ColumnsQuirien van Haelen

Klapperdebam

Haelen

Bam bam bam bam bam. Ik ben een enorme liefhebber van vuurwerk, ik hou van alles wat knalt, hoe harder hoe beter. Niet dat ik zelf veel vuurwerk afsteek, maar ik droom er wel altijd stiekem van. Dan zie ik mezelf met de hulp van vier anderen een enorme Chinese rol naar buiten dragen en uitrollen op de weg. En dan klapperdebam! O, driemiljoenklapper met flashkruid, wat zou ik je graag een keer afsteken! Ik ben een vuurwerkfan en ik ben vooral gek op knallers!

 

Vuurwerk ligt onder vuur. Als je tegenwoordig liefhebber van vuurwerk bent, kun je beter in de kast blijven en in stilte genieten van al het moois dat er op oudejaarsavond de lucht in geschoten wordt. Of van de megaharde knallen waarvan je ramen in de sponningen trillen. Vertel je aan anderen over je liefde voor Romeinse kaarsen, cakeboxen, voetzoekers of mortieren dan kun je afkeuring verwachten. Vuurwerk vervuilt het milieu, bezorgt mensen en dieren stress, zorgt voor letsel, kost geld en zo zijn er nog heel wat argumenten te bedenken om tegen vuurwerk te zijn. Ze zijn allemaal waar.

Sommige mensen blijven hardnekkig in een milieuvervuilende diesel rijden, ik hou van vuurwerk.

 

Met het dierenargument zit ik wel een beetje in mijn maag. Mijn hond is ook geen vuurwerkliefhebber en ik hoor af en toe verhalen van mensen die vuurwerk naar honden of eenden gooien. Die mensen zouden wat mij betreft voor de rest van hun leven in een vuurwerkvrije zone moeten worden opgesloten met alleen een doosje sterretjes met oudjaar. Gelukkig vormen deze helden een kleine minderheid, net als automobilisten die asociaal rijden. Omdat sommige mensen hufters op de weg zijn, kun je niet tegen autorijden zijn volgens mij. Maar goed, een vuurwerkvrij uitlaatuur tussen 21.00 en 22.00 zou best een goed idee zijn. Mijn hond zou voor zijn.  

 

Genoeg over alle narigheid, laten we het onderwerp eens positief benaderen: vuurwerk verbroedert. Wat is er mooier dan met de hele straat buiten naar de show van die ene gekke ondernemer op de hoek te kijken. ‘Die schiet volgens mij zeker een maandsalaris de lucht in,’ hoor ik u al zeggen. ‘Die pijl kost zeker 80 euro.’ ‘Het moog get koste!’ Het geeft de bovendien de antivuurwerkmafia een goede reden om zich superieur te voelen. ‘Moet je eens kijken wat een verspilling.’ Anderen zullen juist bij elke mooie pijl of cake ‘Oh, wat mooi’ roepen. ‘Het was gisteren bij ons weer prachtig,’ vertellen ze tijdens de nieuwjaarsborrel, ‘het lijkt elk jaar weer meer te worden!’ ‘Ja, schitterend,’ zegt de gesprekspartner, ‘maar waat ein hel sjlaeg vanoet Roggel, dao leek het waal aorlog.’

 

Voor de afstekers is het helemaal feest. Eindelijk kun je eens helemaal losgaan. Dagenlang liggen de spullen al in dozen in de kelder. De cakes zijn bestudeerd, de fonteinen op een rij gezet en de tienduizendklapper is al drie keer uitgerold. Dan is het 18.00, het feest gaat beginnen. De klok slaat en ratatatata, vanuit alle windrichtingen knallen de eerste klappers. Acht uur per jaar kun je knallen en die acht uur zijn nu aangebroken! Je gaat ervoor, aanmaaklont in de aanslag! Ik koester warme herinneringen aan dat moment.

 

Zelf ben ik dus al jaren niet meer zo’n fanatieke afsteker. Ik heb de kanonslagen en widowmakers voorgoed opgeborgen, de nitraten begraven en zelfs het Bengaals vuur is gedoofd. Gelukkig is er de buurjongen.

 

Het vorig jaar keken we zoals altijd naar het schitterende siervuurwerk van de overburen, dat is echt altijd een show waar het vuurwerkfestival in Scheveningen nog een puntje aan kan zuigen. Om tien over twaalf kwam mijn buurjongen vragen of we er moeite mee hadden als hij een Chinese rol in de straat uitrolde. Uh, nee! Hij had dus echt de allervetste, allerlangste, Chinese rol allertijdenooit. Wooow. De rol ging echt superhard en dat minutenlang, wat een beest van een rol.

Zoiets zie je normaal alleen op YouTube, echt mijn droom.

De volgende ochtend heb ik de overgebleven rommel bij elkaar geveegd. Hij moest dat van zijn moeder zelf doen, maar we waren hem voor. Mensen die voor vuurwerkspektakel zorgen, zouden dat niet op moeten hoeven ruimen. Als kijker en meegenieter toon ik graag mijn dankbaarheid. Dat zouden alle kijkers moeten doen.

 

Dit jaar is het nog maar de vraag of die Chinese rol er komt. De overburen gaan verhuizen en met een beetje pech zijn ze voor oudjaar weg. Voor ons is het afwachten en hopen dat de nieuwe overburen ook van de miljoenklappers zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Quirien van Haelen

Quirien van Haelen (1981) is dichter, docent en columnist. Hij publiceerde diverse dichtbundels, was columnist en presentator bij L1 en poëziecolumnist bij Radio 1. Vanaf het eerste nummer van HALLO Magazine schrijft hij columns voor dit platform, vaak met humoristische inslag. Zijn columns zijn populair van Nederweert tot Heibloem. Van Neer via Thorn naar Maasbracht. De Maas over en een bezoekje bij de Belgische buren waar zijn columns ook geliefd blijken te zijn.