele handremmen aan komt rijden.
Waar gaat het toch naartoe? Alles, werkelijk alles wil de mens onder de duim houden. Zelfs het gevoel van geluk. En dat geluk komt altijd ergens terug, ook al is de natuur momenteel in intrinsiek opzicht nog altijd een tegenstander om rekening mee te houden. En ben je soms gewoon machteloos als je er niets tegen kunt doen. Dus als ik straks een vaccinatie heb gehad, bedenk ik mij: ik ga weer een nieuw avontuur aan. Zonder meer en zonder dralen.