Laatst was ik getuige van een gesprek op school waarbij een jongere het lijdend voorwerp was. De moeder van deze jongeman was vorig jaar overleden. Het zorgteam van school maakte zich ernstige zorgen en wilde een zorgmelding doen. Ik luisterde naar het verhaal van de school en als ik niet beter wist, zou ik zelfs meegaan in hun zorgen. Gelukkig mag een school niet eenzijdig een zorgmelding doen, de ouder moet altijd toestemming geven.
Die toestemming weigerde vader, omdat zijn kind in zijn werkelijkheid helemaal niet zorgwekkend was, zoals door de school werd aangegeven. Zijn kind zou suïcidaal zijn. Als toehoorder kon ik het gesprek redelijk objectief volgen en lette ik vooral op de non-verbale communicatie van de jongere en zijn vader.
Er was duidelijk sprake van een vertrouwensbreuk, daarvoor was er inmiddels teveel gebeurd. De professionals waren het met elkaar eens, er moest iets gebeuren. In de praktijk blijkt helaas dat er steeds meer suïcide onder jongeren voorkomt. Vorige week las ik hierover een artikel in de krant. In 2017 hebben 81 jongeren een einde aan hun leven gemaakt! Geen gezellig onderwerp, nee maar wel realiteit. Anders dan vroeger zijn er tegenwoordig steeds meer ‘manieren’, om toe geven aan de drang niet meer te willen leven. Eigenlijk komt het erop neer dat we niet meer goed weten hoe we moeten omgaan met allerlei problemen, die ook bij het leven horen.
Het leren omgaan met verlies is het belangrijkste. Verlies hoort bij het leven, dat weten we allemaal. Maar in onze maakbare wereld streven we met z’n allen naar perfectie. En als het noodlot toeslaat is de wereld te klein. In dit geval had ik te maken met een gezin dat al langere tijd met het aankomende verlies van hun moeder moest leren omgaan.
De kinderen hebben gedurende deze moeilijke periode vrijwel alleen in huis met elkaar moeten overleven. Vader moest werken – want het leven gaat gewoon door – en kinderen moeten naar school. Na het overlijden van hun moeder valt het gezin in een groot gat. In het begin is er nog wel hulp en aandacht, ook op school. Maar als na verloop van tijd de kinderen op school ‘moeilijk’ gedrag vertonen, worden ze net als andere kinderen gewoon ‘gestraft’ met gele en rode kaarten.
Als ik naar het verhaal van het kind luister, dat de laatste jaren ook nog heel erg is gepest op school, dan kan ik alleen maar met veel compassie luisteren. Voor me zit een gebroken vader en een gebroken kind, dat overigens heel intelligent is. Als een kind in deze situatie niet meer goed kan functioneren en toch mee moet draaien in het prestatiegerichte systeem, dan moet je het leven zelf even stop zetten. Samen met het gezin zoeken naar passende steun en voldoende tijd en aandacht, om ieder voor zich te leren leven met hun verlies.
Want daar ging het uiteindelijk toch om? Een rode draad in alle verhalen die ik mag horen van jongeren die verlies mee maken, hetzij door een echtscheiding of door overlijden, is dat er geen plek meer is voor hun! Ze vinden nergens aansluiting meer. Bij hun leeftijdsgenootjes gaat het over zaken die hen echt niet meer kunnen boeien. Dat maakt dat ze naast hun verdriet, ook nog eens in een isolement terecht komen.
En als je dan op school ook niet wordt gezien en gehoord, dan kan ik me heel goed voorstellen dat je het leven niet meer aankan. Daar moet aandacht voor zijn! Als we onze jongeren ondersteunen en helpen weer opnieuw vertrouwen te krijgen in de mensen om hen heen, dan is er hoop voor de toekomst.
Hun toekomst. Ik begrijp nog steeds niet , hoe het komt dat we met z’n allen vaak met lege handen staan. Het is misschien wel lastig, maar eigenlijk ook heel eenvoudig. Luister met een open hart naar het verdriet, de onmacht en boosheid die verlies met zich mee brengt. Ook na zoveel jaar! Sluit aan bij het verhaal en de behoefte, dan krijg je een sleutel in handen die de weg wijst naar vertrouwen. Er zit zoveel potentieel in onze kinderen, laat ze niet alleen.