Voormalig voetbalinternational Ria Vestjens (Leveroy 1959) die al enige jaren woonachtig is in Heythuysen heeft een geweldige sportzomer achter de rug. Vanaf begin juni was Ria in Frankrijk en daar bezocht zij alle groepswedstrijden van het Nederlands vrouwenelftal. Omdat Oranje het zó goed deed en vervolgens via Japan, Italië en Zweden uiteindelijk zelfs de finale tegen de Verenigde Staten bereikte, zat Ria als fanatiek supporter ook bij al deze wedstrijden op de tribune om ‘de oranjemeiden’ aan te moedigen.
Na haar terugkeer uit Frankrijk liep ze en passant ‘nog even’ de Nijmeegse vierdaagse. Ria praat gedreven over haar grote passie voetbal. Ze hoopt dat de voetbalbond KNVB nu na het succes van Oranje een krachtig stimulerend beleid gaat voeren om het meisjes- en vrouwenvoetbal in Nederland een volwaardige status te geven.
Ria Vestjens is decennialang actief betrokken geweest bij het vrouwenvoetbal in Nederland. Ze kwam zelf maar liefst 64 keer uit voor het Nederlands vrouwenelftal tussen 1978 en 1991 en scoorde in al die interlands 13 keer. Ze was teamgenote van Sarina Wiegman, de huidige bondscoach van de Nederlandse vrouwen. Gele en rode kaarten heeft Ria volgens de KNVB- statistieken nooit gekregen. Na haar voetbalcarrière was Ria Vestjens jarenlang trainster van voetbal elftallen op het hoogste niveau en werd zij enkele malen met haar teams Nederlands kampioen.
Ook trainde ze een tijd lang Nederlandse jeugdspeelsters waaronder een toen nog onbekende Lieke Martens. Nog altijd heeft ze contact gehouden met een aantal speelsters waarmee zij destijds Nederland vertegenwoordigde. Toen de Oranjevrouwen zich in 2018 plaatsten voor het WK in Frankrijk besloot Ria met een aantal oud-teamgenoten van weleer dit toernooi ter plaatste te gaan volgen.
“Achter een oranjebus aan naar het stadion, geweldig!”
Ria Vestjens: “Via de vereniging van oud-speelsters waar wij allemaal lid van zijn, konden we voor een redelijke prijs aan de toegangskaartjes voor de groepswedstrijden komen. Om het allemaal een beetje betaalbaar te houden, logeerden we voornamelijk op campings van waaruit wij dan naar de speelsteden gingen. Daar was de sfeer werkelijk fantastisch. Er waren veel Oranjesupporters en die maakten er iedere keer echt een feestje van.
Een plein in de stad werd omgetoverd tot een fanzone en daar waren dan optredens van Nederlandse artiesten als Jan Smit en Claudia de Breij; zo kwam de sfeer er wel in. Supporters van andere landen kwamen spontaan meedoen. De hele supportersgroep vertrok daarna lopend achter een grote oranje bus naar het stadion waar het Nederlands feest werd voortgezet. In de pers werd dit de oranjemars genoemd. Geweldig om daar bij te zijn en om te zien hoe ‘Nederland’ de voetbalvrouwen steunde. Ik heb zelf een keer met die bus mee mogen reizen.
Wat een ervaring! Dat alles was in mijn beginjaren toch wel anders. De toernooien waren toen van een heel andere opzet. Er was ook in het algemeen weinig aandacht voor vrouwenvoetbal en de KNVB maakte er niet echt serieus werk van. Voor de bondscoach destijds was het een nevenfunctie en wij als speelsters kregen ook niet veel meer dan een kilometervergoeding voor onze inzet. Naast het voetbal hadden we allemaal nog een betaalde baan.
Zelf ben ik na de sportacademie in het onderwijs gaan werken. Vrouwenvoetbal moest in die tijd tegen heel wat vooroordelen opboksen. ‘Vrouwenvoetbal is slecht voor het veld werd zelfs wel eens gezegd’. Wij speelsters waren echter bloedserieus met onze sport bezig. Ons team bereikte in de jaren 80 een hoog niveau.
Heel veel zaken moesten we in die tijd zelf regelen want bij de KNVB telde eigenlijk alleen het mannenvoetbal mee.
We probeerden zelf het vrouwenvoetbal te promoten door in het hele land voetbalclinics te verzorgen. Het is met name aan voormalig bondscoach Vera Pauw te danken dat het vrouwenvoetbal bij de grote clubs nu een serieuzere plaats heeft gekregen. Na de successen op het EK is Nederland ‘wakker geworden’ en heeft ook het grote publiek het vrouwenvoetbal omarmd en dat is heel mooi. Ik hoop dat ook de KNVB, nog altijd een mannenbolwerk, nu eindelijk initiatieven gaat nemen om Nederlands talent in eigen land te houden zodat hier ook een volwaardige competitie gespeeld kan worden.
“Nederland wordt pas enthousiast als er gepresteerd is”
Want dat er talent is, dat hebben we nu in Frankrijk wel kunnen zien. Qua voetbalvermogen was het Nederlands elftal sterk. Enkele posities in de verdediging zouden wel vaardiger moeten worden o.a. ter ondersteuning van de aanval. Nederland heeft in mijn ogen super gepresteerd. In het begin was het spel niet zo geweldig maar door een fantastische inzet en natuurlijk ook door een portie geluk is het elftal zo ver gekomen.
De Verenigde Staten is echter een terechte winnaar. In dat land leeft het vrouwenvoetbal al tientallen jaren. Soccer voor vrouwen is daar een grote sport. Ik mag hopen dat we ook op niet te lange termijn in Nederland óók zo ver zijn. Nu is er geweldig gepresteerd en dan pas raakt Nederland enthousiast.
Ik heb de afgelopen tijd vaker de vraag gekregen of ik te vroeg geboren ben, want zou ik van deze generatie voetbalsters zijn, dan was mijn voetbalcarrière mogelijk lucratiever en anders geweest.
Misschien was het zelfs een buitenlands avontuur geworden. Wie zal het zeggen? Maar ja, het was toen zoals het was en ik heb er ook destijds een hele fijne tijd aan beleefd. Ik vond mijn passie, ’t voetbalspelletje, het aller-leukst. Het bijwonen van het WK in Frankrijk was in ieder geval top!”
Door: Pieter Knippenberg