Met een tevreden gevoel en een brede glimlach reed ik, na een inspirerende werkdag naar huis. Ik vind het heerlijk om een stukje te moeten rijden voordat ik thuis ben. Zo kan ik lekker mijn gedachten laten gaan over alles wat ik weer heb meegemaakt en de bijzondere mensen die ik die dag heb mogen ontmoeten. Heerlijk, met de wind in mijn haren en de zon op mijn toet, luisterend naar mijn favoriete CD van Joep…lekker mee zingen in het Limburgs. Dat bekt zo lekker. Totdat opeens het gas stottert en langzaam maar zeker de auto als het ware vanzelf gas terug. Nou ja, nee he,…toch niet midden op de autoweg!
Op zo’n moment moet je het hoofd koel houden en direct reageren. Ik stuur de auto meteen richting vluchtstrook, maar naast de vluchtstrook zit ook meteen een afrit. Dus, daar sta ik dan, links en rechts van mij razen de auto’s met hoge snelheid langs me heen. Het eerste wat ik kan bedenken is mijn ANWB-pasje. Gelukkig ben ik al jaren lid en heb ik dit pasje zelden nodig. Mijn gevoel zegt me dat dit nog wel eens een lange middag zou kunnen worden. Ik ren de weg over naar de zijkant en verschuil me achter de vangrail.
Door het geluid van voorbij razende auto’s kan ik de dame aan de andere kant van de lijn moeilijk verstaan. En dan begint het lange wachten. Leuk om te ervaren dat de huidige technologie je op dat moment kan troosten. Ik krijg meteen een berichtje op mijn telefoon dat hulp onderweg is, maar dat het nog minstens een uur kan duren. Nou ja, daar word ik niet blij van. Tegelijkertijd bedenk ik me dat ik van deze nood een deugd kan maken, als ik de situatie accepteer zoals die nu is en er het beste van wil maken. Ik zet op mijn telefoon – die gelukkig helemaal is opgeladen – muziek aan en luister met het apparaat tegen mijn oor. Dan begint het te regenen en schuil ik onder een viaduct, wat gelukkig dichtbij is. Daar sta je dan, auto’s razen voorbij en niemand lijkt het ook maar iets te schelen.
Mensen zitten in hun auto op weg naar hun eigen bestemming. Ik sta daar en als de ANWB niet komt, dan is er niemand die je een blik waardig schenkt. Gek he. Dat maakt deze situatie best bijzonder. Je hebt opeens heel veel tijd om na te denken en om je heen te kijken. Helemaal alleen met je gedachten, zonder dat je iets moet doen of ergens naar toe gaat. Na een dik uur, houdt mijn digitale secretaresse tot op de minuut bij wanneer het zo gewenste gele autootje komt voorrijden. Een vriendelijke meneer stapt uit de auto, probeert zijn best te doen om het probleem op te lossen, maar helaas zonder resultaat.
Tja mevrouw, dat wordt op de trailer naar huis. Maar geen punt, de sleepdienst is dichtbij, dus u zult niet zo lang meer hoeven te wachten. Dat geeft de burger moed. Het volgende uur – inmiddels twee uur verder, komt mijn ‘reddende engel’. Het is koud en regenachtig, dus ik mag alvast in de auto gaan zitten. Als we naar huis rijden raken we in gesprek over zijn werk en vraag ik aan hem wat hij zoal allemaal meemaakt in zijn werk. Hij vertelt vol passie over de soms nare, confronterende en zelfs traumatische ervaringen, maar ook over bijzondere ontmoetingen die hij dagelijks meemaakt en hem dan ook persoonlijk raken.
Wonderlijk hoe een schijnbaar verloren middag, uiteindelijk zo waardevol kan eindigen. De ontmoeting met mijn ‘reddende engel’ maakt het wachten dan ook de moeite waard. En dat was wederzijds! Hoezo pech, eigenlijk geluk bij een ongeluk.