Scholieren in dialoog met veteranen
‘Waarom ben je dit gaan doen, dit is toch geen normaal beroep?’
In Leudal werd in maart 2001 het Monument van Verdraagzaamheid opgericht. Hier worden sinds die tijd jaarlijks niet alleen gesneuvelde geallieerde soldaten herdacht, maar ook Duitse en Oostenrijkse slachtoffers. Vanaf het moment van oprichting zijn veteranen uit diverse landen betrokken geweest. Zij bezoeken het Leudal om te herdenken, maar ook om de boodschap van verdraagzaamheid uit te dragen.
Vast onderdeel daarvan is een visite aan het vmbo van Scholengemeenschap Sint Ursula in Heythuysen. Daarbij gaan niet alleen de veteranen van de Tweede Wereldoorlog in gesprek met de leerlingen, maar ook jonge veteranen die op missie zijn geweest in bijvoorbeeld Afghanistan of Mali.
Dit directe en persoonlijke contact tussen de scholieren en de veteranen blijkt in de praktijk tot een veel beter begrip te leiden bij deze jonge generatie. Het is dan ook wel indrukwekkend, misschien soms zelfs wel een beetje intimiderend, wanneer iemand in uniform of met zoveel medailles opgespeld zo dichtbij je zit. Maar leerlingen kunnen zichzelf opgeven voor deze ontmoetingen en mogen hun eigen vragen bedenken, waarbij toch de belangstelling en vaak ook de fascinatie duidelijk blijkt. Zo’n tachtig scholieren zaten er dit jaar uiteindelijk dan ook op een woensdagmiddag klaar. Een impressie van een intense en leerzame bijeenkomst...
Verkenners
Nog voor de officiële opening is het een druk geroezemoes in de aula van Sint Ursula, aan de Tienderweg in Heythuysen. Een deel van de oude veteranen moet nog arriveren, maar aan diverse tafeltjes zijn al wat jonge veteranen aangeschoven en in een geanimeerd gesprek met de scholieren. Zoals korporaal 1e klasse Jorian, 27 jaar oud, die op zijn Iphone foto’s laat zien van pantservoertuigen, waar hij als verkenner van de cavalerie in Afghanistan mee op pad ging. In 2010 verbleef hij daar vier en een halve maand, in de strijd tegen de Taliban. Jorian legt uit hoe ze de vijand probeerden op te sporen, om te ontdekken welke wapens die had. Dat moesten ze dan doorgeven aan de leiding van hun brigade.
Kat en muis
Job, Bram, Thom en Rick zitten gespannen te luisteren. ‘Zijn jullie dan nooit ontdekt als jullie op zoek waren?’ willen zij natuurlijk weten van de korporaal. ‘Soms wel’, zegt Jorian. ‘Daarom oefenen we ook steeds op nieuwe technieken om dat te voorkomen, terwijl de vijand juist op ons blijft jagen. Het blijft een soort kat-en-muisspel’. Dat is dan natuurlijk alleen maar bij wijze van spreken, want dat het vak van beroepsmilitair allesbehalve spel is zal die middag nog regelmatig blijken. Zo is Jorian in 2012 ook nog op Curaçao geweest. Slechts weinig mensen beseffen dat daar voortdurend militairen aanwezig zijn vanwege de olie op het eiland, waar buurland Venezuela op zou kunnen azen omdat het land in grote economische problemen zit.
Vriendschappen
Voor we verder kunnen praten wordt echter eerst onze aandacht gevraagd door Anouk Jacobs. Alle veteranen zijn inmiddels aangekomen en Anouk, die vandaag het aanspreekpunt vormt, heet iedereen van harte welkom. Datzelfde doen ook de locatiedirecteur van de school, de heer Houben en wethouder Walraven. Regelmatig worden hun woorden vertaald in het Engels en Duits want, net als een dag later bij de herdenking het geval zal zijn, ontmoeten tegenstanders van weleer elkaar nu op het niveau van lotgenoten. Dat onderstreept niet alleen de boodschap van verdraagzaamheid, het toont in een aantal gevallen zelfs aan dat vriendschappen mogelijk zijn tussen vijanden van toen.
Levenswerk
Zo is daar Walter Rehling, voormalig ‘Bordfunker’ bij de Duitse Luftwaffe, die al jaren lezingen geeft aan scholieren over de verschrikkingen van de oorlog en daar zelfs zijn levenswerk van gemaakt heeft. Na afloop van alle welkomstwoorden vertelt hij, bijgestaan door een tolk, misschien wel voor de duizendste keer onvermoeibaar het verhaal hoe zijn vliegtuig neergeschoten werd boven Beieren op 29 februari 1944. En hoe hij, terwijl kameraden van hem omkwamen in de vuurzee, gered werd door nota bene een 17-jarig Russisch meisje en een Fransman, die beiden als gevangene in Duitsland te werk waren gesteld. Tien jaar na de oorlog zouden de drie elkaar terugzien. De Fransman en de Russische waren inmiddels getrouwd en met het stel zou Walter een levenslange vriendschap opbouwen. Naast dit ontroerende verhaal legt de 94-jarige nog altijd omstandig en openhartig uit hoe Hitler ‘de verleider’ te werk ging en grote delen van zijn volk tot misdaden bracht.
Gevaren
Ondertussen praat ook het viertal aan tafel bij Jorian verder. Ter voorbereiding hebben ze ook een film gezien over hoe het in voorgaande jaren er aan toe ging vertellen ze, dus ze wisten wel en beetje wat hen te wachten stond. Maar naast de spannende verhalen is er toch ook die andere kant. De kinderen vinden het dapper en ‘goed als de soldaten in een ver land dingen voor andere mensen doen’, maar wat als het je grote broer of neef is die zo’n gevaarlijke missie gaat doen? Wat kan er eigenlijk allemaal gebeuren?
In je hoofd
‘Het ergste wat er kan gebeuren is natuurlijk dat je niet meer terug komt’, vertelt Jorian eerlijk. ‘Of dat je gewond terugkeert. En dat wil niet zeggen dat je dat altijd aan de buitenkant kunt zien! Het kan ook in je hoofd mis gaan. Doordat je erge dingen meemaakt of ziet die je niet kunt verwerken, of door een lange periode van extreme stress. Maar het kan ook fout gaan omdat je thuis heel erg mist...’
‘Of omdat je al je vrienden kwijt raakt!’ vult één van de kinderen uit zichzelf aan. ‘Ja, ook dat is een risico’ bevestigt Jorian met een ernstige blik.
Blanco
Later vragen we de jonge korporaal nog hoe hij zich heeft voorbereid op deze middag. ‘Helemaal niet. Ik had dit nog nooit eerder gedaan en besloot er blanco in te gaan. Ik vertel gewoon over mijn ervaringen, maar vraag de kinderen daarnaast ook hoe zelf over bepaalde zaken denken. Ik heb wel ooit presentaties voor een klas gedaan, maar dit is toch heel anders. Veel persoonlijker. Ik hoor ook graag van hen wat ze later willen gaan doen’. Die ambities blijken overigens erg uiteen te lopen: van politieagent tot architect. Op een eventuele nieuwe invoering van de militaire dienstplicht zitten de jongeren niet echt te wachten. Een beroepsleger heeft de voorkeur aan tafel. ‘Het is toch beter als je er echt voor kunt kiezen, als je dat wilt. Het is ook niet handig als je een opleiding wilt gaan doen’ zo luidt de overweging daarbij.
Samenwerken
Jorian begrijpt die bedenkingen heel goed. Hij overweegt te stoppen met zijn werk voor defensie, nu hij een serieuze relatie heeft en een gezin wil gaan stichten. ‘Daar hoort dat gevaarlijke werk niet meer bij’ vindt hij. Maar hij geeft toch ook nog een andere invalshoek mee: ‘Het lijkt mij dat jullie hier aan tafel van thuis uit hebben geleerd dat je aardig tegen elkaar moet zijn en goed voor iedereen moet zorgen. Maar sommigen mensen hebben dat nu eenmaal niet zo goed meegekregen. Terwijl we het in de samenleving toch écht allemaal met elkaar zullen moeten doen. En mijn positieve ervaring met defensie is, dat het een plek is waar ik weinig of geen discriminatie en ruzie heb gezien. Iedereen heeft hetzelfde pak aan, iedereen heeft hetzelfde doel. Het is logisch dat je elkaar helpt. Je redt het alleen maar als je samenwerkt. In een wereld waarin iedereen steeds meer alleen maar aan zichzelf denkt, heb ik dat altijd als een positieve levensles ervaren.’
Stabiliteit
De meeste kinderen rouleren gedurende de middag van tafel. Dat doen wij ook en zo raken we even later in gesprek met soldaat eerste klasse Stefan, die op dat moment louter jonge dames om zich heen verzameld heeft. Daar maakt de stoere, 24-jarige huzaar overduidelijk indruk op. Hij is pas in augustus teruggekeerd van een missie van vijf maanden in Mali. De VN-missie moet de stabiliteit in het Afrikaanse land, die wordt bedreigd door extremisten, mensensmokkelaars en gewapende opstandelingen, tot stand brengen.
Ongeluk
Maar het was uitgerekend daar dat twee Nederlandse militairen tijdens een oefening op 6 juli 2016 om het leven kwamen, door een ondeugdelijk mortier. Een derde militair raakte zwaar gewoond. Stefan spreekt over zijn uitzending als ‘een goede ervaring’ voor hemzelf, maar bevestigt dat de staat van het materiaal waar hij en zijn kameraden mee moesten werken inderdaad behoorlijk slecht was. Verder kan hij over het incident, waarover de minister van Defensie in haar nadagen politiek sneuvelde, niets zeggen.
Persoonlijk
Maar verder praat Stefan gelukkig meer dan voldoende. Ook hij heeft alleen maar ervaring met klassikale voorlichting en gaat vanmiddag voor het eerst persoonlijk de gesprekken aan. En dat terwijl hij pas die ochtend vernomen had dat hij hiervoor als invaller uitverkoren was. Het bevalt hem echter prima. ‘Voor de kinderen is het ook goed dat ze eens dieper kunnen doorvragen. Op wat er in het nieuws gemeld wordt kunnen ze niet reageren, maar van mij kunnen ze de persoonlijke belevenissen horen. Daardoor gaat het toch ook meer leven, denk ik.’
Familie
Het vreemde van de situatie waarin Stefan verzeild raakte, was vooral dat er niet sprake was van een duidelijke, directe vijand. Dus werd er vooral getraind op mogelijke aanslagen en het gevaar van bermbommen. Vrede en stabiliteit brengen in een land waar verschillende groeperingen elkaar bestrijden is een moeilijke opdracht, maakt Stefan in ieder geval goed duidelijk. En ook bij deze jonge gesprekspartners leeft de vraag wat zijn familie eigenlijk van zijn gevaarlijke beroep vindt. ‘Mijn moeder vond het verschrikkelijk. Ze had altijd al schrik voor soldaten, dus toen ik bij defensie ging werken vond ze dat niet fijn. De leerlingen wilden ook weten wat mijn broer en zus er van vinden. Eerlijk gezegd heb ik ze dat nooit gevraagd. Maar ik geloof dat ze er wel mee kunnen leven.’
Moderner
Het lijkt er op alsof met name de gesprekken met de jonge veteranen vanmiddag in goede aarde vallen. De jongeren bevestigen dat beeld wel enigszins. ‘Die zijn wat moderner hè, dat praat wat makkelijker.’ Maar de beoordeling blijkt toch ook vooral een erg praktische kant te hebben. ‘Zo’n gesprek verloopt toch makkelijker in je eigen taal’, valt bijvoorbeeld op te tekenen. Niettemin blijft geen enkele tafel lang leeg. En overal diezelfde rode wangen en ietwat gespannen, jeugdige blikken.
Routine
‘Waarom ben je dit gaan doen? Dit is toch geen normaal beroep?’ Alain, korporaal 1e klasse en collega van Stefan, is de eerste om die kwalificatie van het jonge meisje tegenover hem te beamen. ‘Maar ik hou nu eenmaal niet van routine. En dit is een afwisselende baan, waarbij je allerlei soorten mensen ontmoet. Door de enorme teamgeest die bij ons heerst, ervaar ik het zelfs niet eens als werk. Onthoud dat maar, of je nu bij het leger werkt of niet, het belangrijkste is dat je iets doet waar je plezier aan hebt en waar je in gelooft. Natuurlijk moet je kunnen rondkomen, maar geld is echt niet het belangrijkste’ bezweert de korporaal, die als verpleegkundige werkt.
Afghaanse zijde
Dat het leger dan ook niet alleen schieten of beschoten worden is, komt die middag regelmatig naar voren. Administratie, ict’ers, genie,sportinstructeurs, ze zijn allemaal nodig en niet meteen met vechten bezig. Dat wordt misschien nog wel het beste geïllustreerd bij het verhaal van Ron. Bij hem kunnen de jongedames zich hullen in sjaaltjes van prachtige Afghaanse zijde. ‘Chill zeg, die stof!’ klinkt het dan ook door de aula. Maar ze kunnen ook een burka passen. Zelfs de jongens hebben de kans zich in de mooiste lokale en moskeewaardige kledij te hijsen. Wat gebeurt hier allemaal? Ron heeft zich in ieder geval uitgebreid voorbereid met nog veel meer gebruiksvoorwerpen, boeken, foto’s en krantenknipsels...
‘Hearts and minds’
Hij zat in de periode 2008-2009 zeven maanden als lid van het zogenaamde Provinciaal Reconstructie Team in Uruzgan. Ron legt de jongeren heel beeldend uit hoe het zijn taak was de ‘hearts and minds’ van de bevolking te winnen. En zoals de leerlingen aan zijn lippen hangen, is duidelijk dat hij zijn vak verstaat. Alleen gebruikte hij dat talent in Afghanistan om vanuit het gewonnen vertrouwen voor bijvoorbeeld waterputten, zonnepanelen, verlichting en daarmee voor veiligheid te zorgen. Vandaag gebruikt hij het om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om een cultuur te doorgronden. Is de burka een gevangenis of juist een bevrijding, omdat de vrouw die ‘m draagt kan kijken zonder dat iemand haar blikt volgt? Hier is het juist de veteraan die vragen stelt, om de leerlingen zelf te laten nadenken.
Afscheid
Wie er in ieder geval veel over de ervaringen van veteranen hebben nagedacht zijn de tweelingbroers Cas en Lex uit Meijel. Zij zijn zelfs zo gefascineerd door de verhalen dat ze al meerdere jaren hebben deelgenomen aan deze dag. Ze onderhouden bovendien persoonlijk contact met veteraan Raymond Griffiths en blijken ook geïnteresseerd in gevoelsaspecten, zo blijkt in de nababbel. ‘Wij willen dan bijvoorbeeld graag van veteranen weten of ze graag in het leger wilden, of dat ze liever een normaal leven hadden willen leiden.’
Een ‘normaal’ leven, daar is het weer. Van het besef dat er weinig overblijft van de romantiek uit de gemiddelde oorlogsfilm zijn deze jongens wel doordrongen.
En wanneer we gaan, zingen er ook in onze hoofden nog woorden na van Ron. Want hoe dankbaar we ook mogen zijn voor hun inzet: alleen de veteraan weet hoe het voelt om bij ieder vertrek afscheid te nemen, alsof het voor altijd is…