ColumnsBen Ubachs

Zendingsdrift

Sinds mensenheugenis zit de zendingsdrift in ons bloed. In missionarissen en missiezusters hebben we generaties lang gegrossierd. De tijd dat elk kinderrijk Limburgs gezin naar goede katholieke traditie werd geacht hofleverancier te zijn van tenminste één broeder of zuster ligt nog niet zo ver achter ons.

En wanneer vader en moeder enige twijfel hadden om zoon- of dochterlief het klerikale pad op te sturen, kwam een enthousiaste kapelaan of mijnheer pastoor wel aan huis om de zegeningen van een gewijde omgeving  de hemel in te prijzen.

Een soort marketing avant la lettre waaraan nauwelijks te ontkomen viel. ‘Roeping’ was de wervende slogan waarmee menige puber pij en habijt werd in gepraat. Elke oudere HALLO-lezer heeft ongetwijfeld zijn eigen herinneringen aan een tijd met strikte religieuze regels en gebruiken die vandaag de dag ondenkbaar zijn.

Naar die regels en gebruiken heb ik geen heimwee; wel mis ik de kleurrijke verhalen van mijn verre oom uit een diep, donker Afrika en de lach van mijn lieve tante-zuster die heel af en toe haar missiepost in Sri Lanka (het vroegere Ceylon) verliet om haar familie in Limburg op te zoeken.


Kloostermuren

Zij waren zendelingen met een missie. Niet alleen droegen zij met verve de blijde boodschap uit, vooral staken zij de handen uit de mouwen om onderwijs te geven, dorpelingen te leren hoe land te bebouwen, en medische zorg op poten te zetten. De neefjes en nichtjes hingen aan hun lippen wanneer zij verhaalden over het dichte oerwoud, over wilde dieren en over exotische mensen in die andere, vreemde wereld. Zij waren instituties binnen de familie. Als kind keek je met ontzag naar hen op, als puber was je voornamelijk blij de religieuze dans te zijn ontsprongen.

De mondaine kant van het leven had immers ook zijn charmes. Een ondernemende tiener zat bepaald niet te wachten om achter dikke kloostermuren te verdwijnen wanneer een nieuwe wereld lonkte in de vorm van een klaterende lach, glanzende ogen en een voorzichtige eerste kus. De zegen zochten we liever in de disco, daar kon geen mea culpa tegenop. Hoe nobel en avontuurlijk het werk van ooms en tantes in de tropen ook was, in onze jonge jaren verloren pij en habijt het van spijkerbroek en panty. Het celibaat was een brug te ver. 


Uitverkoren

Nieuwe Limburgse missionarissen en missiezusters zitten niet meer in  de pijplijn. Er is een nieuwe zendeling opgestaan: de Toerist. Je kunt je nergens meer vertonen of hij heeft zijn sporen al achtergelaten. Het maakt niet uit waar je na toe gaat. Steppe, woestijn, canyon, ijsvlakte, regenwoud, aan de Toerist valt niet te ontkomen. Geen berg te hoog, geen oceaan te diep, de Toerist vindt overal zijn weg. En zijn boodschap laat hij overal achter. Niet altijd even stichtelijk, maar toch.

De  Toerist levert dagelijks wereldwijd het bewijs waarom Nederland zich trots gidsland mag noemen. Wij maken deel uit van een uitverkoren volk met een verheven missie en de moderne Toerist draagt deze nu uit. Je mag hem gerust de blauwdruk van onze beschaving noemen, het visitekaartje dat  Nederland tot in de verste uithoeken een klinkende reputatie bezorgt. Soms.


Uitsmijter

Begin dit jaar was ik op reis in Vietnam, een prachtig land met een indrukwekkende geschiedenis en vooral met aardige, vriendelijke mensen. Het Vietnamees Nieuwjaar -Tet- wordt gevierd op 28 januari en in Hoi An leerde de plaatselijke gids mij de welluidende nieuwjaarswens:  Chúc Mù’ng Năm Mó’i. Het betekende voor mij een uitdaging hem in het Nederlands op speelse toon van repliek te dienen en hem enkele eenvoudige woorden te leren, maar kreeg geen kans.

De grapjas snoerde me de mond met een onverwachte uitsmijter. Met een big smile voegde hij aan zijn nieuwjaarswens toe: “Neuken in de keuken”. Stomverbaasd keek ik hem aan, ik geloofde mijn oren niet. Hij herhaalde, zoekend naar bevestiging van zijn superieure kennis van het Nederlands: “neuken in de keuken”. Het kon niet anders: hier had eerder de Toerist al vernietigend toegeslagen, ik kwam te laat. Eens te meer bleek dat missiewerk nooit af is. Nederland is het volgende station.
 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.