Met verbazing heb ik, en niet alleen ik, gekeken naar de avond van 22 november. Rond 9 uur die avond voorspelde de exitpoll dat de PVV een gigantische sprong vooruit zou maken en op afstand de grootste partij in de Tweede Kamer zou worden. Het gekrakeel rond deze uitslag echode nog wekenlang na en andere partijen konden maar moeilijk met de nieuwe situatie omgaan. De zelfvoldaanheid en het bestuurlijk geklungel die de laatste jaren zijn geëtaleerd bij de regerende coalitie hebben de deur wagenwijd opengezet voor een partij als de PVV die met graagte inspeelt op onderbuikgevoelens die breed in onze samenleving leven.
Toch vraag ik me af of het gros van de PVV-kiezers het verkiezingsprogramma van de partij werkelijk kennen en weten waarvoor zij hebben gestemd. De beweeglijkheid van het kiezersgedrag is ongekend groot, men fladdert graag van partij naar partij, en de kiezer stemt eerder tégen dan vóór iets. Nog in maart van dit jaar was Caroline van der Plas met haar BBB de gevierde heldin en telde de PVV slechts een kwart van de stemmen die zij op 22 november kreeg. Ik zou niet weten wat de verviervoudiging in het laatste half jaar aan PVV-stemmers verklaart. Maar de stemmen zijn geteld en tellen absoluut in een democratie volwaardig mee. En met de partij die zo overtuigend wint, moet serieus gepraat worden, en gezocht worden naar draagvlak voor samenwerking. Het laatste wat moet gebeuren is de winnende partij feitelijk aan de kant schuiven en buitenspel manoeuvreren. In dat geval zal het mij niet verbazen wanneer bij de eerstvolgende verkiezingen die buitenspel gezette partij opnieuw een grote klapper maakt en nog veel meer door de kiezer wordt omarmd. Dan hebben we de poppen écht aan het dansen.
Er is dus geen tijd voor politieke spelletjes, geen wheelen en dealen in de achterkamertjes of gefluister in de wandelgangen. Het lijdt geen twijfel dat de Haagse politici uitermate bedreven zijn in verhullend toneelspel, maar laten zij elkaar zonder poespas zakelijk de maat nemen en toewerken naar verbindende factoren. Toneelspel is er genoeg, daar hebben we de dames en heren in de Tweede Kamer niet voor nodig.
De klucht kan beter kort bij huis dan in Den Haag worden beleefd. Een snelle telling levert liefst 12 toneelverenigingen in onze directe omgeving op, en ongetwijfeld ben ik niet compleet. In Haelen, Heel, Grathem, Heibloem, Nederweert, Wessem, Horn, Thorn, Ospel, Roggel, Heythuysen en niet te vergeten Hunsel wordt al jarenlang fanatiek toneel gespeeld. In Den Haag kunnen ze van onze streekgenoten heel wat leren. Zonder uitzondering weten onze plaatselijke kanjers zich uit de meest netelige en kolderieke situaties te redden. Zo was ik kortgeleden bij de klucht ‘Ein en ein is twieë’ van toneelvereniging Zeeversbas uit Hunsel. Ik beleefde er het overrompelende debuut van mijn goede vriend Erik die zich in de meest vreemde bochten moest wringen, iets wat hem overigens op het lijf was geschreven. De plotwendingen waren niet te tellen en dat er een happy end kwam, zal u niet verbazen.
Het zou verplichte kost voor politici moeten zijn om tenminste één keer per maand samen naar het volkstoneel te gaan. Een idee is ook om een aparte toneelvereniging op te richten waarbij politici op toerbeurt in groepjes op de planken komen. Komedianten zijn er genoeg in het Haagse circuit en de onderlinge verhoudingen zullen dan aanmerkelijk verbeteren. Voorbeeld van een willekeurig scenario: Geert heeft een stevige relatie met Caroline, maar gelijktijdig een stiekeme verhouding met Dilan; Pieter heeft ook een oogje op Dilan maar weifelt over de aanpak hoe haar te veroveren. Deze gordiaanse knoop zal moeten worden doorgehakt, anders krijgen we geen nieuwe regering. Ik ben benieuwd naar de première en vooral de ontknoping.